Lygaeus equestris

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Aardwants)
Lygaeus equestris
Lygaeus equestris
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Hemiptera (Halfvleugeligen)
Onderorde:Heteroptera (Wantsen)
Familie:Lygaeidae (Bodemwantsen)
Onderfamilie:Lygaeinae
Geslacht:Lygaeus
Soort
Lygaeus equestris
(Linnaeus, 1758)
Lygaeus equestris, prachtridderwants, zijaanzicht.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Lygaeus equestris op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Lygaeus equestris is een wants uit de familie bodemwantsen (Lygaeidae). 'Prachtridderwants' is de Nederlandse naam voor deze wants op Waarneming.nl, waar voor alle in de Benelux voorkomende wantsen eenduidige Nederlandse namen zijn ingevoerd.[1][2]

Uiterlijk[bewerken | brontekst bewerken]

De 11-12 mm lange bodemwants heeft een roodzwarte tekening op de rug dat op een ridderkruis lijkt, volledig ontwikkelde vleugels en lange, sterke poten. Op de voorvleugels (hemi-elytra) zitten tot aan de randen twee dwarse banden en op de membranen van de voorvleugels zit een ronde, witte vlek, die doordat de membranen elkaar overlappen een enkele vlek lijkt te zijn. Het schildje (scutellum) heeft geen borstels maar kleine haartjes. De antennes zijn vierdelig. Ze lijken veel op de vuurwants (Pyrrhocoris apterus) en de kaneelwants (Corizus hyoscyami), maar hebben een andere tekening op de rug.

Valse prachtridderwants (Lygaeus simulans)[bewerken | brontekst bewerken]

Hij is nauwelijks vanaf een foto uit elkaar te houden van de nog niet zo lang geleden ontdekte en zeldzamere valse prachtridderwants (Lygaeus simulans) Deckert 1985. De verschillen[3] zijn:

  • De valse prachtridderwants heeft iets meer draadachtige antennes.
  • Het scutellum mist de lichte beharing van de prachtridderwants.
  • Het rode deel op de kop is wat groter en de zwarte randen zijn iets smaller.

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

De prachtridderwants is verspreid van Noord-Afrika tot in het noorden van Europa ( Midden Zweden, Zuid Finland) Naar het oosten komt hij voor tot in Siberië, Centraal Azië, China en Japan. Hij komt ook nog in Noord India voor. In Nederland is hij zeer zeldzaam. Men vindt de soort vaak in warme, droge gebieden zoals droog grasland, lichte bossen, ruderale terreinen. De wantsen lopen vaak rond op de bodem of klimmen op planten.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

De roodzwarte tekening op de rug heeft een afschrikkende werking en dient ter bescherming. De aardwants voedt zich met plantensappen en leeft vooral op de witte engbloem (Vincetoxicum hirundinaria), voorjaarsadonis (Adonis vernalis) en soms ook op de paardenbloem (Taraxacum officinale). Door de opslag van opgezogen plantengif is ze voor potentiële vijanden ongenietbaar. De partner voor de paring wordt gevonden door een nauwelijks voor het menselijk oor hoorbaar geluid. De paring kan wel tot 24 uur duren. De eitjes worden in de losse strooisellaag afgezet. De wants wordt ongeveer 1 jaar oud en overwintert als volwassen insect.