Kleine muskusschildpad

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Grootkopmuskusschildpad)
Kleine muskusschildpad
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2010)
Juveniel exemplaar.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Testudines (Schildpadden)
Onderorde:Cryptodira (Halsbergers)
Superfamilie:Kinosternoidea
Familie:Kinosternidae (Modder- en muskusschildpadden)
Geslacht:Sternotherus
Soort
Sternotherus minor
Agassiz, 1857
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Kleine muskusschildpad op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De kleine muskusschildpad[2] (Sternotherus minor) is een schildpad uit de familie modder- en muskusschildpadden (Kinosternidae).[3] De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Louis Agassiz in 1857. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Goniochelys minor gebruikt.

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De kleine muskusschildpad bereikt een maximale schildlengte van 10 centimeter. De kleur van de schildpad is grijsgroen, het schild is compact, rond en glad met grote hoornplaten. De kop is opvallend dik en groot, de snuitpunt is spits. De schildrand en buik zijn geel met zwarte vlekken en de huid is groengrijs tot staalgrijs en heeft kleine zwarte vlekjes. De buikschilden zijn iets gekield en mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden doordat de mannetjes een langere en dikkere staart en enkele kleine stekeltjes (sporen) aan weerszijden bij de staartbasis hebben, en ze worden ook groter.[4]

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

De kleine muskusschildpad komt voor in het zuidoosten van de Verenigde Staten. De schildpad is makkelijk te herkennen aan de zeer grote kop en het vrij kleine schild. De schildpad is sterk aan water gebonden en leeft voornamelijk onder water. Ook eten doet hij in het water, het menu bestaat voornamelijk uit slakken en tweekleppigen, die met de zeer krachtige kaken en snavelachtige bek eenvoudig gekraakt worden.

Verdediging[bewerken | brontekst bewerken]

Een beet van de schildpad kan diepe vleeswonden veroorzaken tot zelfs amputatie van vingers. Zoals alle muskusschildpadden kent ook deze soort een stinkende afscheiding die een belager niet snel zal vergeten. Zelfs ongeboren jongen hebben de stinkende stoffen al zodat ze zich direct uit het ei al kunnen verdedigen.

Gevangenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Doordat de schildpad erg klein blijft en niet veel eisen stelt aan zijn omgeving is hij uitermate geschikt om als huisdier te worden gehouden. Een aquarium van 80x40x40 (lxdxh) is ruim voldoende. Doordat de schildpad zelden aan land komt om te zonnen is een warmtelamp overbodig. Ook een lamp met ultraviolet licht is niet noodzakelijk, aangezien de schildpad voornamelijk over de bodem van zijn leefgebied loopt waar weinig zonlicht komt. De watertemperatuur dient rond kamertemperatuur te worden gehouden. Een verwarmingselement kan dus nodig zijn, afhankelijk van de plaats van het verblijf. Het verblijf dient op een plaats te staan waar geen tocht komt, dit kan voor een schildpad fataal zijn. De schildpadden zijn geen goede zwemmers en de waterhoogte mag dus maximaal de lengte van het schild bedragen. Terugkomende kosten voor het houden van een kleine muskusschildpad zijn die van voedsel, elektriciteit en eventuele kosten als de schildpad onverhoopt ziek wordt.

Ondersoorten[bewerken | brontekst bewerken]

Er worden twee ondersoorten erkend, die verschillen in het uiterlijk en het verspreidingsgebied.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

  • (en) Enkele foto's van de kleine muskusschildpad.

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]