Phobetor

Phobetor (Oudgrieks: Φοβήτωρ), ook wel Icelus (Oudgrieks: Ἴκελος) genaamd,^[1] was een van de Oneiroi, de droomdemonen, die volgens de Griekse mythologie aan de mensen in hun slaap verschenen. Phobetor, wiens naam als "angstaanjager" kan worden vertaald, verscheen daarbij in dierengestalte.^[2] Hij was een zoon van Hypnos. Maar vgl. Hesiodos was hij net als de andere Oneiroi een zoon van Nyx, de godin van de nacht,^[3] waarbij Hyginus en Cicero als zijn vader Erebos, de god van de duisternis, noemen.^[4]

Bronnen, noten en/of referenties

↑ Ovidius, Metamorfosen XI 640 (vertaling M. d'Hane-Scheltema, 1993): "deze heet bij de goden Ikelus [dat wil zeggen Icelus, red.], maar bij de mensen heet hij Phobetor."
↑ Ovidius, Metamorfosen XI 638-639.
↑ Hesiodos, Theogonia 211 en verder.
↑ Pseudo-Hyginus, voorwoord bij zijn Fabulae, en Cicero, De Natura Deorum III 17.

[1] Ovidius, Metamorfosen XI 640 (vertaling M. d'Hane-Scheltema, 1993): "deze heet bij de goden Ikelus [dat wil zeggen Icelus, red.], maar bij de mensen heet hij Phobetor."

[2] Ovidius, Metamorfosen XI 638-639.

[3] Hesiodos, Theogonia 211 en verder.

[4] Pseudo-Hyginus, voorwoord bij zijn Fabulae, en Cicero, De Natura Deorum III 17.

[1]

[2]

[3]

[4]