Kapokboom

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zie ook Indische kapokboom (Bombax ceiba)
Kapokboom
Kapokboom in de Foster Botanical Garden
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Malviden
Orde:Malvales
Familie:Malvaceae (Kaasjeskruidfamilie)
Geslacht:Ceiba
soort
Ceiba pentandra
(L.) Gaertn. (1791)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Kapokboom op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De kapokboom (Ceiba pentandra) is een tropische boomsoort. Hij komt van nature voor in Zuid-Amerika, Centraal-Amerika, het Caribisch Gebied en tropisch West-Afrika.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De kapokboom wordt meer dan 70 m hoog en heeft een vrij dikke, flesvormige stam. Hij heeft samengestelde, palmachtige bladeren met vijf tot negen blaadjes.[1]

De takken van de kapokboom staan loodrecht op de stam. Uit de eironde vruchten steekt een plukje witte watten: de kapok. Het zaadpluis wordt gevormd door de zachte vezels, die bestaan uit de haren op de zaden. Het zaadpluis wordt onder meer gebruikt als vulling voor kussens en vesten. Sinds de twintigste eeuw wordt voor die toepassing steeds vaker synthetisch materiaal gebruikt.

Volksverhalen[bewerken | brontekst bewerken]

De kapokboom is in Suriname bekend als kankantri(e) en speelt een rol in veel Anansitori, verhalen over de spin Anansi.