Relativiteitstheorie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Rex (overleg | bijdragen) op 1 apr 2005 om 02:48.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Met relativiteitstheorie worden in de natuurkunde twee theorieën van Albert Einstein aangeduid, namelijk de speciale relativiteitstheorie en de algemene relativiteitstheorie. De kern van beide theorieën is dat twee waarnemers die ten opzichte van elkaar bewegen over het algemeen verschillende afmetingen van tijd en ruimte zullen meten voor dezelfde gebeurtenissen. De natuurkundige wetten zullen echter voor beiden dezelfde zijn.

Speciale relativiteitstheorie

De speciale relativiteitstheorie werd ontwikkeld in 1905, en gaat ervan uit dat waarnemers in inertiaalstelsels die eenparig ten opzichte van elkaar bewegen, niet kunnen bepalen wie van beiden een "absolute beweging" uitvoert, en wie eventueel stilstaat.

Het artikel van Einstein dat in dat jaar verscheen had de titel "Zur Elektrodynamik bewegter Körper" (over de elektrodynamica van bewegende lichamen). De theorie heeft als postulaat dat de lichtsnelheid in vacuüm hetzelfde zal zijn voor alle waarnemers. Dit was in overeenstemming met de eerdere experimenten van Michelson en Morley, waar de wetenschap tot op dat moment niet goed raad mee wist. In deze experimenten was aangetoond dat er geen absoluut stilstaand medium, de ether, bestaat, dat als drager van lichtgolven fungeert.

Algemene relativiteitstheorie

De algemene relativiteitstheorie werd bekendgemaakt door Einstein in 1915 als een serie lezingen voor de Pruissische Academie van Wetenschappen. De theorie verschilt veel van de speciale relativiteitstheorie omdat met name het effect van de zwaartekracht op de kromming van de ruimte wordt meegenomen. Dit heeft onder andere tot gevolg dat licht van verre sterren dat langs de zon scheert, in het zwaartekrachtsveld van de zon wordt afgebogen.

In deze theorie wordt aangenomen dat alle waarnemers equivalent zijn, en niet alleen degenen die met een uniforme snelheid bewegen, maar ook de waarnemers die een versnelling van bijvoorbeeld de zwaartekracht ondervinden. In deze theorie wordt zwaartekracht niet als een kracht gezien (zoals dat bij de Wetten van Newton het geval was).

Zie voor meer informatie de afzonderlijke artikelen.