Warmtedistributie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Japiobot (overleg | bijdragen) op 25 aug 2010 om 00:54. (→‎Steden met stadsverwarming: link van dp naar juiste pagina, replaced: → [[Oosterhout (Overbetuwe)| met [[Project:AWB|AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Stadsverwarmingsleidingen in Tübingen (D)

Warmtedistributie is een verwarmingssysteem, waarbij de woningen worden verwarmd via een ondergronds netwerk van warmwaterleidingen. Warmtedistributie voor (een groot deel van) de stad wordt stadsverwarming genoemd. Tegenwoordig is ook de term stadswarmte gangbaar.

In veel gevallen maakt warmtedistributie gebruik van restwarmte van elektriciteitscentrales, maar ook geothermie en de warmte van afvalverbranders wordt vaak gebruikt. Nieuwe ontwikkelingen zijn gebruik van biomassa, warmtepompen en zonnecollectoren. Door het schaalvoordeel (een grote warmtebron i.p.v. vele cv-ketels) is warmtedistributie energiebesparend. Om de prijs te kunnen berekenen, heeft elk huis een warmtemeter. Het warmteverbruik wordt uitgedrukt in gigajoules. 1 gigajoule warmte komt ongeveer overeen met het verstoken van ruim 30 kubieke meter aardgas.

De huizen in de steden/wijken met deze dubbele warmwaterleiding zijn meestal niet aangesloten op het aardgasnet. Het leidingwater wordt vaak met behulp van een warmtewisselaar door de warmtedistributie verwarmd. In sommige gevallen wordt het warme tapwater bij het verdeelstation geproduceerd. Deze woningen hebben dus een aparte leiding voor warm kraanwater.

Bij oudere netwerken is de ingangstemperatuur 90 en de uitgangstemperatuur 70 graden. Bij nieuwe warmtenetten is de ingangstemperatuur uit milieuoverwegingen verlaagd naar 70 graden. De uitgangstemperatuur is dan ongeveer 40 graden Celsius. Het warmteverlies wordt beperkt doordat de warmteleidingen goed zijn geïsoleerd. Zo zal in een grote warmtetransportleiding het water over kilometers afstand getransporteerd kunnen worden terwijl de temperatuurdaling tot een enkele graad Celsius beperkt blijft.

Belangrijke nadelen zijn de hoge investeringskosten voor het netwerk en het grote verlies van warmte op het distributienet. Bij nieuwe warmtenetten worden de verliezen sterk gereduceerd door met lagere temperaturen en verbeterde leidingen te werken. In Oost-Europa en Scandinavië komt warmtedistributie veel voor. Veel dorpen in Denemarken hebben een kleine elektriciteitscentrale waarbij de restwarmte wordt gebruikt om de huizen te verwarmen (warmte-krachtkoppeling). In Nederland is warmtedistributie in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw in opgang gekomen.

Nederland

In 2000 hadden 212.000 huishoudens een aansluiting op een warmtedistributienet. In 2004 wordt het aantal op 250.000 geschat. Jaarlijks komen er circa achtduizend aansluitingen bij. De eerste stad in Nederland met stadsverwarming was Utrecht in 1923.

Bij de vaststelling van de warmtetarieven in Nederland wordt in beginsel het NMDA-principe (NMDA: Niet Meer Dan Anders) aangehouden. EnergieNed, het verbond van Nederlandse energiebedrijven, stelt jaarlijks een adviestarief vast op basis van verbruikscijfers bij referentiewoningen. Bij projecten die gesubsidieerd worden door het rijk, ziet SenterNovem toe op de warmtetarieven. Bij veel projecten zijn bewoners van mening dat zij te veel betalen voor hun warmte. Door het CDA is het initiatief genomen tot een warmtewet, die zal leiden tot het op basis van kostprijs vaststellen van warmtetarieven per project. Om de klanten te beschermen is er bovendien een maximum tarief, dat er voor zorgt dat men maximaal dezelfde kosten heeft als bij aardgas. Deze warmtewet is in juli 2008 aangenomen door de Tweede Kamer. De Warmtewet is op 10 februari 2009 zonder stemming aangenomen door de Eerste Kamer. Naar verwachting zal de publicatie in het staatsblad niet lang op zich laten wachten. In de wet is ook opgenomen, dat benutting van overtollige warmte van centrales en industrie zal worden hergebruikt waar mogelijk. Om het hergebruik van restwarmte en het gebruik van duurzame warmte en koude in Nederland en Vlaanderen te bevorderen, is in 2008 de stichting Warmtenetwerk opgericht.

Steden met stadsverwarming

stad - (wijk/stadsdeel)