Politie in Nederland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door JeroenvanVeen (overleg | bijdragen) op 13 sep 2006 om 09:34. (ingesproken)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Bestand:Politiepatch.jpg
Politie mouwembleem
Bord van een politiebureau


De politie in Nederland is een overheidsinstantie belast met het handhaven van de wetten van het land, het bewaren van de openbare orde en het verlenen van hulp. Ook vormt zij de opsporingsdienst voor het Openbaar Ministerie van de Rechterlijke Macht.


Organisatie

Van eind 1945 tot 1993 bestond de Nederlandse politie uit de gemeentepolitie en de rijkspolitie.

Sinds 1993 is de politie in Nederland opgedeeld in 25 regiokorpsen en een Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD). In geval van een crisis wordt met de brandweer en ambulancediensten samengewerkt in de met de politieregio overeenkomende veiligheidsregio, en met overige overheidsdiensten.

De regiokorpsen

Spoedeisende hulp voor de Politie in Nederland? Bel 112. Geen spoed, wel politie? Bel dan 0900-8844

Elk regiokorps wordt geleid door een korpschef. De korpschef heeft de dagelijkse leiding binnen een regiokorps. Het dagelijks bestuur van de regio wordt gevormd door de zogenaamde Driehoek in die regio, met als voorzitter en tevens beheerder van het Korps de burgemeester van de grootste gemeente in die regio, en als overige leden de Korpschef van het betreffende politiekorps, en de (Hoofd)officier van Justitie.

Een regio bestaat uit een aantal districten, met elk een districtschef. Elk district bestaat uit een aantal lokale eenheden (basiseenheden of teams).

Bepalend voor het aantal politie-agenten en andere politie-medewerkers (de "politiesterkte") binnen een regio is het aantal inwoners in die regio, en de hoeveelheid criminaliteit in de regio. In totaal zijn er in Nederland zo'n 55.000 politieambtenaren in dienst.

Korps landelijke politiediensten

motorrijders regiopolitie (foto Frans Meijer)

Het Korps landelijke politiediensten (KLPD) heeft twaalf operationele diensten, waaronder:

De KLPD houdt zich onder andere bezig met handhaving van de verkeersveiligheid op de autowegen, te water en in de lucht, bestrijding zware- en georganiseerde criminaliteit, handhaven van de veiligheid van het Koninklijk Huis en overige door de daartoe door de bevoegde minister aangewezen personen (bijvoorbeeld diplomaten en politici).

Rangen

Politieharley voor showdoeleinden
Bestand:Foto Politieacademie auto achter-zij.jpg
Politieauto van de politieacademie

Download hier de rangen in PDF formaat.

De Nederlandse politie kent de volgende rangen:

Rangen van de Nederlandse Politie:
Bestand:Politie rangnieuw Hoofdcommissaris.gif Hoofdcommissaris
Bestand:Politie rangnieuw Commissaris.gif Commissaris
Bestand:Politie rangnieuw Hoofdinspecteur.gif Hoofdinspecteur
Bestand:Politie rangnieuw Inspecteur.gif Inspecteur
Bestand:Politie rangnieuw Brigadier.gif Brigadier
Bestand:Politie rangnieuw Hoofdagent.gif Hoofdagent
Bestand:Politie rangnieuw Agent.gif Agent
Bestand:Politie rangnieuw Surveillant.gif Surveillant
Bestand:Politie rangnieuw Aspirant.gif Aspirant
Bestand:Politie rangnieuw BOA.gif Buitengewoon OpsporingsAmbtenaar van Politie

Taken

In artikel 2 van de Nederlandse Politiewet staat beschreven wat de taken van de politie zijn: De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegde gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. In de praktijk wordt dit uitgesplitst in vier hoofdtaken.

  • Preventie (het voorkómen van overtredingen en misdrijven)
  • Opsporen van misdrijven en overtredingen
  • Handhaving van de rechtsorde
  • Hulpverlening

Binnen de politie zijn verschillende afdelingen met een deel van deze hoofdtaken bezig.

Meldkamer

De meldkamer wordt wel eens het hart van het politiebedrijf genoemd. Via het alarmnummer en het landelijke politienummer komen daar 24 uur per dag alle telefoontjes binnen. Het Nederlandse alarmnummer voor de politie is 112 voor directe hulp en voor 0900-8844 voor niet-spoedeisende hulp.

De mensen van de meldkamer moeten de meldingen zo beoordelen dat er snel en op een goede manier iets aan wordt gedaan. Als het een serieuze melding is, moet de medewerker in de meldkamer direct kiezen welke politiemensen hij of zij naar het adres stuurt. De medewerkers van de meldkamer weten precies waar alle politiemensen op straat zijn.

De meldingen die binnenkomen bij de meldkamer worden uitgegeven aan de hand van een aantal criteria, de zogenaamde prioriteiten. Er is een prioriteitstelling één t/m vier:

  • Prioriteit nummer één is een levensbedreigende situatie waarbij binnen tien minuten een eenheid ter plaatse moet zijn.
  • Prioriteit nummer twee heeft een aanrijtijd van maximaal dertig minuten.

De overige prioriteitstellingen worden uitgezet naar de wijkteams.

Gebruikte systemen

Sinds een aantal jaren maken de meldkamers gebruik van het Gemeenschappelijk Meldkamer Systeem, afgekort GMS. Dit programma kent vele mogelijkheden. Allereerst fungeert het als plottingscherm, waarbij alle eenheden te zien zijn die ingemeld staan. Daarnaast kent het systeem een databasefunctie voor procedures en telefoonnummers die nodig zijn voor een correcte uitvoering van de werkzaamheden. Ook vormt het systeem een koppeling met het C2000 systeem en het CityGIS (GPS) systeem.

C2000 is het digitale, onafluisterbare communicatiesysteem en in CityGIS zijn de auto's op een kaart te volgen met behulp van GPS, dat via een VDO navigatiesysteem aan de meldkamer wordt doorgegeven.

Voormalig politie insigne (Rijkspolitie) in steen, voor de ingang van het Nederlands Politiemuseum

Basispolitiewerk

Het basispolitiewerk bestaat uit de volgende taken:

  • zichtbaar politie op straat: zichtbaar aanwezig zijn op straat, lopend of met opvallende auto, voorkomt dat mensen overtredingen en misdrijven plegen
  • kleine, eenvoudige recherchewerkzaamheden: kleine diefstallen en inbraken worden door het basispolitiewerk zelf onderzocht; als dit teveel tijd kost, wordt het overgenomen door de specialistische dienst
  • geven van preventieadviezen: het basispolitiewerk geeft onder andere adviezen ter voorkoming van inbraken, adviezen naar de gemeente over verkeerszaken, voorlichting enz.
  • verlenen van hulp: hulp wordt verleend aan mensen die daarom vragen, maar ook aan instanties zoals jachtopzichters en gemeente
  • afhandeling verkeersproblemen: het houden van verkeerscontroles, het afhandelen van verkeersongevallen, adviseren aan mensen en gemeente, filebeveiliging
  • controleren wetten en regels (gebeurt vaak samen met mensen van de specialistische dienst): bijvoorbeeld een controle of niet-Nederlanders beschikken over de benodigde documenten (visum, verblijfsvergunning, werkvergunning, en dergelijke) samen met iemand van de vreemdelingendienst
  • specialistische taken: naast de dagelijkse werkzaamheden kent de politie een aantal specialistische taken; deze worden zelfstandig uitgevoerd of ter ondersteuning van de basispolitiezorg, zoals bijvoorbeeld de zedenrecherche.
  • nationale, (boven)regionale rechercheonderzoeken: onderzoeken van de zwaardere misdrijven, zoals moordzaken, drugshandel, mensenhandel, jeugdcriminaliteit, wapenhandel, fraude, grote milieuzaken en zedenzaken; de rechercheurs worden hierbij vaak ondersteund door vakspecialisten
  • informatiebeheer: het verzamelen en verwerken van technische informatie (zoals foto's en vingerafdrukken van daders van misdrijven) en informatie over criminele organisaties door onder andere de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE).
  • vreemdelingenzorg: het uitgeven van verblijfsvergunningen en het toezicht houden op personen die in Nederland verblijven maar niet de Nederlandse nationaliteit hebben
  • milieudienst: omdat de milieuwetgeving complex is, is dit een specialistische taak. Deze wordt in verschillende Nederlandse gemeenten ook wel ondergebracht bij een speciale Milieupolitie.
  • operationeel ondersteunende taken: taken ter ondersteuning van de basispolitiezorg en/of de specialistische taken, zoals de levende have (paarden en honden), de mobiele eenheid, het arrestatieteam en het observatieteam

De overheid wil dat steeds meer politiemensen "op straat" hun werk doen. Dit betekent dat er de automatisering moet worden verbeterd, want nu zijn ze veel tijd kwijt met het op papier zetten van hun bevindingen voor de rechter en de advocaat. De mensen van de surveillancedienst zijn de zichtbare geüniformeerde politiemensen.

Soms rijdt men van de meldkamer naar plaatsen waar door iemand om hulp van de politie is gevraagd. Dat kan een eenvoudige opdracht zijn zoals: "autoportier dichtgegooid met de sleutel nog in het contact", een klacht over zwerfvuil of een hinderlijk fout geparkeerde auto. Er zijn ook ernstigere meldingen die spoed vereisen, zoals een flinke aanrijding met gewonden, een steekpartij, een inbraak, vernielende jeugd; allemaal gebeurtenissen waarbij de politie handelend en geruststellend moet optreden.

Surveilleren gebeurt niet alleen vanuit de politieauto, maar ook vanaf de motor of het paard (het gebruik van paarden is omstreden, omdat paarden makkelijk tot verwondingen kunnen leiden bij mensen). Vooral in drukke winkelcentra wordt regelmatig lopend of op de (brom of snor)fiets gesurveilleerd. De mannen en vrouwen op de weg houden continu "de ogen open" en reageren snel als ze iets ontdekken dat niet helemaal volgens de regels gaat. Een verdacht rondlopend persoon (bijvoorbeeld iemand die in geparkeerde auto's kijkt), een auto zonder goede verlichting, een dronken fietser die over de weg slingert, zijn voorbeelden van zaken die ze op straat tegenkomen.

Het gaat de politie niet om het uitdelen van zoveel mogelijk bekeuringen - al bestaat er wel een "prestatiecontract".

De automobilist wordt verteld, dat de verlichting kapot is en waarom dit gevaarlijk kan zijn. De agent die te voet surveilleert, vertelt de winkelier dat hij een slot om zijn rek met kleding buiten op de stoep moet doen om winkeldiefstal te voorkomen. Als je aangifte komt doen van je gestolen fiets krijg je te horen welke fietssloten het meest betrouwbaar zijn.

Steeds vaker gaat de politie naar scholen toe om les te geven over thema's als drugspreventie, seksualiteit en het internet of vandalisme. De politie in de gemeente zorgt ervoor dat wat in de wet is verboden ook niet wordt gedaan en wat in de wet staat voorgeschreven ook wordt uitgevoerd. Dit is de controlerende taak. Daarnaast biedt de politie in de gemeente hulp aan iedereen, die om hulp vraagt. Zij wordt daarbij gesteund door personeel van het district en de regio; dit personeel voert de specialistische taken uit. De politie in de gemeente is 24 uur per dag inzetbaar voor de basispolitiezorg.

Sinds begin jaren '90 werken verschillende politieregio's in wijkteams met zogenaamde buurtregisseurs.

Bevoegdheden

De politie heeft bevoegdheden die 'gewone' mensen niet hebben. Zo kan een politieagent iemand staande houden of aanhouden, maar ook in een boodschappentas kijken voor gestolen spullen of (met toestemming van de hulpofficier van de politie) in een woning kijken naar wapens. Ook heeft de politie de bevoegdheid geweld te gebruiken. De bevoegdheid om geweld te gebruiken wordt ook wel het 'geweldsmonopolie'genoemd. De politie is een van de weinige instanties die bevoegd is geweld te gebruiken. Het gebruik van geweld door de politie is aan veel regels en voorwaarden verbonden.

De bevoegdheid om iemand staande te houden wordt vaak verward met de bevoegdheid iemand aan te houden. Staande houden is de bevoegdheid van de politie iemand te laten stilstaan, zodat naar zijn Naw-gegevens (naam, adres, woonplaats, etc) gevraagd kan worden. (Veel mensen zeggen te zijn aangehouden door de politie. Vaak zijn ze dan bekeurd of aangesproken, ze zijn dan staande gehouden.)

De bevoegdheid iemand aan te houden is de bevoegdheid die regelt dat men een verdachte mag arresteren en (tijdelijk) in verzekering mag stellen. Deze bevoegdheid is echter niet uitsluitend voorbehouden aan de politie. In het Wetboek van Strafvordering, artikel 53, lid 1 staat

In geval van ontdekking op heeterdaad is ieder bevoegd den verdachte aan te houden.

De term "op heterdaad" betekent, "als het feit zich voor de ogen van de toeschouwer voltrekt of als het feit zojuist gebeurd is".

Aanhouden houdt in dat je de verdachte vast houdt in afwachting van de komst van de politie. Wanneer iemand wordt aangehouden gaat de verdachte vrijwel altijd naar het politiebureau om verhoord te worden.

De opsporingsbevoegdheden die de politie heeft zijn onder andere geregeld in de Politiewet, de Wet wapens en munitie, de Opiumwet, de Wegenverkeerswet 1994, de Wet op het binnentreden en het Wetboek van Strafvordering.

Deze bevoegdheden zijn aan zeer strenge regels gebonden. Sommige bevoegdheden mag de politieagent zelf toepassen. Zoals de eerder genoemde voorbeelden. Zwaardere opsporingsbevoegdheden, zoals een telefoon tappen, iemand observeren of een woning doorzoeken (huiszoeking) voor drugs, mogen pas worden toegepast na toestemming van de officier van justitie of de Rechter-Commissaris.

Samenwerking met andere diensten

Bij de hulpverlening werkt de politie samen met andere diensten. Bijvoorbeeld, bij een aanrijding met gewonden wordt samengewerkt met:

Daarnaast werkt de politie samen met de Koninklijke Marechaussee

Slachtofferhulp

Voor de hulp aan slachtoffers werkt de politie samen met de mensen van de Bureaus Slachtofferhulp. De mensen die daar werken zijn getraind om slachtoffers van ongevallen en misdrijven te helpen. Ze zorgen er voor dat de slachtoffers begeleid worden, maar ze helpen ook met het invullen van formulieren voor de verzekering of de advocaat.

Langduriger hulpverlening

De politie werkt nauw samen met hulpverleningsinstanties die verder kunnen gaan met helpen als de mogelijkheden van de politie ophouden. Dit zijn bijvoorbeeld:

  • de verslavingszorg bijvoorbeeld het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs, Kentron of Novadic,
  • de Geestelijke Gezondsheidszorg (bijvoorbeeld bij mensen die zelfmoord willen plegen of een gevaar zijn voor anderen)
  • de Reclassering Nederland,
  • de jeugdreclassering
  • de Raad voor de Kinderbescherming
  • maatschappelijk werk (bijvoorbeeld bij huiselijk geweld.

Zie ook

Externe link