Bestand:German dialect continuum in 1900 (according to Wiesinger & König).png

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Oorspronkelijk bestand(3.048 × 3.044 pixels, bestandsgrootte: 1,14 MB, MIME-type: image/png)


Beschrijving

Beschrijving
Deutsch: Karte der wichtigsten Dialektgruppen des Deutschen Sprachraums um das Jahr 1900. Basierend auf:
  • P. Wiesinger: Die Einteilung der deutschen Dialekte. In: Dialektologie. Ein Handbuch zur deutschen und allgemeinen Dialektforschung, series: HSK 1.2, Berlin, New York, S. 807–900
  • W. König: dtv-Altas Deutsche Sprache, 2019, Munich, S. 230.
  • J. Goossens: Deutsche Dialektologie, Walter de Gruyter, 1977, S. 48f.

Anmerkung: Der Großteil der Karte basiert auf Wiesinger, die ehemals ostdeutschen Bereiche prinzipiell auf König. Im Zweifelsfall wurde Wiesinger präferiert.

Legende:

Linien

  • Die dünne schwarz-weiß-gestrichelte Linie zeigt das Gebiet mit zwei Dachsprachen: Luxemburgisch (neben Standarddeutsch) in Luxemburg.
  • gestreifte Linien zeigen Übergangsdialekte an.

Niederfränkisch / Niederländische Varietäten: (violett)

  1. Niederrheinisch

Friesische Varietäten: (orange)

  1. Saterländisch (letztes Überbleibsel des Ostfriesischen)
  2. Nordfriesisch

Niederdeutsche Varietäten: (blau)

  1. Westfälisch
  2. Nordniederdeutsch
  3. Ostfälisch (ein gelber Fleck im Inneren ist Erzgebirgisch im Harz)
  4. Mecklenburg-Vorpommerisch
  5. Brandenburgisch (der gelbe Fleck im Inneren ist Berlinerisch)
  6. Mittelpommerisch
  7. Hinterpommerisch
  8. Niederpreußisch

Mitteldeutsche Varietäten: (hellgelb)

  1. Ripuarisch
  2. Luxemburgisch (nahe verwandt mit Moselfränkisch, aber mit abweichender Schriftsprache)
  3. Moselfränkisch
  4. Rheinfränkisch
  5. Mittelhessisch
  6. Nordhessisch
  7. Osthessisch
  8. Thüringisch
  9. Nordobersächsisch
  10. Südmärkisch
  11. Obersächsisch
  12. Schlesisch
  13. Hochpreußsisch

Anmerkung 1: Der leere Bereich zwischen 20, 21, 22 und 23 ist Sorbisch, eine slawische Varietät

Anmerkung 2: Das in Transylvanien (Rumänien) gesprochene Siebenbürger-Sächsisch fehlt auf der Karte

Oberdeutsche Varietäten: (dunkelgelb)

  1. Ober- bzw. Ostfränkisch
  2. Nordbairisch
  3. Mittelbairisch
  4. Südbairisch
  5. Schwäbisch
  6. Niederalemannisch
  7. Mittelalemannisch
  8. Hochalemannisch
  9. Höchstalemannisch
Deutsche Sprachinseln in Ost- und Südeuropa: (lila)
English: A map describing the principal dialect groupings of the German dialect continuum around the year 1900. Based on:
  • P. Wiesinger: Die Einteilung der deutschen Dialekte. In: Dialektologie. Ein Handbuch zur deutschen und allgemeinen Dialektforschung, series: HSK 1.2, Berlin, New York, pp. 807–900
  • W. König: dtv-Altas Deutsche Sprache, 2019, Munich, pp. 230.
  • J. Goossens: Deutsche Dialektologie, Walter de Gruyter, 1977, pp. 48f.

Note: The majority of the map is based on that of Wiesinger, the former eastern areas of the German language are principally based on König. When in conflict in one another, priority was given to Wiesinger.

Legend:

Lines

  • The thin white/black dashed line represents the area in which two Dachsprachen are present: Luxemburgish (alongside Standard German) in Luxemburg.
  • Striped lines indicate transitional dialects.

Low Franconian / Netherlandic varieties: (purple)
1. Lower Rhenish
Frisian varieties: (orange)
2. Saterlandic (last remnant of East Frisian)
3. North Frisian
Low German varieties: (blue)
4. Westphalian
5. North Low German
6. Eastphalian (one yellow part inside is Erzgebirgisch in part of the Harz)
7. Mecklenburg-Pomeranian
8. Brandenburgish (the yellow part inside is Berlinian in Berlin)
9. Middle Pomeranian
10. Eastern Pomeranian
11. Low Prussian

Middle/Central German varieties: (yellow)
12. Ripuarian
13. Luxemburgish (closely related to Moselle Franconian, but different written standard)
14. Moselle Franconian
15. Rhine Franconian
16. Central Hessian
17. Northern Hessian
18. Eastern Hessian
19. Thuringian
20. Northern Upper Saxon
21. South Märkisch
22. Upper Saxon
23. Silesian
24. High Prussian
Note 1: The empty part in the middle of 20, 21, 22 and 23 is Sorbian, a Slavic variety.
Note 2: Transylvanian Saxon spoken in Transylvania (Romania) is missing on this map.

Upper German varieties: (ochre)
25. East Franconian
26. North Bavarian
27. Central Bavarian
28. South Bavarian
29. Swabian
30. Low Alemannic
31. Middle Alemannic
32. High Alemannic
33. Highest Alemannic German language pockets in Eastern and Southern Europe: (lilac)

Cp.:

Datum
Bron Eigen werk
Auteur Vlaemink

Licentie

Ik, de auteursrechthebbende van dit werk, maak het hierbij onder de volgende licentie beschikbaar:
w:nl:Creative Commons
naamsvermelding Gelijk delen
Dit bestand is gelicenseerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationaal licentie.
De gebruiker mag:
  • Delen – het werk kopiëren, verspreiden en doorgeven
  • Remixen – afgeleide werken maken
Onder de volgende voorwaarden:
  • naamsvermelding – U moet op een gepaste manier aan naamsvermelding doen, een link naar de licentie geven, en aangeven of er wijzigingen in het werk zijn aangebracht. U mag dit op elke redelijke manier doen, maar niet zodanig dat de indruk wordt gewekt dat de licentiegever instemt met uw werk of uw gebruik van zijn werk.
  • Gelijk delen – Als u het werk heeft geremixt, veranderd, of erop heeft voortgebouwd, moet u het gewijzigde materiaal verspreiden onder dezelfde licentie als het oorspronkelijke werk, of een daarmee compatibele licentie.

Bijschriften

Beschrijf in één regel wat dit bestand voorstelt
A map of the German dialect continuum around the year 1900.

Items getoond in dit bestand

beeldt af

image/png

Bestandsgeschiedenis

Klik op een datum/tijd om het bestand te zien zoals het destijds was.

Datum/tijdMiniatuurAfmetingenGebruikerOpmerking
huidige versie19 nov 2021 13:08Miniatuurafbeelding voor de versie van 19 nov 2021 13:083.048 × 3.044 (1,14 MB)VlaeminkUploaded own work with UploadWizard

Dit bestand wordt op de volgende 2 pagina's gebruikt:

Globaal bestandsgebruik

Metadata