Villa Tynlon en plaquette voor Valerius De SaedeleerValerius De Saedeleer(liggend) en Jules Gadeyne (1857-1936) (midden). Boven links: Alfons Wauters, leraar en gemeentesecretaris in Blankenberge.
Valerius De Saedeleer woonde van november 1895 tot oktober 1898 in Lissewege, in een boerderijtje langs de Ter Doeststraat. Van 1898 tot 1908 woonde hij in Sint-Martens-Latem. De Leiebocht daar is onderwerp van enkele van zijn schilderijen. Daarna verhuisde hij naar Tiegem waar hij tot de eerste wereldoorlog verbleef.
Het graf van De SaedeleerGedenkplaat geboortehuis De Saedeleer.Het graf van De Saedeleer, 2023.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij met zijn gezin en zijn vader naar Wales, samen met Gustave Van de Woestyne. In 1921 keerde hij terug naar Vlaanderen en betrok de villa Tynlon in Etikhove waar een kunstenaarskolonie met hem als centrale figuur was gevestigd. In 1937 verliet hij die woning om, tot zijn overlijden, bij zijn dochter in Leupegem (Oudenaarde) te gaan wonen. Hij is begraven op de stedelijke begraafplaats van Aalst.
De Saedeleer kreeg zijn eerste artistieke vorming aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten van Théodore-Joseph Canneel. Hij schilderde voornamelijk de Leiestreek en de Vlaamse Ardennen en was een van de belangrijkste figuren van de eerste groep van de Latemse School. Deze stroming wordt ook wel het "stedelijk of mystiek symbolisme" genoemd.
Aanvankelijk onderging hij de invloed van het werk van Franz Courtens. Men neemt algemeen aan dat zijn stijl veranderde na zijn bezoek in 1902 aan een tentoonstelling in Brugge van de Vlaamse Primitieven waardoor hij streefde naar ambachtelijke perfectie. De voorgrond van zijn landschappen werden minutieus uitgewerkt terwijl de weidse hemel zonder detail werd afgebeeld. Op die manier nam hij afstand van het impressionisme en schilderde hij bezielde, bijna mystieke landschappen, vaak met foto's als basis.[2]
Het Groeningemuseum bezit een schilderij van zijn hand, 'Entrée de village' dat hij heeft geschilderd in juni 1896, in opdracht van Louis Dhondt, secretaris-brouwer te Lissewege. Ook het Museum voor Schone Kunsten te Gent en het Museum Dhondt-Dhaenens bewaren doeken van De Saedeleer. In Lissewege werd er een pad en in Aalst en Gentbrugge een straat naar hem genoemd. 't Gasthuys - Stedelijk Museum Aalst heeft een omvangrijke collectie van Valerius De Saedeleer, waaronder Onweer boven Sint-Martens-Lathem, Zomer te Etikhoven en winter- en zomerlandschappen van de Vlaamse Ardennen. De volledige De Saedeleer-collectie in Aalst omvat 15 schilderijen, 3 tekeningen, een reeks etsen en brieven.
Standbeeld De Saedeleer op de vismarkt.De miniatuur versie van De Saedeleers standbeeld met in de achtergrond het uiteindelijke standbeeld.Er is een straat naar hem vernoemd in Aalst, de Valerius De Saedeleerstraat. Op de Vismarkt daar staat ook het standbeeld van Valerius. In Lissewege is er een pad naar hem vernoemd.
Het straatnaambord van de Valerius De Saedeleerstraat.