ABN AMRO Bank N.V.: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ABN AMRO Group werd op 18 december 2009 opgericht i.p.v. 1 april 2010 (dat was de datum van overname van ABN en Fortis door ABN AMRO Group)
Regel 188: Regel 188:
== Externe links ==
== Externe links ==
* {{nl}} [http://www.abnamro.com/nl/index.html Officiële website] van ABN AMRO
* {{nl}} [http://www.abnamro.com/nl/index.html Officiële website] van ABN AMRO
* {{In French}} Augustin Roch, [http://www.labourdonnaye.com/produit/43/9782824201597/Les%20hegde%20funds%20activistes%20%20acteurs%20politiques%20de%20la%20mondialisation%20financiere Les hedge funds activistes : acteurs politiques de la mondialisation financière], Éditions numériques La Bourdonnaye, 2013, 40 pages. Political economy analysis of hedge funds activism, targeting corporations from The Netherlands (ABN AMRO case, in 2007).


{{Appendix|alles}}
{{Appendix|alles}}

Versie van 28 feb 2013 16:04

ABN AMRO Group N.V.
Logo
ABN AMRO Bank N.V.
Motto of slagzin De bank anno nu
Oprichting 18 december 2009
Oprichter(s) Staat der Nederlanden
Eigenaar Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI)
Sleutelfiguren Gerrit Zalm, CEO
Hoofdkantoor Gustav Mahlerlaan 10
1082 PP Amsterdam
Werknemers 24.225 (2011)
Industrie financiële dienstverlening, bankwezen, financiën
Omzet/jaar 19.800.000.000 euro (2005) Bewerken op Wikidata
Winst/jaar €689 miljoen (2011)
Website ABN AMRO
Portaal  Portaalicoon   Economie

ABN AMRO Group N.V. is een Nederlandse bankgroep, opgericht tijdens de kredietcrisis door samenvoeging van de Nederlandse takken van het voormalige Fortis en ABN AMRO. In 2011 had de bank 6,8 miljoen klanten en 24.225 medewerkers. Voorzitter van de Raad van Bestuur is Gerrit Zalm. De Staat der Nederlanden is via de Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI) vrijwel volledig eigenaar van het bedrijf. De Nederlandse staat zal volgens de huidige plannen niet eerder dan in 2014[1] overgaan tot verkoop door middel van een beursgang.

Geschiedenis

Ontstaan

In 1824 richtte Koning Willem I bij Koninklijk Besluit de Nederlandsche Handelmaatschappij (NHM) op. De NHM fuseerde in 1964 met de Twentsche Bank tot de Algemene Bank Nederland (ABN). Eveneens in 1964 fuseerden de Amsterdamsche Bank (opgericht in 1871) en Rotterdamsche Bank (opgericht in 1863, een fusieproduct van onder andere Determeijer Weslingh & Zn. uit 1765) om de AMRO Bank te vormen. In 1991 ontstond ABN AMRO uit de fusie tussen de AMRO Bank en de ABN.

Vanaf 2000 maakte ook het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten deel uit van het concern. Ultimo 2005 heeft ABN AMRO de hypothekenportefeuille, bijna driekwart van Bouwfonds’ activa, bij zijn eigen hypotheken gevoegd. De rest ging in de verkoop; de divisies Projectontwikkeling en Asset Management gingen naar Rabobank; zij betaalde hiervoor € 845 miljoen[2]. De divisie Vastgoedfinanciering werd verkocht aan SNS Reaal voor € 840 miljoen. Bouwfonds is nog steeds de grootste woningontwikkelaar van Nederland en ontwikkelt onder andere grote delen van verschillende Vinex-wijken.

Overnamestrijd rond ABN AMRO

In 2007 en 2008 werd ABN AMRO eerst verkocht aan een consortium van drie niet-Nederlandse banken, namelijk: Fortis Bank, Royal Bank of Scotland (RBS) en Banco Santander waarvan twee (RBS en Fortis) vervolgens als gevolg van de kredietcrisis in de problemen kwamen, waarop Fortis vervolgens zelf het onderwerp van een overname werd en waarbij delen van Fortis (Fortis Bank Nederland) werden opgekocht door de Nederlandse staat.

Voorgeschiedenis

In 2004 heeft ABN AMRO zelf haar beschermingsconstructie afgebroken door het intrekken van de preferente aandelen. Het doel was zeer waarschijnlijk de koers van het aandeel hiermee te ondersteunen. Een hogere koers geeft meer kracht aan het bedrijf, maar het gebrek aan bescherming maakt het bedrijf tegelijkertijd een makkelijkere prooi.[3]

Openingszetten

In vergelijking met concurrenten (de peer group) had het aandeel ABN AMRO in de eerste jaren van de 21e eeuw weinig rendement laten zien. De hoofdoorzaak hiervan was het gebrek aan groei van de onderneming en het mislukken van de pogingen om de kosten terug te dringen. Het hedgefonds The Children's Investment (TCI) zette begin 2007 bestuursvoorzitter Rijkman Groenink onder druk om actie te ondernemen. De onsamenhangende strategie beschouwden zij en andere hedgefondsen (o.a. Tosca) als mislukt en het zou meer geld opbrengen de bank in losse delen te verkopen, zo meenden zij. De hedgefondsen noemden een overname door een bank die wél waarde wist te creëren als alternatief. Deze verklaringen kwamen in een periode dat ook beleggers geen synergie-effecten tussen de geografische thuismarkten van ABN AMRO ervoeren.

Op 19 maart 2007 werd via een gezamenlijk persbericht bekendgemaakt dat ABN AMRO gesprekken voerde met Barclays aangaande een mogelijke fusie van de twee grootbanken. Als gecombineerde bank zou zij zo na HSBC de tweede bank van Europa worden en de vijfde ter wereld.

Hedgefonds The Children's Investment eiste daarop dat naast Barclays ook andere partijen de gelegenheid moesten krijgen om een bod uit te brengen op de bank. Op 13 april 2007 maakten het Belgische Fortis, de Schotse Royal Bank of Scotland en de Spaanse Banco Santander bekend interesse te hebben in overname van ABN AMRO. De drie banken boden aan ABN AMRO te kopen en onderling te verdelen. Banco Santander was geïnteresseerd in de Braziliaanse en Italiaanse activiteiten van de bank, Fortis zou zich willen ontfermen over de Benelux en de Royal Bank of Scotland bood aan de Amerikaanse tak over te nemen.

Strijd

Barclays werd gesteund door onder meer de Spaanse bank Banco Bilbao Vizcaya Argentaria (BBVA), de Franse bank BNP Paribas en Bank of America. Op 23 april maakte Barclays bekend een bod van € 67 miljard te hebben uitgebracht op de aandelen ABN AMRO. Dit bod bestond uit aandelen Barclays: voor elk aandeel ABN AMRO bood Barclays 3,225 van zijn eigen aandelen. Het uitgebrachte bod lag onder de toenmalige beurskoers van ABN AMRO en beleggers hielden rekening met een hoger bod. De naam voor de voorgestelde combinatie tussen ABN AMRO en Barclays was Barclays Plc. Het hoofdkantoor voor bedrijfs- en consumentenbankieren zou in Amsterdam komen en dat voor zakenbankieren in Londen. Topman Rijkman Groenink zou de functie van commissaris krijgen.

Ten tijde van het bod van Barclays verkocht ABN AMRO zijn Amerikaanse poot LaSalle Bank aan de Bank of America voor $ 21 miljard, met het beding dat deze verkoop van LaSalle Bank ook door zou gaan indien de overnamepoging van Barclays zou mislukken. De Vereniging van Effectenbezitters had moeite met de manier waarop de verkoop van LaSalle Bank aan Bank of America was verlopen. De aandeelhouders hadden namelijk geen invloed gehad op deze grote transactie. Bovendien werd overige bieders die bijzondere interesse in deze Amerikaanse tak hadden de pas afgesneden.[4]

Op 25 april werd bekend dat het concurrerende consortium onder leiding van de Royal Bank of Scotland € 39 per aandeel ABN AMRO bood, waarmee het bod van Barclays ruim werd overtroefd. Het bod bestond voor 70% uit contant geld en voor 30% uit aandelen Royal Bank of Scotland.[5] Voorwaarde bij dat bod was echter dat de verkoop van LaSalle Bank aan Bank of America niet door zou gaan.

De Vereniging van Effectenbezitters leek met succes bezwaar gemaakt te hebben bij de ondernemingskamer tegen verkoop van de Amerikaanse dochter Bank LaSalle. De voorzitter van de ondernemingskamer Huub Willems oordeelde dat de verkoop voorgelegd had moeten worden aan de (Algemene vergadering van) aandeelhouders. Daarop bracht ook het consortium van banken een bod uit op LaSalle: op 6 mei boden de gezamenlijke banken $ 24,5 miljard op Bank LaSalle. Het bestuur van ABN AMRO vond echter het bod van Bank of America zekerder, en bleef bij zijn keuze. Er werd gevreesd voor grote schadeclaims, hetzij van de Bank of America als de verkoop niet door zou gaan, hetzij van boze aandeelhouders die vonden dat ABN AMRO Bank miljarden misliep door het bod van het consortium te negeren.

Op 26 juni adviseerde echter de advocaat-generaal, de adviseur van de Hoge Raad, om het besluit van de ondernemingskamer te vernietigen, en de Hoge Raad nam zijn advies over op 13 juli. De verkoop van LaSalle aan Bank of America kon dus gewoon doorgang vinden zonder goedkeuring van de aandeelhouders.

Overname ABN AMRO door het bankentrio

Het consortium van RBS, Fortis en Banco Santander, werkend onder de naam "RFS Holdings BV", maakte daarop bekend ABN AMRO ook zonder LaSalle over te willen nemen. Hun eindbod van € 38,40 (voornamelijk in contant geld), een paar euro per aandeel meer dan het eerdere bod van Barclays, maakte dat het trio de overnamestrijd won. De totale overnamesom kwam daarmee uit op ongeveer € 72 miljard. Op 10 oktober 2007 werd bekend dat het bod van het consortium gestand was gedaan. De notering van derivaten zoals opties op ABN AMRO werd gestaakt. De koers van het aandeel ABN AMRO zou voortaan afhankelijk van de koers van het aandeel Royal Bank of Scotland fluctueren.

Eind 2007 waren de drie aandeelhouders reeds begonnen met het opdelen van ABN AMRO. Voor € 24 miljard heeft Fortis de onderdelen Private Banking, Asset Management en de Business Unit Nederland overgenomen. De gehele separatie en integratie zou eind 2009 afgerond zijn. Fortis zou de naam ABN AMRO in Nederland voorlopig handhaven.

Op grond van de mededingingswetgeving is een deel van het concern afgesplitst onder de naam NEWbank. Dit deel zou door Deutsche Bank gekocht worden maar dit is ten tijde van de nationalisering door de Nederlandse Staat tegengehouden.[6] Later is de verkoop van NEWbank aan Deutsche Bank alsnog rondgekomen voor een bedrag van € 700 miljoen. Effectuering van de verkoop vond plaats in april 2010.

Kredietcrisis

Op 29 september 2008 meldde Fortis dat het haar deel van ABN AMRO Bank weer wil verkopen. Er werd echter geen koper gevonden.[7][8][9] Op 4 oktober 2008 maakte de Nederlandse regering bekend dat het alle Nederlandse onderdelen van Fortis, inclusief ABN AMRO, had overgenomen voor € 16,8 miljard. In dit pakket was ABN AMRO het grootste onderdeel. De regering kondigde ook aan dat ABN AMRO en het Nederlandse deel van Fortis Bank zouden worden geïntegreerd en op termijn zouden worden verkocht of naar de beurs gebracht.

Op 24 december 2008 droeg Fortis Bank Nederland de aandelen in RFS Holdings over de Nederlandse Staat. De Staat verving Fortis Bank Nederland als aandeelhouder in RFS. Ze verkreeg rechtstreeks zeggenschap over RFS, in plaats van zeggenschap via Fortis Bank Nederland. Hierdoor kwamen ABN AMRO en Fortis Bank Nederland juridisch weer los van elkaar te staan, alhoewel zij wel dezelfde aandeelhouder hadden. Door deze transactie leed Fortis Bank Nederland een boekhoudkundig verlies van € 24 miljard, het grootste verlies van een Nederlands bedrijf ooit.

ABN AMRO weer in Nederlandse handen

Op 29 september 2008 meldde Fortis, dat door de kredietcrisis in zwaar weer was gekomen, dat het haar aandeel in RFS Holdings zou verkopen. Alleen ABN AMRO Asset Management, dat in het tweede kwartaal van 2008 in Fortis Investments was geïntegreerd, werd behouden door Fortis,[10][11][7][8][12] dat daarop zelf onderdeel werd van BNP Paribas Fortis.

Kort daarna, op 3 oktober, verklaarde Fortis dat ze ook haar bedrijfsonderdelen Fortis Bank Nederland (Holding) N.V. (inclusief de participatie in RFS Holdings), Fortis Verzekeringen Nederland N.V. en Fortis Corporate Insurance N.V. verkocht aan de Nederlandse overheid voor een totaalbedrag van 16,8 miljard euro, waarbij de voormalige ABN AMRO-onderdelen het grootste onderdeel vormden.[13] Hierdoor werd de bank genationaliseerd. De Nederlandse overheid verklaarde vervolgens dat deze bedrijfsonderdelen zullen worden geïntegreerd in een nieuwe ABN AMRO Nederland en op termijn ofwel worden verkocht of naar de beurs worden gebracht.[14][15]

Splitsing van ABN AMRO

Op 9 april 2009 werd ABN AMRO II N.V. opgericht als dochter van ABN AMRO Holding en als zuster van ABN AMRO Bank. In deze vennootschap werden alle onderdelen ondergebracht die toebehoren aan de Nederlandse staat. Het gaat daarbij om ABN AMRO Nederland, ABN AMRO Private Banking en de International Diamond and Jewelry Group. De onderdelen die toebehoren aan de Royal Bank of Scotland bleven achter in ABN AMRO Bank. ABN AMRO II heeft sinds 13 januari 2010 de benodigde vergunningen voor het uitvoeren van een bankbedrijf.[16]

Op 6 februari 2010 was de boedelscheiding afgerond. De naam van ABN AMRO Bank N.V. werd gewijzigd in "The Royal Bank of Scotland N.V." en de naam van ABN AMRO II N.V. in "ABN AMRO Bank N.V." Beide bleven echter volle dochters van ABN AMRO Holding N.V.

Op 1 april 2010 werd ABN AMRO Bank N.V. (voorheen: ABN AMRO II N.V.) uit de ABN AMRO Holding gehaald en ondergebracht in de op 18 december 2009 door de staat opgerichte ABN AMRO Group. ABN AMRO Holding N.V. heeft haar naam gewijzigd in RBS Holdings N.V. Ook Fortis Bank (Nederland) N.V. werd ondergebracht in ABN AMRO Group N.V.

Op 1 juli 2010 fuseerden ABN AMRO Bank N.V. en Fortis Bank (Nederland) N.V., waarbij de laatstgenoemde onderneming werd opgeheven.

Op 29 september 2011 zijn de aandelen van ABN AMRO Group overgedragen aan de Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI). De Nederlandse staat behoudt als certificaathouder zijn economische rechten, maar legt een groot deel van de zeggenschapsrechten bij de stichting neer.

Buitenland

Verenigde Staten

De commerciële bankactiviteiten van ABN AMRO in de Verenigde Staten werd gevormd door een combinatie van de LaSalle Bank in Chicago, Illinois en de LaSalle Bank Midwest in Detroit, Michigan die gezamenlijk opereren onder de naam LaSalle Bank Corporation. LaSalle Bank Midwest is de voormalige Standard Federal Bank die in 2005 van naam veranderde. ABN AMRO bezat ook enkele jaren de ABN AMRO Mortgage Group, een van de grootste hypotheekverstrekkers in de Verenigde staten, maar verkocht dit bedrijfsonderdeel begin 2007 aan de Citigroup. LaSalle is in 2007 verkocht aan Bank of America.

Brazilië

ABN AMRO opereerde in Brazilië onder de naam Banco Real, een bank die in 1925 in Belo Horizonte onder de naam Banco da Lavoura de Mina Gerais werd opgericht. Na een lange periode van fusies en uitbreidingen in Brazilië ontstond in 1971 uiteindelijk de huidige Banco Real S.A. die zich in de volgende kwart eeuw uitbreidde met vestigingen in Zuid-, Midden- en Noord-Amerika. Begin 1998 gingen de Banco Real S.A. en de Banco ABN AMRO S.A. (de naam waaronder de Braziliaanse vestiging van de bank sinds 1917 opereerde) een strategische alliantie aan. Eind 1998 vond een uiteindelijke fusie van de beide banken plaats. Er ontstond een van de grootste spelers in de Zuid-Amerikaanse financiële markt die sindsdien al enige (kleine en grote) overnames heeft gedaan. Dit onderdeel is in 2007 naar Banco Santander gegaan.

Italië

Antonveneta

ABN AMRO opereerde sinds 2006 in Italië onder de naam Antonveneta, een coöperatieve bank die in 1996 ontstond uit de fusie van 2 volkskredietbanken (banchi popolari) en in 2002 een SpA werd. Het is qua grootte (vermogen) de achtste bank van Italië, met een hoofdkantoor in Padua en een sterke focus op de particuliere (retail)markt in Noord-Italië. Antonveneta heeft ca. 600 filialen en er werken ruim 10 000 medewerkers.

ABN AMRO-bank had reeds langere tijd een samenwerkingsverband met Antonveneta, maar eind 2005 is zij er in geslaagd Antonveneta over te nemen na een lange strijd vol schandalen. De bank heeft gestreden tegen rivaliserende banken als Banca Popolare Italiana. De gouverneur van de Italiaanse centrale bank, Antonio Fazio, heeft samengespannen met Italiaanse investeerders zoals Fiorani om de bank in Italiaanse handen te houden. Deze opzet is uitgelekt en in december 2005 is Fazio ten slotte opgestapt.

Begin 2006 bezat ABN AMRO ruim 80% van de aandelen Antonveneta en beëindigde de notering van laatstgenoemde op de beurs van Milaan. De overname door ABN AMRO wordt gezien als een doorbraak in het versnipperde Italiaanse bankenlandschap, waar buitenlandse banken altijd buiten de deur zijn gehouden. Na de overname hield ABN AMRO tevens een belang van ongeveer 8,6% in de Italiaanse bank Capitalia. Critici zagen de gang van ABN AMRO naar Italië echter als een noodgreep. Er zou weinig samenhang zijn tussen de buitenlandse activiteiten en de bank zou de kosten niet onder controle kunnen houden. Antonveneta is in 2007 naar Banco Santander gegaan, die het vrij snel doorverkocht aan de Italiaanse bank Monte dei Paschi di Siena.

Polen

De ABN AMRO Bank (Polska) SA was, van 1995 tot de overname van een consortium van banken; Royal Bank of Scotland, Banco Santander en Fortis in 2007, een commerciële bank het met hoofdkantoor in Warschau (Polen). De ABN AMRO opereerde via drie bedrijven:

  • ABN Amro Bank (Polen)
  • ABN Amro Corporate Finance (Polen)
  • ABN Amro Polish Financial Advisory Services

Er werkten ongeveer 300 mensen.

ABN AMRO destijds

Met wereldwijd meer dan 4500 vestigingen in 53 landen, ruim 110 000 medewerkers (FTE's), 4,5 miljoen rekeninghouders en een totale beurswaarde van circa € 56 miljard nam de bank in september 2006 in Europa de achtste plaats in. Het gezaghebbende blad The Banker plaatste de bank op de 15e plaats bij de grootste banken ter wereld.

ABN AMRO Bank richtte zich hoofdzakelijk op bankieren, vermogensbeheer, verzekeringen en leasing. Wanneer naar het kernvermogen gekeken wordt, was de ABN AMRO de achtste bank van Europa en de zeventiende van de wereld voor de opsplitsing in 2007. De bank was destijds werkgever voor 110 000 fulltime equivalent (fte) werknemers in haar 3000 vestigingen in bijna 60 landen en gebiedsdelen. De aandelen van de ABN AMRO Holding N.V. waren onder andere in Amsterdam genoteerd waar het aandeel deel uitmaakte van de AEX-index. In New York kon er via ADR's (certificaten) aan de New York Stock Exchange gehandeld worden in de aandelen ABN AMRO.

Kantoorgebouwen

ABN AMRO World HQ, Amsterdam
Foppingadreef 22, Amsterdam
Oval Tower, Amsterdam
IJsseltoren, Zwolle

Huidige gebouwen

Sinds de integratie heeft ABN AMRO nog 470 bankkantoren in Nederland[17]. Daarnaast bezit ABN AMRO ruim 1000 onbemande geldautomaten[18]. De gebouwen worden door een afdeling van de bank zelf beheerd.

Amsterdam: Gustav Mahlerlaan

Zie ABN AMRO-hoofdkantoor voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tegenwoordig is het hoofdkantoor van ABN AMRO in Amsterdam aan de Gustav Mahlerlaan gevestigd. Het kantoor is met 105 meter hoogte het op één na hoogste gebouw op de Zuidas. Dat ABN AMRO zich hier vestigde, was een van de aanleidingen voor de ontwikkeling van de Zuidas tot kantorenlocatie.

Amsterdam: Foppingadreef

Het pand Foppingadreef 22, gelegen in Amsterdam Zuidoost (aan de spoorlijn Amsterdam-Utrecht), is met zijn 56 792 m² (VVO) het op één na grootste kantoorgebouw van ABN AMRO. Het stamt uit 1985 en er zijn naast de directie van de Business Unit Nederland vele andere bedrijfsonderdelen ondergebracht. Het pand valt vooral op door de witte betegeling aan de buitenkant. Het ontwerp is gebaseerd op een synthese van functionaliteit aan leefbaarheid. Dat leidde tot een clustervormig gebouw met ypsilonvormige etages. Alle drie de Y's vertrekken vanuit een centrale kern.

Naast Foppingadreef 22 is het "noodgebouw" Foppingadreef 26 gelegen. Het is opgeleverd in 1999 en is met een vloeroppervlak van 10.294 m² (VVO) het grootste demontabele kantoorgebouw van Europa. Het telt vier bouwlagen.

Voormalige gebouwen

Amsterdam: Vijzelstraat

Het hoofdkantoor van de ABN Bank heeft lange tijd in de stad gelegen. Het markante complex van de vermaarde architect Karel de Bazel aan de Vijzelstraat oogde niet alleen als solide en degelijk bouwwerk, maar was dit ook. Dikke natuurstenen muren en van fraai traliewerk voorziene ramen konden maar één ding duidelijk maken: hier zetelt de directie van 's lands grootste bank: de ABN Bank. In de vitrines aan de Vijzelstraat waren verschillende kunstwerken tentoongesteld door de ABN. Het gebouw huisvest thans het gemeentearchief van de stad Amsterdam.

Amsterdam: Oval Tower

Zie Oval Tower voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Oval Tower (genoemd naar zijn ovale vorm) bevindt zich in het ArenA Boulevardgebied in Amsterdam Zuidoost. Het gebouw is 100 meter hoog, telt 27 verdiepingen, heeft een vloeroppervlakte (VVO) van 24 515 m² en is door ABN AMRO in 2001 in zijn geheel gehuurd voor een periode van 10 jaar. Er zijn meerdere business-units gehuisvest. Het gebouw is inmiddels niet meer in gebruik bij ABN AMRO maar fungeert thans als hoofdzetel van Deutsche Bank in Nederland.

Rotterdam: Coolsingel

Het kantoor aan de Coolsingel 119 in Rotterdam is eigendom van ABN AMRO en bestaat uit twee gedeelten. Met de bouw van de laagbouw met het markante koperen dak, het hoofdkantoor van de voormalige Rotterdamsche Bank, werd al in 1941 begonnen (het oorspronkelijke kantoor aan de Boompjes was tijdens het bombardement op Rotterdam verwoest). In 1942 legde een algemene bouwstop de activiteiten stil en pas in 1948 werd het gebouw, zoals het er nu staat, voltooid. De moderne hoogbouw stamt uit begin jaren '70. Beide gedeelten zijn samen 27 669 m² groot (VVO). Het gebouw huisvest meerdere business-units en bevat tevens een bankshop en een inpandige parkeergarage.

Zwolle: IJsseltoren

Zie IJsseltoren voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In juni 2006 heeft ABN AMRO de IJsseltoren in Zwolle in gebruik genomen. Er zijn meerdere business-units gehuisvest en het is mede het nieuwe hoofdkantoor van ABN AMRO Verzekeringen (een joint venture van ABN AMRO en Delta Lloyd). De IJsseltoren bestaat uit 22 bouwlagen, is 96 meter hoog en staat tegenover de oude vestiging aan de andere kant van de A28.

Duurzaamheid

Over de duurzaamheid van de ABN AMRO lopen de meningen uiteen. Enerzijds doet de bank mee aan projecten die duurzaamheid bevorderen, anderzijds wordt de bank ervan beschuldigd ook in klimaatonvriendelijke projecten te investeren.

De bank is een van de initiatiefnemers van vrijwillig duurzaam financieren van eigen projecten van banken in ontwikkelingslanden. Een omstreden mijnbouwproject in Papoea-Nieuw-Guinea en de publiciteit[19] daarover waren voor de bank aanleiding voor het opstellen van de ‘Equator Principles’.[20] ABN AMRO scoorde in 2006 het hoogst in duurzaamheid onder AEX-bedrijven[21] volgens onderzoek van 'Dutch Sustainability Research'.[22] Verder staat ABN AMRO in de 'The Global 100 Most Sustainable (duurzame) Corporations in the World 2007'.[23] Twee andere Nederlandse bedrijven zijn daarin opgenomen: ING en Philips, voor België alleen Dexia. In 2007 werd ABN AMRO samen met vier andere banken waaronder Barclays door The Financial Times en IFC Today genomineerd als 'Sustainable Bank of the Year'.

Dit alles gaat echter wat betreft klimaatverandering alleen over de bedrijfsvoering van de bank. Een bank heeft echter ook invloed via de manier waarop ze het geld dat ze beheert investeert. Van het geld dat de bank steekt in energiebronnen gaat 97% naar fossiele brandstoffen. Zo wordt bijvoorbeeld de recente investering van een half miljard euro in de oliepijpleiding Sachalin II bekritiseerd.[24] Milieudefensie heeft een inventarisatie[25] gemaakt van de klimaatvriendelijkheid van alle Nederlandse banken en kwam tot de conclusie dat ABN AMRO zelfs de minst klimaatvriendelijke bank van Nederland is.[26]

Publiciteit over ABN AMRO

Positieve publiciteit

Negatieve publiciteit

  • In 2000 raakte ABN AMRO in opspraak door de beursgang van World Online waarbij duizenden beleggers gedupeerd werden. In 2007 oordeelde het gerechtshof in Amsterdam in hoger beroep dat de bank onrechtmatig gehandeld had.
  • ABN AMRO heeft besloten te investeren in de geplande Bakoe-Tbilisi-Ceyhanpijpleiding, die ruwe olie moet gaan vervoeren van de Kaspische Zee bij Azerbeidzjan via Georgië naar de zuidkust van Turkije aan de Middellandse Zee. Deze pijpleiding heeft protest uitgelokt van lokale en internationale NGO's.[27]
  • Van 2001 tot 2 februari 2004 was ABN AMRO deels eigenaar van de Britse clusterbommenfabrikant INSYS; na protesten trok de bank zich terug [28]
  • In 2005 kreeg ABN AMRO van de Amerikaanse toezichthouder een boete van 66,5 miljoen dollar en tot nader order een verbod op grote Amerikaanse overnames wegens overtreding van anti-witwasregels en ontduiking van sancties tegen Iran en Libië.[29]
  • In 2010 kregen tien topmanagers van de bank na gerechtelijke uitspraken alsnog in totaal 20,4 miljoen euro aan ontslagvergoedingen en bonussen.[30]
  • In 2011 had niet alleen de bevolking genoeg van de buitensporige bonussen bij de ABN AMRO Bank en andere banken, maar het kabinet vond het welletjes. De Kamer eiste op initiatief van de PVV dat bonussen bij gesteunde banken met terugwerkende kracht tot 2008 100 procent zouden worden belast, maar dat bleek (uiteraard) juridisch niet mogelijk te zijn omdat wetgeving niet met terugwerkende kracht rechten van mensen kan afnemen. Het kabinet zag dus geen mogelijkheden om bonussen bij ABN AMRO en andere staatsgesteunde banken terug te halen. Wel hoopte minister Jan Kees de Jager (Financiën) met twee aangekondigde maatregelen de Tweede Kamer tegemoet te komen in de ergernis over de bonuscultuur bij de banken [31].
  • Op 16 november 2011 kwam ABN AMRO negatief in het nieuws omdat door een storing bij Equens bij plm. 250.000 klanten pinbedragen dubbel werden afgeschreven. Toen ABN AMRO dit geld op zaterdag 19 november wilde terugstorten hebben ook mensen bij wie geen dubbele bedragen waren afgeschreven, geld op hun rekening gestort gekregen. Deze fout is in de week erop volgens een woordvoerder hersteld.[32]

Kunstcollectie

Voor meer informatie zie: Stichting ABN AMRO Kunstverzameling

ABN AMRO bezit een grote collectie beeldende kunst. Wat begon met het aankopen van kunstwerken ter verfraaiing van de werkplekken leidde uiteindelijk (in de loop van ca. 25 jaar) tot de grootste kunstverzameling in Nederland buiten museaal of overheidsbezit. Ook reikte ABN AMRO tussen 2004 en 2007 jaarlijks de ABN AMRO Kunstprijs uit, een aanmoedigingsprijs voor buitenlandse kunstenaars die een band met Nederland hadden.

Kort voor de overname van ABN AMRO door het bankentrio in 2007 werd het eigendom van de kunstcollectie overgedragen aan de Stichting ABN AMRO Kunstverzameling, waarmee voorkomen werd dat een van de bekendste bedrijfscollecties van Nederland zou worden opgesplitst of verkocht. Critici spraken van "dre grootste kunstroof van de eeuw".[33]

Door de fusie tussen ABN AMRO en Fortis Bank Nederland in 2010 zijn de kunstcollecties van beide banken samengevoegd onder een nieuwe stichting, de Stichting Kunst en Historisch Bezit ABN AMRO, en is de kunstcollectie van ABN AMRO nog verder uitgebreid.[34]

Externe links

Zie de categorie ABN AMRO van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.