Lijst van abdissen van Rijnsburg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Abdissen van Rijnsburg)

De abdij van Rijnsburg was een nonnenklooster dat in 1133 werd gesticht door gravin Petronilla van Saksen, weduwe van graaf Floris II van Holland. Het was een benedictinessenklooster, waarvan de liturgische gebruiken sterke overeenkomsten vertonen met die van de zogenaamde Germaanse liturgie ('groupe Germanique', Rheinau 28).[1] Het klooster werd in 1574 verwoest, waarna de nonnen naar Leiden verhuisden.

Volgnr. Periode Naam Bijzonderheden
1. -1178 Cunissa Ook: Kunissa, Cunera; Zuster van de graaf vander Biegte (Frederik van Bichle); volgens Gouthoeven overleden in 1178, volgens van Buchel in 1169.
2. -1187 Bonifacia Ook: Bonifatia
3. 1212 Sofia van Holland dochter van graaf Dirk VI. Volgens van Buchel deed zij afstand ten behoeve van haar nicht Agnes van Holland en leefde ze nog in 1211.
4. -1228 Agnes van Holland dochter van graaf Floris III; overlijdensdatum: 27 augustus 1228.
5. Alijd van Wassenaar Ook: Aleid van Wassenaar
6. Alijd van Deventer Ook: Aleid van Deventer
7. 1233 Ertiesse Ook: Ermessa, leefde in 1233
8. ca. 1239-1257 Ada van Holland dochter van graaf Willem I van Holland; overlijdensdatum: 27 juni 1257.
9. 1257-1274 Clarissa van Noordwijk = Clara van Noordwijk, dochter van Willem van Noordwijk, schoonzuster van abt Nicolaas van Sassenheim, moeder van Arend van Sassenheim, pastoor te Haarlem, stichteres van de abdij Leeuwenhorst in Noordwijkerhout
10. 1274-1286 Alijd Ook: Aleid; ook: 1274-1287
11. 1298 Jutte van Deventer nicht van graaf Jan I; genoemd in een akte van 1298
12. -1316 Elisabeth van Wieldregt Uit het Huis van de Oude Heren van Strijen en Zevenbergen
13. -1316 Ada van Teilingen Volgens van Buchel overleed Ada Simonsdr van Teilingen eveneens in 1316.
14. -1316 Ada van Leiden dochter van Dirk, burggraaf van Leiden, overleed in 1316.
14a. 1316- na 1325 Clarissa van Velsen dochter van Gerard van Velsen en Hildegond. Willem III bezocht in 1325 het klooster van Rijnsburg en deed aan de abdis Clarissa de toezegging van een jaarlijks bedrag van 10 pond 'zolang hij ongehuwd zou blijven' (bron: Schotel 1851)
15. -1329 Mabilia van Wassenaar Ook Mabelia, Mabel van Wassenaar; overlijdensdatum: 6 boktober 1329. Volgens Procurator overleed ze in 1326.
16. -1349 Machteld van Duivenvoorde Ook: Magtild van Duivenvoorde; overlijdensdatum: 21 mei 1349 (Hemelvaartsdag).
17. -1358 Margareta van Langerak Ook: Margarete van Langerak; overlijdensdatum: 4 maart 1358.
18. 1364 Clarissa van Schengen Ook: Klarissa van Schengen; leefde in 1364.
19. 1391 Agnes van Horne Ook: Agnes van Heurn; Volgens van Buchel overleden in 1392.
20. 1397 Sophia van Drongelen Ook: Sofia van Drongelen
21. -1408 Catharina van Reimerswaal Afgezet; Ook: Katarina van Romerswaal
22. 1411 Margarite van Buren Vermeld in 1408 en 1411.
23. -1432 Klementina vander Horst
24. -1441 Baarte van Langerak
25. -1452 Margaretha van Oostende
26. -1470 Margaretha van Bruëlis
27. 1494 Elisabeth van Matenesse Ook: Elisabet. Van Buchel vermeldt de tekst op haar grafzerk: 'Elisabeth van Mathenesse, abdis van dit klooster, hier begraven 4 november 1494'.
28. -1529 Beatrijs van Rommerswaal
29. -1535 Adriana van Botlant
30. -1552 Maria Schenck van Toutenburg, zuster van de Bisschop van Utrecht.
31. 1553 -1568 Elburg van den Boetzelaer
32. 1568-1603 Stefana van Rossum Dochter van Jan van Rossum, de broer van Maarten van Rossum. Vertrekt met de zusters naar Leiden.
33. 1603-1620 Anna van Berchem Volgens Hüffer de laatste abdis, formeel Vrouwe van Rijnsburg. In die hoedanigheid beriep zij de protestantse (!) predikant van Boskoop in 1612.

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. A.M.J. Zijlstra, 'Egmond revisited. Swiss elements in Dutch Chant Manuscripts' Tijdschrift van de Koninklijke Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis XLV (1995): 3-17

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Wouter van Gouthoeven, D'oude chronijcke ende historien van Holland (Den Haag, 1636).
  • Adriaan Pars, "Rijnsburgse Oudheden", in: Catti aborigines Batavorum (Leiden, 1697).
  • G.D.J. Schotel, Abdij van Rijnsburg ('s-Hertogenbosch: Gebr. Mueller, 1851).
  • Maria Hüffer, De adellijke vrouwenabdij van Rijnsburg. 1133-1574 (Nijmegen en Utrecht, 1922).

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]