Witstreepblauwtje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Agrodiaetus damon)
Witstreepblauwtje
Witstreepblauwtje
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Lycaenidae (Kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes)
Onderfamilie:Polyommatinae
Geslacht:Polyommatus
Soort
Polyommatus damon
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Originele combinatie
Papilio damon
Witstreepblauwtje
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Witstreepblauwtje op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Het witstreepblauwtje (Polyommatus damon) is een vlinder uit de familie Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De vleugellengte bedraagt 20-34mm. Het is een zeer kleine vlinder in vergelijking met andere soorten blauwtjs. Het geslacht is te zien aan de kleur van de ondervleugels. De vrouwtjes hebben een oker-bruine kleur. De mannetjes hebben een blauw-grijze kleur.

Op de vleugels zijn zwarte stippen met een lichte rand er rond te zien. Op de ondervleugel loopt er een witte streep vanaf het middenlijf tot bijna tegen de rand, de streep gaat doorheen de 3de stip van onder geteld.

Er is een lichte schijn te zien op de vleugels dicht bij het middenlijf, dat oveigens sterk behaard is samen met de uiteindes van de vleugels. De bovenkant van de vleugels heeft oftewel een bruine kleur of een blauwe schijnende kleur. Bij de mannetjes is dit blauw, bij de vrouwtjes bruin.

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

De waardplant van de vlinder, die als leefgebied droog grasland en kalkbodems heeft, zijn planten uit het geslacht Onobrychis. Het witstreepblauwtje komt voor in Centraal-Europa en gematigde delen van Azië. De enige generatie per jaar vliegt van juni tot en met augustus. De vlieghoogte loopt van 990 tot 2100 meter.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

De eitjes worden gelegd op waardplanten van het geslacht Onobrychis en de bloem Medicago falcata. Net zoals het gentiaanblauwtj zullen hier de rupsen worden grootgebracht door mieren (Lasius niger, Lasius alienus, Formica pratensis).

De soort vliegt van juni tot september. De gevonden vlinders ligt het hoogte in juli. De soort is vrij wisselvallig, Het ene jaar kunnen er veel van zijn terwijl het volgende jaar de soort bijna niet te vinden is.

Habitat[bewerken | brontekst bewerken]

Dit type habitat is een soort Europese savenne. Vee houdt hier de vegetatie kort zodat de vlinders en de mieren in symbiose kunnen samenleven. Ondertussen verschralen ze ook de graslanden waardoor er een grotere diversiteit aan kruidachtigen zal voorkomen en er geen successie zal optreden.

Ondersoorten[bewerken | brontekst bewerken]

  • Polyommatus damon damon
  • Polyommatus damon kotshubeji (Sovinsky, 1915)
  • Polyommatus damon merzbacheri (Courvoisier, 1913)
  • Polyommatus damon mongolensis (Koçak, 1980)
    • = Lycaena damone mongolica Kurenzov, 1970 (bezet door Lycaena argus mongolica Rühl, 1893)
    • = Agrodiaetus damon mongolica Forster, 1971
  • Polyommatus damon noguerae (De Sagarra, 1924)
  • Polyommatus damon zhicharevi (Sovinsky, 1915)

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

Beck, A. (2021). Een vergelijkende studie van de levenswijze en verspreiding van de zomerse Lepidoptera in Spanje en België. p. 210–212.

Lafranchis, T. (2009). Dagvlinders van Europa. KNNV.

Wynhoff, I., Swaay, C., Veling, K., & Vliegenthart, A. (2008). Nieuwe veldgids dagvlinders (2de ed.). Van Haren Publishing.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]