Air norvégien

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Air norvégien
Componist Johan Halvorsen
Soort compositie air
Gecomponeerd voor viool/piano
viool/orkest
Opusnummer 7
Andere aanduiding werk 30
Première a. 14 maart 1897
b. voorjaar 1903
Opgedragen aan Johannes Wolff
Duur 8 minuten
Vorige werk werk 29: Noorse dansen nrs. 1 en 2
Volgende werk werk 31: Crépuscule en élégie
Oeuvre Oeuvre van Johan Halvorsen
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

Air norvégien, ook wel aangeduid met Air norvégienne, is een compositie van Johan Halvorsen.

Het origineel is geschreven voor viool en piano onder de titel Rapsodie voor viool en piano. Al eerder had het een titel in Noorse rapsodie (Norsk Rapsodie nr. 1). Toen het werk werd uitgegeven, wijzigde Halvorsen de titel. In 1903 schreef de componist zelf een arrangement voor viool en orkest. Halvorsen was zelf een begenadigd violist en hij schreef dus een vrij virtuoos werk voor hemzelf in de traditie van Ole Bull, ook zelf violist/componist. Op 14 maart 1897 stond Halvorsen zelf op het podium om het voor het eerst uit te voeren met Sigurd Lie achter de piano. Op diezelfde avond ging ook Noorse dansen nrs. 1 en 2 in première. Het air grijpt terug op de Noorse volksmuziek. Met St Thomas-klukkelåten (Klokgelui van St Thomas) en een hulderlok (hulder betekent heks). Het middenstuk grijpt terug op Åsmund Fraegdegjaeva, een volksliedje uit Telemark. Het slot wordt gevormd door een bewerking van de halling Underjordisk musikk uit 1695. Edvard Grieg was meteen verzot op het werkje.

De violist Johannes Wolff speelde het Air norvégien regelmatig in de jaren rond de eeuwwisseling. Hij speelde de versie voor orkest uit 1903 waarschijnlijk voor het eerst in dat jaar in Londen.

De rapsodie kent een aantal tempo-aanduidingen: Allegro moderato (pastorale) – AndanteAllegretto – Andante – piu mosso – Andante sostenuto - piu mosso – Allegretto – piu mosso – pesante – Allegro – Lento – Allegro molto.

De orkestversie is geschreven voor:

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]