Akker van basenarme gronden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Akker van basenarme gronden is een natuurdoeltype dat voorkomt in het heuvelland, de hogere zandgronden en in het rivierengebied. Het natuurdoeltype bestaat voornamelijk uit kruidachtige pioniersvegetatie die dan al wel niet tussen de gewassen op een akker staat of in de akkerranden. Het natuurdoeltype vergt een vochtige tot matig droge bodem met een zeer diepe grondwaterstand. De vegetatie wordt gevoed door regenwater of grondwater en overstroomt zelden tot nooit. De bodem is matig tot zwak zuur en is zwak tot matig eutroof. Het natuurdoeltype komt in de meeste gevallen voor op enkeerdgronden, laarpodzolgronden, leemarme zandgronden, radebrikgronden en op tuineerdgronden. Een van de doelsoorten voor dit natuurdoeltype is de korenwolf. Het natuurdoeltype heeft een oppervlakte van minstens 15 hectare nodig om in stand te blijven.

Plantengemeenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Binnen het natuurdoeltype akker van basenarme gronden'rivierduin en -strand duin kunnen meerdere plantengemeenschappen voorkomen. Deze plantengemeenschappen hoeven niet allemaal voor te komen om het natuurdoeltype te bereiken.

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam
Associatie van dwergbloem en hauwmos Centunculo-Anthocerotetum punctati
Associatie van korrelganzenvoet en stijve klaverzuring Chenopodio-Oxalidetum fontanae
Korensla-associatie Sclerantho annui-Arnoseridetum
Associatie van ruige klaproos Papaveretum argemones
Associatie van gele ganzenbloem Spergulo arvensis-Chrysanthemetum
Hanenpoot-associatie Echinochloo-Setarietum
Rompgemeenschap met echte kamille en gewone spurrie van het windhalm-verbond -
Rompgemeenschap met dauwnetel van de orde van gewone spurrie -
Rompgemeenschap met eenjarige hardbloem van de orde van gewone spurrie -
Rompgemeenschap met smalle wikke en ringelwikke van het windhalm-verbond -

Subtype[bewerken | brontekst bewerken]

Akker van basenarme gronden kan onderverdeeld worden in de subtype wintergraanakker van basenarme gronden en Zomergraan- en hakvruchtakker van basenarme gronden. De subtype verschillen voornamelijk qua biodiversiteit van elkaar en nauwelijks qua fysische gesteldheid.