Altaiet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Altaiet
Altaiet uit Mexico
Mineraal
Chemische formule PbTe
Kleur Tinwit tot geel
Streepkleur Zwart
Hardheid 2,5 - 3
Gemiddelde dichtheid 8,16 g/cm³
Glans Metallisch
Opaciteit Opaak
Breuk Conchoïdaal (schelpvormig)
Splijting [001] perfect; [010] perfect; [100] perfect
Habitus Massief
Kristaloptiek
Kristalstelsel Kubisch
Ruimtegroep F m3m
Eenheidscel a = 6,44 Å
Overige eigenschappen
Radioactiviteit geen
Magnetisme geen
Lijst van mineralen
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

Het mineraal altaiet is een lood-telluride met de chemische formule PbTe. Het wordt ook wel, analoog aan de samenstelling, telluurlood genoemd. Volgens de chemische nomenclatuurregels zou de verbinding lood(II)telluride genoemd moeten worden.

Naamgeving en ontdekking[bewerken | brontekst bewerken]

De naam is afkomstig van de oorspronkelijke vindplaats: het Altajgebergte in Centraal-Azië. Het mineraal werd in 1845 ontdekt.

Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Het tinwitte tot gelige altaiet heeft een kubisch kristalstelsel. Het komt voor als massieve, euhedrale kristallen. De kubische splijting is perfect en het breukvlak vrijwel schelpvormig (conchoïdaal). De hardheid is 2,5 tot 3 op de schaal van Mohs en de relatieve dichtheid bedraagt 8,16 g/cm³.

Het mineraal is noch magnetisch, noch radioactief.

Ontstaan en herkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Altaiet komt voor in aders met gedegen goud, telluur, andere telluriden en sulfiden, kwarts en dergelijke meer. Het is economisch meestal niet van belang, daar het in de regel slechts in geringe hoeveelheden voorkomt.

Het mineraal wordt op enkele plaatsen ter wereld gevonden:

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]