Bake (toponiem)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Bake is een toponiem dat onder meer in het zuiden van Nederland voorkomt. Twee verklaringen voor het toponiem komen voor in het wetenschappelijk debat, namelijk varken en rug, welving.

Varken[bewerken | brontekst bewerken]

Een bake (baken, of bagge) was een varken, varkens, die vanwege het voedsel, eikels en beukennootjes, in bossen werden gehoed of gehouden, waarschijnlijk in de nabijheid van vermogende lieden.[bron?] Omdat de bomen in zo'n bakenbos (eik en beuk) geen overstromingen verdragen, en varkens het liefst daarbij ook nog in de modder baggeren, is het waarschijnlijk dat deze bossen op een verhoging lagen in de nabijheid van water. Het toponiem bake- komt haast alleen voor in samenstelling met bos (Bakenbos).[bron?] In de plaats Bakel, waarvan de oudste notatie (8e eeuw) Baclaos en Bagolos(o) is, wordt bos (=loo) 1x en in Bakelbos 2x genoemd. In de buurt van het Limburgse Beesel vinden we vlak bij elkaar de veldwegen Varkensheideweg en Bakheide.

Het toponiem wordt gevonden in Zuid Nederland en België, hetgeen consistent is met het de geografische spreiding van de achternaam (Van de) Biggelaar in Noord-Brabant, en het overwegend voorkomen van de achternaam Van Bakel of Verbakel in deze provincie. Volgens de historicus J.G. Kikkert werden Deze Brabanders, door Caesar enigszins denigrerend (al) aangeduid als 'varkensmesters'.[1] Het woord baken treft men nog in een middeleeuws gedicht uit West-Brabant: Deensche baken, deensche ulecken, Die harde dicke waren van specken, Rentvleesch ende scapen, mede, Dat herde wit was in den snede. [bron?]

In jagerskringen noemt men de biggetjes van het wild zwijn vaak Baggen. In het Duits is Bagge een zeug, terwijl men in het Oud Hoogduitse woordenboek "baco* 6?, bacho*, lat.-ahd.?, M.: nhd. Schinken; ne. bacon" vindt. Dit is het Engelse (pig) bacon, het Nederlandse big welk vandaag nog in Zuidoost-Brabant wordt uitgesproken als 'nen baag'. De jongen van een das (een dier dat qua bouw veel op een varkentje lijkt) heten in het Engels baggins.

Zuid-Nederland, voormalige aanwezigheid van eiken- beukenbossen, in de nabijheid van een (versterkte) nederzetting voor verificatie van dit toponiem dienen 'varkenstanden' gevonden te worden op de locatie.[bron?]

Rug, welving[bewerken | brontekst bewerken]

De verklaring varken voor het toponiem Bakel is niet de enig bekende verklaring. De plaatsnaam Bakel wordt ook wel verklaard als open bos, gelegen op een hoogte, afgeleid uit lo (open bos) en *baka (rug, welving, hoogte).[2]

Plaatsen[bewerken | brontekst bewerken]

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]

  • baken GESCHIEDKUNDIG MENGELWERK dl 2 1841 G. R. Hermans (pagina 218: Legende van het Heilig Kruis te Breda: Hier vint men bescreven, hoe't heylige Cruys quam tot Breda, onbekende auteur, middeleeuwen)

  • bacon Köbler, Gerhard, Althochdeutsches Wörterbuch, pagina 105

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]