Barbours' kikker

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Barbourula busuangensis)
Barbours' kikker
IUCN-status: Gevoelig[1] (2017)
Barbours' kikker
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Amfibia (Amfibieën)
Orde:Anura (Kikkers)
Onderorde:Archaeobatrachia
Clade:Costata
Familie:Bombinatoridae
Geslacht:Barbourula
Soort
Barbourula busuangensis
Taylor & Noble, 1924
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Barbours' kikker op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Barbours' kikker[2] (Barbourula busuangensis) is een kikker die behoort tot de familie Bombinatoridae en alleen voorkomt op de Filipijnse eilanden Palawan en Busuanga. De wetenschappelijke naam van de soort werd beschreven door Edward Harrison Taylor en Gladwyn Kingsley Noble in 1924.[3]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De totale lichaamslengte bedraagt 7 tot 10 centimeter, de kikker heeft een stevig en gedrongen lijf.[4] De kleur is grijsbruin met een vlekkerige tekening. De twee Barbourula-soorten (De andere soort is Barbourula kalimantanensis) behoren weliswaar tot de vuurbuikpadden, maar hebben geen felle buikkleuren. De vingers en tenen aan de dikke ledematen zijn voorzien van zwemvliezen. Een uitwendig trommelvlies ontbreekt.

Bij de meeste kikkers hebben de mannetjes een kwaakblaas en ontwikkelen zogenaamde copulatieborstels in de paartijd. Bij Barbours' kikker komen dergelijke lichaamsdelen niet voor.

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

Barbours' kikker komt endemisch voor op de Filipijnse eilanden Palawan en Busuanga. De kikker komt voor in schone, koude riviertjes en beekjes in oerwouden op een hoogte van zo'n 150 tot 300 meter boven zeeniveau. Overdag zijn volwassen exemplaren vaak te vinden in rotsspleten of onder grote keien, 's nachts komen ze tevoorschijn. Juveniele exemplaren bevinden zich meestal in het water.

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

Het voedsel bestaat uit ongewervelden. Vrouwtjes ontwikkelen maar enkele eitjes die geen pigment hebben en relatief groot worden. Vermoedelijk ondergaan de larven de metamorfose al in het ei. Zeker is dit niet; de soort heeft zich in gevangenschap nog niet voortgeplant. Mijnbouw, landbouw en het verzamelen van exemplaren voor de handel in exotische dieren zijn de belangrijkste bedreigingen.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Alcala A.C., Brown, W.C., (1998) Philippine Amphibians: an illustrated Field Guide, Bookmark inc, Makati City.

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]