Begrensde operator

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

In de wiskunde is een begrensde operator een lineaire afbeelding tussen genormeerde vectorruimten waarvan de operatornorm eindig is. Onder een begrensde operator is het beeld van een begrensde verzameling weer begrensd. Voor lineaire operatoren is begrensdheid equivalent met continuïteit.

Definitie[bewerken | brontekst bewerken]

Een lineaire afbeelding tussen de genormeerde vectorruimten en heet een begrensde operator als de operatornorm van eindig is:

Voor een begrensde operator is voor alle :

Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Een begrensde operator is continu. Voor alle geldt immers:

Omgekeerd geldt voor een continue operator dat er een is, waarvoor voor alle met .

Dan is voor :

en dus is begrensd, aangezien;

Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

Een lineaire operator tussen eindigdimendionale vectorruimten en is begrensd.

De differentiaaloperator voor de differentieerbare functies op het interval is niet begrensd onder de supremumnorn . Er geldt namelijk

, maar

Structuren[bewerken | brontekst bewerken]

De begrensde lineaire operatoren tussen twee genormeerde vectorruimten en vormen opnieuw een genormeerde vectorruimte met als norm de operatornorm.

Als de doelruimte met betrekking tot haar norm volledig is (t.t.z. een Banachruimte), dan is volledig met betrekking tot the operatornorm.

De samenstelling van twee begrensde operatoren en is opnieuw een begrensde operator en zijn operatornorm is niet groter dan het product van de afzonderlijke normen:

In het bijzonder is de samenstelling van begrensde operatoren een continue functie

Als een Banachruimte is, dan vormt de ruimte , met de optelling en samenstelling van operatoren en de operatornorm, het canonieke voorbeeld van een (niet noodzakelijk commutatieve) Banach-algebra met als eenheidselement de identieke transformatie van