Prinsbisdom Ösel-Wiek

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Bisdom Ösel-Wiek)
Ecclesia osiliensis
Bisdom Ösel-Wiek
Saare-Lääne piiskopkond
Kerkelijke staat onder de Heilige Stoel te Rome
1228 – 1560 Koninkrijk Denemarken en Noorwegen 
Hertogdom Lijfland 
Kaart
■ Ösel-Wiek
 Ösel-Wiek
Algemene gegevens
Hoofdstad Hapsal
Talen Estisch, Nederduits
Regering
Regeringsvorm Theocratie
Staatshoofd Bisschop

Het bisdom Ösel-Wiek (Estisch: Saare-Lääne piiskopkond) was een semi-onafhankelijk prinsdom op het grondgebied van de huidige Estlandse provincies Saaremaa (Ösel) en Läänemaa (Wiek). Het was een suffragaan bisdom van het aartsbisdom Riga.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In 1211 stichtte Albert van Buxhoeveden, de bisschop van Riga in Lihula (Duits: Leal) in het westen van Estland een nieuw bisdom, met als eerste bisschop Theodorik van Leal. In 1220 werd de broer van Albert, Herman van Buxhoeveden, als bisschop aangesteld.

Nadat Herman in 1224 bezit genomen had van het land van de Ugauniërs, in wat nu zuidoostelijk Estland is, koos hij Dorpat (het huidige Tartu) als zijn nieuwe zetel. Na bemiddeling van de pauselijke legaat Willem van Modena werd in 1228 het bisdom Dorpat afgesplitst.

Het bisdom Ösel-Wiek maakte vanaf 1419 deel uit van de Lijflandse Confederatie. De zetel van het bisdom was Hapsal. Kasteel Arensburg (Kuressaare) op het eiland Ösel (het huidige Saaremaa) was een van de belangrijkste bezittingen.

Het vorstendom hield op te bestaan toen de laatste prins-bisschop het in 1560 verkocht aan Denemarken. De lutheraan Magnus van Holstein, de broer van de koning van Denemarken, werd 13 mei 1560 tot bisschop verkozen.

Na de annexatie in 1561 van de Lijflandse Confederatie door Polen-Litouwen ruilde Denemarken Wiek met het bezit van de Lijflandse Orde op Ösel, en het eiland werd daardoor volledig Deens.

Lijst van bisschoppen[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Bisschop
1228–1229 Gotfried †1257
Sede vacante
1234–1260 Hendrik I
1262–1285? Herman van Buxhoeveden
1290–1294 Hendrik II
Sede vacante
1297?–1307? Konrad I
Sede vacante
1310–1321 Hartung
1322–1337 Jakob
1338–1362 Herman II van Osnabrück (de Osenbrygge)
1363–1374 Konrad II
1374–1381 Hendrik III
Sede vacante
1385–1419 Winrich von Kniprode
1420–1423 Caspar Schuwenflug
1423–1432 Christian Kuband
1432–1438 Johannes I Schutte
1439 Johannes II Creul (Kreuwel) de jure 1457, de facto na 1449 in Wiek als "de jongere bisschop"
1449–1458 Ludolf Grove de facto 1439, na 1449 in Ösel als "de oudere bisschop"
1458–1471 Jodokus Hoenstein
1471–1491 Peter Wetberg
1492–1515 Johannes III Orgas (Orgies)
1515–1527 Johannes IV Kyvel (Kievel)
1528–1530 Georg van Tiesenhausen
1532–1541 Reinhold van Buxhoeveden †1557
1542–1560 Johannes V van Münchhausen
1560–1572 Magnus van Holstein