Bitter Seeds

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bitter Seeds
Tagline "Every 30 minutes a farmer in India kills himself."
("Elke 30 minuten doodt een boer in India zichzelf.")
Regie Micha X. Peled
Producent Micha X. Peled
Hoofdrollen Manjusha Ambarwar
Ram Krishna
Mahhav Shande
Vandana Shiva
Gyanendra Shukla
Kishor Tiwari
Montage Leonard Feinstein
Cinematografie Devendra Golatkar
Productiebedrijf Teddy Bear Films Inc.
Distributie Bullfrog Films (Verenigde Staten)
Films Transit International (elders)
Première 1 september 2011
Genre Documentairefilm
Speelduur 88 minuten
Taal Engels
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
(en) IMDb-profiel
MovieMeter-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Bitter Seeds is een Amerikaanse documentairefilm van Micha X. Peled uit 2011. De film is het derde deel in Peleds globaliseringstrilogie na Store Wars: When Wal-Mart Comes to Town en China Blue.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

In India plegen veel katoenboeren zelfmoord, omdat ze in zware financiële problemen verkeren. Micha Peled laat een beeld zien van tegenvallende resultaten met genetisch gemodificeerde zaden van Monsanto. De boeren geven aan dat ze de belofte hebben gekregen dat er minder pesticiden nodig zouden zijn en een hogere opbrengst zou volgen, maar dat zij het tegengestelde ervaren. Ook zou er door een monopoliepositie van Monsanto bijna geen biologische zaden meer beschikbaar zijn in India. Tevens wordt Manjusha Ambarwar, journalistiekstudente en dochter van een overleden katoenboer, gevolgd tijdens het schrijven van een artikel over de zelfmoordgolf.

Ontvangst[bewerken | brontekst bewerken]

Prijzen[bewerken | brontekst bewerken]

De documentaire won vier prijzen voor documentairefilms, de Green Screen Award (2011), de Oxfam Global Justice Award (2011), de Humanitas Award (2012) en de International Green Film Award (2013).

Kritiek[bewerken | brontekst bewerken]

Uit een analyse van het tijdschrift Nature blijkt dat de zelfmoorden al gaande waren voordat Monsanto in India actief werd.[1]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]