Blauwbekagamen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Blauwbekagamen
Aphaniotis ornata
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Lacertilia (Hagedissen)
Infraorde:Iguania (Leguaanachtigen)
Familie:Agamidae (Agamen)
Onderfamilie:Draconinae
Geslacht
Aphaniotis
Peters, 1864
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Blauwbekagamen op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Blauwbekagamen[1] (Aphaniotis) zijn een geslacht van hagedissen uit de familie agamen (Agamidae).

Naam en indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Wilhelm Peters in 1864. Er zijn drie soorten, de agame Aphaniotis ornata werd lange tijd tot het geslacht Japalura gerekend.[2]

Soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Aphaniotis acutirostris Modigliani, 1889 Indonesië
Aphaniotis fusca Peters, 1864 Indonesië, Maleisië, Singapore, Thailand
Aphaniotis ornata Lidth de Jeude, 1893 Indonesië, Maleisië

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De blauwbekagamen danken hun naam aan de blauwe kleur aan de binnenzijde van de mond. Deze dient als verdediging, bij bedreiging wordt de bek opengesperd. Het lichaam is lang en dun, de kop is relatief groot. De poten zijn lang en dragen duidelijk klauwen. De soort Aphaniotis ornata heeft een opvallend, bladachtig uitsteeksel aan de snuitpunt.

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

Alle soorten komen voor in zuidoostelijk Azië en leven in de landen Indonesië, Maleisië, Singapore en Thailand.[2] De habitat bestaat uit tropische en subtropische bossen. Het zijn typische boombewoners die goed kunnen klimmen en erg lenig zijn.

Beschermingsstatus[bewerken | brontekst bewerken]

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan twee soorten een beschermingsstatus toegewezen. Beide soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC).[3]

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]