Bordurië

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bordurië

Vlag van Bordurië
Motto:
Amaïh Plekszy-Gladz!
Officiële taal Borduurs
Hoofdstad Szohôd
Regeringsvorm Dictatuur
Staatshoofd Plekszy-Gladz

Bordurië is een fictief land in Oost-Europa dat een belangrijke rol speelt in twee Kuifje-verhalen van de Belgische striptekenaar Hergé (1907-1983), namelijk De scepter van Ottokar (1939) en De zaak Zonnebloem (1956).

Bordurië is een buurland van Syldavië. In De scepter van Ottokar plant Bordurië een inval in Syldavië. In De zaak Zonnebloem is het een dictatoriale staat onder maarschalk Plekszy-Gladz, die met zijn opvallende snor lijkt op Jozef Stalin. Ook de naam Plekszy-Gladz (van het harde plexiglas) verwijst mogelijk naar Stalin ('de man van staal'). De snor van Plekszy-Gladz is een symbool vergelijkbaar met het hakenkruis in nazi-Duitsland. En de groet Amaïh Plekszy-Gladz doet denken aan Heil Hitler.

De hoofdstad van Bordurië is Szohôd. De landstaal is het Borduurs. De geheime politie van Bordurië is de ZEP. Het hoofd daarvan is in De zaak Zonnebloem kolonel Sponsz.

Knipoogjes[bewerken | brontekst bewerken]

Hergé liet zich in zijn naamgeving inspireren op het Brussels dialect. De hoofdstad Szohôd is afgeleid van zo-ot, een ironische wijze om in twee geïntoneerde syllaben iemand als zot te bestempelen. En de gevangenis van Bakhine, waar professor Zonnebloem in opgesloten is, verwijst naar "(de) bak in" ('naar de gevangenis').

Ander gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

In de toneelvoorstelling De prinses op de erwt, door het Jeugdtheater Hofplein, komt de naam Bordurië voor. De bewerking vertelt het verhaal van prins Plons, die een zoon is van de koning en koningin van Bordurië.

Zie de categorie Borduria van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.