Vorstendom Grubenhagen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Brunswijk-Grubenhagen)
Fürstentum Grubenhagen
Land binnen het Heilige Roomse Rijk
 Hertogdom Brunswijk-Lüneburg 1291 – 1596 Vorstendom Luneburg 
Algemene gegevens
Hoofdstad Einbeck, na 1486 Herzberg am Harz
kasteel Herzberg vanuit het oosten

Het vorstendom Grubenhagen (Duits: Fürstentum Grubenhagen) was een tot de Neder-Saksische Kreits behorend vorstendom binnen het Heilige Roomse Rijk.

Grubenhagen maakte deel uit van het in 1235 door Otto het Kind gevormde hertogdom Brunswijk-Lüneburg. Bij zijn dood volgde de eerste deling van dit hertogdom in 1252 in de takken Brunswijk en Lüneburg kwam Grubenhagen aan de tak Brunswijk. In 1286 werd het deelhertogdom van de Brunswijkse tak verder verdeeld, waarbij Grubenhagen met Hendrik I van Brunswijk-Grubenhagen de residentie werd van een afzonderlijke tak. In 1342/58 moest de Mark Duderstadt aan het keurvorstendom Mainz verkocht worden. In de loop der tijd waren er ook hertogen die te Osterode of Salzderhelden resideerden.

In 1534 werd de Reformatie ingevoerd. In 1596 stierf Brunswijk-Grubenhagen uit, waarna Brunswijk-Wolfenbüttel het vorstendom ondanks aanspraken van Brunswijk-Lüneburg in bezit nam. Na een gerechtelijke uitspraak in 1609 moest Brunswijk-Wolfenbüttel het vorstendom in 1617 aan Brunswijk-Lüneburg afstaan.

Bezit[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]