Middenrifademhaling

Zoek dit woord op in WikiWoordenboek
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Buikademhaling)
Dit artikel gaat over een ademhalingstechniek. Voor de fysiologie van de ademhaling, zie: Ademhaling (mens)
Middenrifademhaling

Middenrifademhaling of buikademhaling is volgens André van Lysebeth de minst vermoeiende, optimale manier om rustig te ademen.[1] De middenrifspier is de krachtigste ademhalingsspier van het lichaam en kan bij de inademing acht tot twaalf centimeter zakken.[2] [3]

Oefeningen[bewerken | brontekst bewerken]

De oefening van de middenrifademhaling volgens Lysebeth wordt hier beschreven. De ribben mogen niet bewegen en de rug moet ontspannen blijven. Wanneer de ribben wel meebewegen, raadt de yogi zelfs aan een riem om de borstkas te spannen op het moment dat het lichaam volledig uitgeademd is, zodat de middenrifademhaling op een juiste manier geoefend kan worden.[2]

Soms zouden rugklachten ontstaan bij het oefenen van vooral de buikademhaling. Om dit tegen te gaan wordt aangeraden de oefening op de rug te doen, waardoor de buikspieren ontspannen en de rug recht blijft. Hierdoor zou de rug nadien ook recht blijven bij het zitten of staan.[2] De rugklachten zouden volgens Aalten ontstaan door een onjuiste uitvoering van de buikademhalingsoefeningen, waarbij de rug hol trekt bij het inademen, terwijl bij een goed uitgevoerde buikademhaling de hele onderkant van het lichaam uitzet en niet alleen de buik. Aalten spreekt ook wel van bekkenbodemadembeweging[3].

Toepassingen en het nut van oefening[bewerken | brontekst bewerken]

Bij sommige oosterse bewegingskunsten en meditatie, zoals (Chi Kung, Tai chi en yoga) is de middenrifademhaling een essentieel onderdeel van de training. De combinatie van middenrif- en borstademhaling wordt verder op een bewuste manier toegepast in zang en muziek. Hier wordt het ademsteun genoemd. In yoga wordt de middenrifademhaling geoefend, vanwege het ontspannende effect.[2]

Commentaar vanuit de fysiologie[bewerken | brontekst bewerken]

Inademing vindt plaats door het vergroten van het volume van de borstkasholte. De vergroting van de borstkasholte vindt plaats door afvlakking van het middenrif (buikademhaling) in combinatie met samentrekking van de tussenribspieren, waardoor de ribben naar boven en naar buiten worden getrokken (borstademhaling). Daarnaast kan door middel van onder meer de musculus sternocleidomastoideus het naar boven verplaatsen van de ribbenkast ondersteund worden. Dit noemt men wel de hulpademhaling. Deze hulpademhaling, hier sleutelbeenademhaling genoemd, staat nooit los van de borstademhaling, maar dient slechts als ondersteuning daarvan. De ademhaling kan volledig onbewust geschieden, onder invloed van de hersenstam, maar ook bewust beïnvloed worden. Door deze bewuste beïnvloeding kan het accent verschuiven van middenrifafvlakking naar borstademhaling. Aangezien hersenstamfuncties niet trainbaar zijn, kan met ademhalingstraining de onbewuste ademhaling niet beïnvloed worden.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]