Cruickshanks Corner

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Cruickshanks Corner ligt in het centrum van Ramsey, May Hill en Whitegates vormen de weg richting de Hairpin
De Mountain Course in en rond Ramsey

Cruickshanks Corner is een vijfsprong in het centrum van de stad Ramsey op het eiland Man. Ze dankt haar naam aan James Murray Cruickshank, van 1898 tot 1911 High Bailiff van Ramsey en van 1911 tot aan zijn overlijden in oktober 1916 High Bailiff van Ramsey en Peel. Deze vijfsprong ligt 130 meter van het "Ramsey Tram Station".

Isle of Man TT en Manx Grand Prix[bewerken | brontekst bewerken]

Coureurs over dit circuitdeel:
  • Graham Walker beschreef Cruickshanks Corner in 1935 nog als een eerste versnellingsbocht van maximaal 70 km/h, maar een paar jaar later, toen de weg verbreed was, kon Harold Daniell al in de tweede versnelling door de bocht.
  • Geoff Duke begin jaren vijftig: "Laat insturen, in de tweede versnelling helemaal vanaf de goot aan de linkerkant. Hou er rekening mee dat de bocht maar blijft doorlopen en rij niet te vroeg naar de apex in de binnenbocht want dan kom je te ver aan de buitenkant uit en word je door de verkanting nog meer naar links gedwongen."
  • Ruim 25 jaar later was Charlie Williams het daar nog steeds mee eens: "Karakteristiek is het late instuurpunt. Er zijn veel ongelukken gebeurd omdat coureurs de neiging hebben vroeg in te sturen en bij de uitgang van de bocht komen ze dan in de problemen met de hoge muur. Als de motor te ver naar buiten rolt rij je tegen de muur aan."
  • John McGuinness over May Hill: "Belachelijk hobbelig. Je voelt de voorvering doorslaan. Grijnzen en volhouden…".

Cruickshanks Corner, May Hill en Whitegates maken deel uit van de Snaefell Mountain Course, het stratencircuit dat wordt gebruikt voor de Isle of Man TT en de Manx Grand Prix. Ze maakten ook al deel uit van de Highroads Course die werden gebruikt voor de Gordon Bennett Trial en de RAC Tourist Trophy tussen 1908 en 1922.

Circuitverloop[bewerken | brontekst bewerken]

May Hill, 24e mijlpaal en Whitegates[bewerken | brontekst bewerken]

Bij Cruickshanks Corner buigen de coureurs rechtsaf van Queen's Pier Road naar May Hill. Op Queen's Pier Road gaan ze onder een voetgangersbrug door, die daar permanent staat. De bocht naar May Hill is snel, maar de coureurs worden flink gehinderd door de slechte weg en de dreigende muren aan weerszijden ervan. Eenmaal op May Hill zouden ze het gas graag helemaal open draaien, maar ook hier is het wegdek daar te slecht voor. In de jaren dertig waren Cruickshanks Corner en May Hill ook nog smaller. Bij May Hill begint de stijging van het circuit en de zeer slechte weg loopt rechtdoor omhoog tot aan de linker bocht bij Whitegates. Ondertussen passeren de coureurs de 24e mijlpaal van de Mountain Course. Whitegates ligt op een Y-splitsing waarbij de coureurs de hoofdweg A18 naar links volgen. Die weg heet vanaf Whitegates "Mountain Road". Net als de rest van het circuit is het wegdek bij Whitegates onderhevig aan de inwerking van het dagelijkse verkeer. Soms is de bocht erg snel, maar dit verandert per jaar.

De naam "Whitegates" verwijst naar de witte poort die vroeger bij de ingang van Claughbane Road de nabij gelegen Claughbane Farm (tegenwoordig "Poyll Shellee") stond.

Gebeurtenissen bij Cruickshanks Corner[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel de bocht niet al te scherp is (ongeveer 120°) wordt ze vrij snel genomen omdat er tussen Parliament Square en Cruickshanks Corner een recht (volgas) stuk van 350 meter ligt. Bovendien staat er op de Y-splitsing Queen's Pier Road/May Hill een ommuurd woonhuis met bomen. Daardoor zijn er in het verleden enkele ongelukken gebeurd tijdens de races.

Gebeurtenissen bij Whitegates[bewerken | brontekst bewerken]

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • Hoe slecht de weg op May Hill was, bleek in 1995 toen Rob Fisher met zijn zijspancombinatie tijdens de training met 160 km/h crashte door de oneffenheden. Rob wilde graag in de zijspanraces starten, maar hij werd een tijdje opgenomen in het ziekenhuis en zijn Proton-Yamaha was zwaar beschadigd. Zijn aartsrivaal Dave Molyneux liet zijn eigen zijspancombinatie voor wat ze was en begon te sleutelen aan de machine van Fisher, die niet alleen kon deelnemen, maar ook beide races won.