De Keverberg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kasteelruïne De Keverberg, ook genoemd: kasteel Kessel
Kasteel Aldenghoor
Carolus Ludovicus Wilhelmus Josephus baron de Keverberg van Kessel en Aldengoor (1768-1841) door Joseph-François Ducq

De Keverberg (ook: De Keverberg van Aldengoor en: De Keverberg de/van Kessel) is een van oorsprong Limburgs geslacht waarvan leden sinds 1816 tot de Nederlandse adel behoren en dat in 1921 uitstierf.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De stamreeks begint met Arnold van Mewen die in 1422 beleend werd met Habroek, in 1423 schout van Hasselt was en voor 22 september 1438 overleed. Hij was vermoedelijk getrouwd met Elisabeth Godfriedsdr van Keverberg waarna zijn kleinzoon zich noemde Van Mewen gezegd van Keverberch, later nageslacht noemde zich Keverberch gezegd van Mewen. In 1691 trouwde Carolus Emanuel de Keverberch gezegd van Mewen (1661-?) met Joanne Elisabeth de Keverberch, vrouwe van Aldengoor waardoor die laatste heerlijkheid en kasteel in de familie de Keverberch kwamen. Twee achterkleinzonen van dat laatste echtpaar werden bij Koninklijk Besluit van 16 februari 1816 benoemd in de ridderschap van Limburg met de titel van baron (op allen) waardoor zij en hun nakomelingen tot de Nederlandse adel gingen behoren; met een kleindochter van een van hen stierf het geslacht in 1921 uit.

Enkele telgen[bewerken | brontekst bewerken]

Carolus Emanuel Caspard Josephus de Keverberg, heer van Aldengoor, Haelen, Neer, Ghoor, Warenberg en Kessel (1740-1810)