De Standaard (Nederland)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voormalig kantoor van De Standaard aan de Nieuwezijds Voorburgwal door architect Jac. Duncker uit 1917.

De Standaard was een antirevolutionair dagblad, dat in Nederland verscheen van 1872 tot 1944. Oprichter en eerste hoofdredacteur was de antirevolutionaire leider Abraham Kuyper. De driestar was het merkteken boven zijn rechtlijnige commentaren.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De oprichting vond plaats in het jaar dat de 300e herdenking plaatsvond van de bevrijding van Den Briel, en Kuyper wilde het blad "De Geus" noemen. Maar het herdenkingsjaar had al zoveel emoties losgemaakt dat een met de jaren milder geworden Groen van Prinsterer de naam "De Standaard" wist door te drukken om geen katholieken te kwetsen.[1]

De Standaard gold als klankbord van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) en de Gereformeerde Kerken in Nederland, nadat die in respectievelijk 1879 en 1892 eveneens door Abraham Kuyper waren opgericht.

In 1920 werd het hoofdredacteurschap van De Standaard overgenomen door Hendrikus Colijn, die ook de opvolger werd van Kuyper als leider van de ARP.

De Standaard bleef verschijnen omdat het dagblad een neutrale houding probeerde in te nemen onder de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. Men vond dat men als christelijk dagblad gehoorzaam moest zijn aan de Bijbelpassage in Romeinen 13:1, waar staat dat men de overheid moet gehoorzamen, dus ook de bezettende macht die de nieuwe overheid vormde.

In 1944 werd de krant vanwege papierschaarste verboden. Omdat men in gereformeerde kringen, met name in het verzet, ontevreden was over de meegaande koers van De Standaard met de Duitsers, verscheen sinds 1943 Trouw als illegale concurrent, gericht op het gereformeerde volksdeel.