De Toren van Babel (Wenen)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Toren van Babel
De Toren van Babel
Kunstenaar Pieter Bruegel de Oude
Jaar ca. 1563
Techniek olieverf op paneel
Afmetingen 114 × 155 cm
Museum Kunsthistorisches Museum
Locatie Wenen
RKD-gegevens
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

De Toren van Babel is het schilderij van de Zuid-Nederlandse schilder Pieter Bruegel de Oude in het Kunsthistorisches Museum in Wenen.

Voorstelling[bewerken | brontekst bewerken]

Het verbeeldt de bouw van de Toren van Babel door de Babyloniërs, naar het Bijbelverhaal (Genesis 11:4):

Nu zeiden ze [de Babyloniërs]: ‘Laten we een stad bouwen met een toren, waarvan de spits tot in de Hemel reikt; dan krijgen wij naam en worden wij niet over de aardbodem verspreid.

God strafte de Babyloniërs echter voor hun hoogmoed met de Babylonische spraakverwarring en vernietigde de toren. Op het schilderij van Bruegel is te zien hoe de toren tot voorbij de wolken letterlijk tot aan de hemel reikt. De toren wordt gebouwd in een grote ommuurde havenstad. Op en rondom de toren krioelt het van de bedrijvigheid. Op de toren zijn talloze mensen druk aan het bouwen. In de haven voor de toren zijn een groot aantal zeilschepen afgemeerd. Op de voorgrond is de opdrachtgever van de toren afgebeeld, koning Nimrod, te midden van zijn gevolg en vele ambachtslieden.

Het werk is meer dan alleen een uitbeelding van het Bijbelverhaal. In de 15e en 16e eeuw werd het onderwerp vooral gekozen als symbool van de 'verkeerde wereld', de zelfoverschatting en incompetentie van de mens. De manier waarop Bruegel de architectuur van de toren uitbeeldde, met talrijke bogen en andere voorbeelden van Romeinse bouwkunst, doet denken aan het Colosseum in Rome, dat door de christenen in de tijd van Bruegel gezien werd als een symbool van de vervolging.

Versies[bewerken | brontekst bewerken]

Een ander schilderij met hetzelfde onderwerp, De "Kleine" Toren van Babel uit omstreeks 1563, bevindt zich in het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. In een inventaris van de miniatuurschilder Giulio Clovio uit 1577 wordt een schildering op ivoor genoemd. Het is echter onbekend of deze derde versie nog bestaat.

Toeschrijving en datering[bewerken | brontekst bewerken]

Het werk is linksonder, op een bouwblok, gesigneerd en gedateerd ‘·BRVEGEL·FE[cit]· / ·M·CCCCC·LXIII’ (Bruegel heeft [dit] gemaakt [in het jaar] 1563).

Herkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Het werk was in 1566 in het bezit van de Antwerpse koopman Nicolaes Jonghelinck. Vermoedelijk in 1566 werd het overgedragen aan de Stad Antwerpen. In zijn Schilder-boeck uit 1604 meldt Karel van Mander dat er op dat moment twee versies van de Toren van Babel door Bruegel zijn in de verzameling van keizer Rudolf II, te weten ‘een groot stuck/ wesende eenen thoren van Babel/ daer veel fraey werck in comt/ oock van boven in te sien. Noch een der selver Historie/ cleen oft minder wesende’.[1] Men gaat ervan uit dat het hier om de werken in Wenen en Rotterdam gaat. Later wordt het vermeld in de verzameling van Leopold Willem van Oostenrijk. Deze liet zijn verzameling na aan zijn neef keizer Leopold I, waarna het keizerlijk eigendom werd.

Zie de categorie The Tower of Babel by Pieter Bruegel the Elder (Vienna) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.