Dirk Coster (schrijver)
| Dirk Coster | ||||
|---|---|---|---|---|
| ||||
Coster ontvangt eredoctoraat (Gemeentelijke Universiteit Amsterdam, 1954)
| ||||
| Algemene informatie | ||||
| Geboren | 7 juli 1887 | |||
| Geboorteplaats | Delft | |||
| Overleden | 8 oktober 1956 | |||
| Overlijdensplaats | Delft | |||
| Land |  Nederland
| |||
| Beroep | schrijver | |||
| Dbnl-profiel | ||||
| ||||
Dirk Coster (Delft, 7 juli 1887 - aldaar, 8 oktober 1956) was een Nederlands essayist, criticus en toneelschrijver.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Coster begon met zestien jaar bij de De Groene Amsterdammer. Naar aanleiding van zijn boek Werk en wezen der kritiek ontstond er in 1912 een polemiek tussen Coster en Willem Kloos. Zijn werk wordt zowel geroemd als verguisd. Bij de redactie van het in de jaren dertig toonaangevende literaire tijdschrift Forum kon hij geen goed doen en E. du Perron schreef het kritische Uren met Dirk Coster. Later nam hij daar iets van terug, omdat hij hem erkende als een medestrijder tegen het nationaalsocialisme. Na de Tweede Wereldoorlog was Costers rol op het literaire toneel uitgespeeld. In 1954 kreeg hij een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam.
Dirk Coster en Guido Gezelle[bewerken | brontekst bewerken]
Dirk Coster was, samen met enkele andere vooraanstaande Nederlanders, een bewonderaar van Guido Gezelle en zijn oeuvre.
In 1932 verzorgde hij de inleiding van het deel van de Verzamelde Werken, de Jubileumuitgave, gewijd aan het prozaverhaal Van den kleenen hertog.
Eerbetoon[bewerken | brontekst bewerken]
In 1963 werd in de tuin van het Meisjeshuis op de hoek van het Oude Delft en de Boterbrug in Delft een borstbeeld van Coster geplaatst, aangeboden door Katholieke Studenten Vereniging Sanctus Virgilius en vervaardigd door de Delftse kunstenaar Henk Etienne.
Het Dirk Costerplein in de wijk Voorhof in Delft is naar hem vernoemd.
Prijzen[bewerken | brontekst bewerken]
- 1926 - C.W. van der Hoogt-prijs voor Verzameld Proza
- 1953 - Marianne Philips-prijs voor zijn gehele oeuvre
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
- 1912 - Werk en wezen der kritiek (essay)
- 1919 - Marginalia (aforismen)
- 1920 - De ontwikkeling der moderne Nederl. lit. in de nieuwe Europeesche geest in kunst en letteren
- 1920 - Dostojevski, een essay
- 1924 - Nieuwe geluiden
- 1925 - Verzameld proza I (kritieken en essays)
- 1927 - Verzameld proza II (kritieken en essays)
- 1927 - De Nederlandsche poëzie in honderd verzen (bloemlezing)
- 1931 - Schetsboek
- 1931 - Waarheen gaan wij? (kritieken)
- 1932 - Guido Gezelle, in: Jubileumuitgave van Guido Gezelle's volledige werken, Standaard Boekhandel.
- 1935 - Het kind in de poëzie (bloemlezing)
- 1939 - Het tweede boek der Marginalia (aforismen)
- 1942 - Mensen, tijden, boeken (essays)
- 1948 - Het leven en sterven van Willem van Oranje (toneel)
- 1961-1970 - Verzamelde werken (twaalf delen)