Dorothea Helena van den Kerckhove

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dorothea Helena van den Kerckhove, gravin van Derby (volgens Cokayne 1910 geboren te Kreny in Denemarken, ca. 1630 – Ormskirk, Engeland 1703) was een met enige raadselen omgeven figuur. Zij was mogelijk een buitenechtelijke dochter van de Nederlandse diplomaat Jan van den Kerckhove, heer van Heenvliet, ten tijde van of kort na zijn eerste huwelijk.[1] Zij werd in 1660 tot Engelse genaturaliseerd. Nadien wordt haar naam ook wel verengelst tot Dorothea Helena Kirkhoven.

Afkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Elizabeth Stuart (1596-1662), Koningin van Bohemen, bekend als 'de Winterkoningin’, was de oudste dochter van koning James I van Engeland. Schilderij uit 1642 door Gerard van Honthorst (1590-1656)

Dorothy Helene van den Kerckhove Stanley, gravin van Derby, zoals zij zich na haar huwelijk kon noemen, werd oorspronkelijk ook wel aangeduid met de familienaam De Rupa, en als haar vader werd aangeduid 'een Duitse Baron de Rupa', die later in Engeland naar het schijnt ten onrechte werd geïdentificeerd met de Nederlandse diplomaat Heenvliet. Het lijkt zo wel of deze laatste heeft toegelaten dat Dorothy ten tijde van zijn tweede huwelijk met Katherine Stanhope, de latere gravin van Chesterfield, zijn familienaam mocht dragen. Zij lijkt als het ware geadopteerd te zijn.

Lady Dorothy werd hofdame bij de 'winterkoningin' Elizabeth van Bohemen (1596–1662), oudste dochter van Jacobus I van Engeland en Anna van Denemarken, die in 1621 met een zeer uitgebreide hofhouding in ballingschap naar Holland uitweek, waar zij het huis van de in mei 1619 geëxecuteerde Johan van Oldenbarnevelt mocht betrekken. In haar kringen,[2] ook in Holland,[3][4] figureerde een Moravische Baron de Rupa. Deze Baron de Rupa oftewel Vilém Roupovec, kan in de jaren 1628–1630 in Holland worden getraceerd via de Besluiten van de Staten-Generaal 1626–1630,[5] bij een drietal gelegenheden.[6]

Huwelijk[bewerken | brontekst bewerken]

Portret van Charles Stanley, Earl of Derby (1628-1672). Door Abraham Blooteling (1640-1690), naar een onbekende schilder

Lady Dorothy trouwde, zeer tegen de zin van haar schoonvader, in 1650 met Charles Stanley, achtste graaf van Derby (19 jan 1628 – 21 dec 1672). Charles Stanley was de enige zoon van James Stanley, 7th Earl of Derby en Charlotte Stanley, gravin van Derby, geboren De La Trémouille. Als Lord Strange nam hij in geringe mate deel aan de Engelse Burgeroorlog. Toen hij ten tijde van de veroordeling van zijn vader in 1651 in Frankrijk verbleef, richtte hij tevergeefs een smeekbede om diens leven te sparen. Nadat hij zijn vader in de grafelijke stand was opgevolgd, leidde hij een rustig leven in Bidston Hall, Cheshire, maar verleende wel steun aan een mislukte revolte door George Booth, baron Delamer, in 1659. Hij werd van zijn burgerrechten beroofd, maar het jaar erna daarin hersteld. Ook de landerijen van zijn familie op het eiland Man werden hem teruggegeven. Tussen 1666 en 1667 was hij burgemeester van Liverpool.[7]

Relatie[bewerken | brontekst bewerken]

Naar het schijnt had Dorothea een buitenechtelijk contact met koning Karel II van Engeland, waaruit een kind voortkwam. Hun zoon George, geboren in 1658, werd opgevoed door de vrouw van een kanonnier op Windsor, Swan geheten. Deze George (1658–1730) nam de familienaam Swan aan.[8]

Koning Karel II verwekte talloze onwettige kinderen, van wie hij er veertien erkende, onder wie James Scott, hertog van Monmouth, en genoemde George Swan, welke laatste hij echter als enige van hen niet in de adelstand verhief.[9]

Overlijden[bewerken | brontekst bewerken]

Lady Dorothy stierf op 6 april 1703 en werd tien dagen later begraven te Ormskirk, Lancashire, Engeland. Volgens Mosley 2003 stierf zij al op 6 april 1673. Vermoedelijk is dit laatste een vergissing,[10] zoals er rond haar persoon meer onduidelijkheden en vergissingen bestaan.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Volgens Cokayne 1910 was zij een echtelijke dochter uit zijn tweede huwelijk met Katherine Stanhope, gravin van Chesterfield, (19 dec. 1609 -- 9 apr. 1667, Belsize, Hampstead, Middlesex, Engeland), maar dat is chronologisch onmogelijk en wordt ook door andere bronnen tegengesproken.
  2. Vergelijk Elizabeth Benger: 1825, p. 304, zie onder.
  3. Zie in het bijzonder ook:Acta der Particuliere Synoden van Zuid-Holland 1621-1700 (zie literatuuropgave onder), deel 1 (1621-1633), p. 306 [betreft Synode Leiden 1629]: Artic. 36. [ Moravische Baron.] Alsoo in den 38 Artyckell op het versoeck van den Moravischen baron gearresteert wort, dat aengaende de 2 eerste leden van zyn versoeck den Classen erenstelyck werde gerecommandeert ende door den Classen aen de respective kercken, dat die kercken welcke 't voorgaende jaer volgens de resolutie des Synodi van Iselsteyn tot zyn subsidie niet en hadden gecontribueert zulxs mochten peresteren, ende dat alle kercken ende Classen in hare begonnen mildadicheyt mogen continueren. Ende aengaende de twe laetste leeden, dat de gedeputeerde denselven baron brieff van recommandatie zullen verleenen, waermede hy hem in eennige collegien soude mogen addresseren om eennige solagement van hen te mogen becommen, dat oock de gedeputeerde bij gelegentheyt de Hooch Mog. Heeren Staten Generael over de persoone van den voorsz. baron zullen begroeten ende zynne persoone recommanderen om tot de eenn ofte de andere staet gevordert te mogen worden. Soo is van de gedeputeerde des Synodi over de twee laetste leeden, die hen alleenelyck aengingen, geopent, dat zy hem dien brieff van recommandatie, om hem aen eennige collegien te addresseren, hadden behandicht, dat zy oock zijn persoon by occasie aen de Ho. Mo. Heeren Staten Generael hadden gerecommandeert, ende (hy) daerop van Hare Ho. Mog. voor gerecommandeert was aengenomen. Aengaende de twe eerste leeden, die de ClaaMn alleen concerneren, is van eennige Classen geen hoope gegeven, doch van andere goede genegentheyt daertoe betoont, ende hebben meest alle de Classen aengenomen dese saecke by den haeren erenstelyck te recommanderen.
    [Baron Rupa ende Wolgang Baccherus.] Ende is by dese occasie oock voorgestelt van den baron VAN RUPA, van eennen, dewelcke geweest was consiliarius ende secretaris van den Coninck van Bohemen, van WOLGANGO BACCHERO, geweesen predicant ende inspector in de Palts, dewelcke hier te lande in groote aermoede saten, van dewelcke is geresolveert aengaende D. WOLGANGUM BACCHERUM, dat hem uyt die penningen, dewelcke tot subsidie van verdreven predicanten zijn gecontribueert ende onder de broederen van den Hage berusten, vyff gul[den] ter weecke zullen worden uytgereyckt; wat de twe andere aengaet zall aen de respective Classen gerecommandeert worden, dat bij yder kereke twe stuyvers ter weecke zoude gelieven op te leggen, welcke penningen tot solaes van de twe voorsz. personen zullen geinployeert worden.
  4. Zie voorts dezelfde Acta der Particuliere Synoden van Zuid-Holland 1621-1700, zie onder, deel 1 (1621-1633), p. 331: Artic. 16.
    [Moravische Baron.] Op den 36en Art. is gerelateert dat die Moravische Baron met syn familie naer Engelandt vertrocken ende die baron DE RUPA ghestorven was, ende verders continuatie versocht voor D.D. LUITZ, secretaris etc. Is sulx van die E. vergaderinghe ingewillicht ende aengaende WOLFANGUM (!) BACHERUM sal by die van Gelderlandt ende Noort-Hollandt voldaen worden, ende vorders wat desen Synodum belangt, sullen die penninghen, die noch resteren, aen d'andere die in die plaetse BAECHERI sal gesurrogeert syn, besteet werden.
  5. [1][dode link]
  6. Het betreft de volgende besluiten:
    • 21/07/1628, 11: In een rekest meldt de vrouwe van Ruppa dat haar man jarenlang "stadhouder" *) in het hertogdom Moravië is geweest en tijdens de laatste onrust in Bohemen is verdreven. Zij verzoekt een bedrag om zichzelf en haar kinderen van te kunnen onderhouden. -- HHM [Hunne Hoog Mogendheden] geven de suppliante eenmalig 600 gld. waarvan ordonnantie wordt gedepêcheerd.
    Noot: Deze Vilém Roupovec z Roupova was Oberstlandkämmerer in Moravië geweest, welke functie niet overeenkomt met die van stadhouder.
    • 17/11/1629, 13: Een beslissing op het verzoek van baron de Rupa om enige steun wordt opgeschort.
    • 21/02/1630, 10: HHM schenken Rupa 250 gld. Van dit bedrag wordt ordonnantie gedepêcheerd.
  7. Former Mayors and Lord Mayors of the City of Liverpool, Liverpool City Council. Geraadpleegd op 07-08-2008.
  8. The Life of Mrs Robertson, Grand-Daughter of Charles II. Written by Herself. Derby, 1792.
  9. Gevraagd waarom hij dit in het geval van Swan niet had gedaan antwoordde de koning met een toespeling op deze familienaam: "I did not dare to make a deuck (Scots for 'duck') of him, but I made a nobler bird". George Swan werd later raadslid (burgess) in Glasgow. Bron: The Book of the Old Edinburgh Club - XX11, Edinburgh, 1938, p. 219, [2]. Gearchiveerd op 5 februari 2022.
  10. Vergelijk Stanley 1867.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Elizabeth Benger 1825: Memoirs of Elizabeth Stuart, Queen of Bohemia, daugher of King James the First, including Sketches of the State of Society in Holland and Germany in the 17th Century. Volume 1. London: Longman etc., p. 304, [3].
  • Frances Coakley 2001: 'The Stanleys - Lords of Man', A Manx Notebook, [4]
  • George Edward Cokayne, m.m.v. Vicary Gibbs 1910: The Complete Peerage of England, Scotland, Ireland, Great Britain and the United Kingdom, Extant, Extinct, or Dormant, (New edition. 13 volumes in 14), London: St. Catherine Press 1910 -, vol. 4, p. 215.
  • James Stanley Derby (Earl of) 1867: Private devotions and miscellanies of James, seventh earl of Derby K.G., with a Prefatory Memoir and an Appendix of Documents, edited by Francis Robert Raines, Volume 1, Chetham Society, [The Stanley Papers, Part III], pp. 247–248, [5].
  • W.P.C. Knuttel 1908: Acta der particuliere synoden van Zuid-Holland, 1621-1700. Zes delen. Kleine Serie. Den Haag. Deel 1: 1621-1633, [6].
  • Charles Mosley, ed. 2003:Burke's Peerage, Baronetage & Knightage, 107th edition, 3 volumes, Wilmington, Delaware, U.S.A.: Burke's Peerage [Genealogical Books] Ltd, 2003, volume 1, p. 1102.