Elle Gerrit Bolhuis
| Elle Gerrit Bolhuis | ||||
|---|---|---|---|---|
| Algemene informatie | ||||
| Volledige naam | Elle Gerrit Bolhuis | |||
| Geboren | 4 mei 1887 Blankenham | |||
| Overleden | 30 januari 1970 's-Gravenhage | |||
| Nationaliteit | Nederlandse | |||
| ||||
Elle Gerrit Bolhuis, ook bekend onder de naam Elle Gerrit van Bolhuis, (Blankenham, 4 mei 1887 – 's-Gravenhage, 30 januari 1970) was een Nederlands onderwijzer, auteur, toneelschrijver en dichter.
Werk[bewerken | brontekst bewerken]
Voor de Tweede Wereldoorlog publiceerde Bolhuis menige roman, naast toneel- en dichtwerk, maar zijn bekendheid bleef beperkt tot een zeer kleine kring. Zijn bekendste werken zijn het toneelstuk Ada van Holland (1940) en De gabbertaal (1937), een woordenlijst van het Bargoens.
Van 12 april 1911 tot 1 augustus 1915 was Bolhuis schoolmeester in Barger-Compascuum (Drenthe). In 1923 werd hij secretaris-penningmeester van de Bond van Nederlandsche Toneelschrijvers. Hij was een tijdlang secretaris van het Genootschap Willem Bilderdijk. In 1932 was hij een van de oprichters van de Kelto-Germaanse Studiekring Yggdrasil. Vermoedelijk vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd hij aanhanger van het nationaalsocialisme. Hij publiceerde in deze geest na 1940 een groot aantal toneelwerken en dichtbundels.
Privé[bewerken | brontekst bewerken]
Bolhuis werd in 1887 geboren als zoon van Abel Bolhuis, schoolhoofd te Blankendam, en Gesina van Dalen. Op 29 juni 1911 trouwde hij in Groningen met Carolina Sophia Reijenga (1884-1955). Uit dit huwelijk werd een zoon geboren.
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
- Aan het eind van de wereld: verhaal uit de Drentsche venen. Amersfoort 1918. Streekroman.
- De Hooghoeve. Amsterdam, 1918. Roman.
- Het gezin van Herman Reuvers. Laren, 1918. Roman.
- Het gevloekte land. Amsterdam, 1920. Roman.
- De rechtmatigen. Amsterdam, 1921. Roman.
- Het huis van Roeleke. Amsterdam, 1922. Roman.
- Tooneel en subsidie, 1926
- Langs beslijkte straten: roman uit donker Amsterdam. Amsterdam, 1928. Roman.
- De liefde van Cora Noret. Amsterdam, 1930. Roman.
- Ondergang. Antwerpen, 1931. Roman.
- Vier in één schil. Vier spelen in één bedrijf. Delft, 1936. Toneelstuk. Bevat: De nar ; De vreemde gasten ; Onder het dak ; Ver van de menschen
- Assepoes. Ede, 1937. Toneelstuk
- De Gabbertaal. Woordenlijst van het Bargoens. Ede, 1937. Woordenboek
- De overbodigen. Amsterdam, 1938. Roman.
- Langs het leven. 's-Gravenhage, 1939. Roman.
- Ada van Holland. 's-Gravenhage, 1940. Toneelstuk.
- Barnend getij. 's-Gravenhage, 1942.
- Koningskinderen. 's-Gravenhage, 1942. Gedichten
- Lichtende banen. 's-Gravenhage, 1942. Gedichten.
- Op doortocht. 1942.
- Wazend verschiet. 's-Gravenhage, 1942. Gedichten
- Wijkende kimmen. 's-Gravenhage, 1942. Gedichten.
- Zon en wolken. 1942.
- Herfsttijlozen. 1943.
- Tussen gisteren en morgen. 1943.
- Herfstzon. 's-Gravenhage, 1957. Gedichten.
- Licht en schaduw. 's-Gravenhage, 1957. Gedichten.
- Poppetjes op de ruit. 's-Gravenhage, 1957. Gedichten.
- Veren en pluimen. 's-Gravenhage, 1957.
- Aan het einde van de dag. 's-Gravenhage, 1960.
- Avondgloren. 's-Gravenhage, 1960.
- Voor de nacht valt. 's-Gravenhage, 1960.
- Onderweg. 's-Gravenhage, 1960. Gedichten.
