Verdrag van Maastricht (1992)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf EU-Verdrag)
Verdrag betreffende de Europese Unie
De lijvige tekst van het Verdrag van Maastricht op een tentoonstelling in Regensburg. De opengeslagen bladzijde toont de handtekeningen van de gevolmachtigde ministers van België, Denemarken, Duitsland en Griekenland
Verkorte titel Verdrag van Maastricht
Afkorting(en) EU-Verdrag
Type beginselverklaring
Rechtsgebied(en) internationaal recht
Onderwerp(en) economische, monetaire en politieke samenwerking
Status in werking
Verdragsgegevens
Totstandkoming 11 december 1991 in Maastricht
Ondertekend op 7 februari 1992 in Maastricht
Ondertekenaars 12 lidstaten Europese Unie
Inwerkingtreding 1 november 1993 na ratificatie door 12 lidstaten
Verdragrelaties
Amendeert Verdrag van Rome (1957)
Geamendeerd door Verdrag van Amsterdam (1997)
Verdrag van Nice (2001)
Verdrag van Lissabon (2007)
Talen
Authentieke talen (nl) (en) (fr) (de) (da) (es) (pt) (it) (el)
Lees online
Verdrag betreffende de Europese Unie
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Europese Unie

Het Verdrag van Maastricht, officieel het Verdrag betreffende de Europese Unie, kortweg EU-Verdrag, werd op 7 februari 1992 in Maastricht ondertekend door de twaalf lidstaten van de Europese Gemeenschap en diende ter oprichting van de Europese Unie. Met ondertekening van het verdrag gaven de lidstaten expliciet aan het eens te zijn met de in de tekst beschreven mondeling gemaakte afspraken, die staatsrechtelijk verstrekkende verplichtingen inhielden. Essentieel onderdeel van het verdrag was dat partijen op enkele in het verdrag beschreven beleidsterreinen hun staatsrechtelijke soevereiniteit zouden overgedragen aan de Euopese Unie. Op deze gebieden kreeg het Europees Parlement wetgevende macht. Andere ingrijpende afspraak was dat partijen er aan zullen meewerken op termijn en in fasen de euro als gezamenlijke munt in te voeren en het monetair beleid in handen van de Centrale Europese Bank te leggen.

Het Verdrag is in werking getreden na ratificatie ervan door alle ondertekenende lidstaten. In de ratificatiefase bedongen Denemarken, Engeland en Ierland nationale uitzonderingen op enkele in het verdrag opgenomen verpichtingen, deze staan bekend als opt-outs. Voor het overige geldt sindsdien in de hele Europese Unie voor alle lidstaten het recht zoals afgesproken in de verschillende verdragen.

Het Verdrag van Maastricht behoort sinds 2018 tot het Europees erfgoed.[1]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Voorbereidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Op 1 juli 1991 nam Nederland het halfjaarlijkse voorzitterschap van de Raad van de Europese Gemeenschappen op zich. Het kabinet-Lubbers III wilde, na het ondertekenen van de Verdragen van Schengen een jaar eerder, de Europese integratie opnieuw een flinke stap vooruit helpen. De bedoeling was om tijdens het Nederlandse voorzitterschap overeenstemming te bereiken met de andere lidstaten over verdergaande samenwerking – ook op niet-economisch terrein – en te komen tot een verdrag met een blauwdruk voor een Economische en Monetaire Unie (EMU) en een Europese Politieke Unie (EPU). De EMU, met als doel de invoering van één munt en één centrale bank, stond al sinds 1988 op de agenda. De EPU, het gezamenlijk naar buiten treden van de lidstaten op terreinen als defensie en buitenlandse zaken, was in 1990 als doelstelling geformuleerd.

Commissievoorzitter Jacques Delors en Ronald van Beuge in de periode van voorbesprekingen voor de Europese top
Handtekeningen van koningin Beatrix en de regeringsleiders in de mergelgrot/ wijnkelder van Château Neercanne

Voorafgaand en tijdens de "Europese top" in Maastricht vond intensief diplomatiek overleg plaats, waarbij onder anderen de Nederlandse topdiplomaat Ronald van Beuge een belangrijke rol speelde. Minister-president Ruud Lubbers telefoneerde in het rond en reisde langs de Europese hoofdsteden om iedereen op één lijn te krijgen. Vice-premier en minister van financiën Wim Kok voerde het "kwartje van Kok" in om het begrotingstekort terug te dringen en zo het goede voorbeeld te geven voor de beoogde begrotingsdiscipline. Minister van buitenlandse zaken Hans van den Broek en staatssecretaris Piet Dankert leden aanvankelijk een zware nederlaag met het door hun ministerie opgestelde eerste verdragsontwerp, dat bij een bijeenkomst in Brussel van ministers van buitenlandse zaken op 30 september door een overgrote meerderheid werd weggestemd omdat het te federaal zou zijn ("zwarte maandag").[2] Een week later waren de voortekenen nog steeds ongunstig bij een informele bijeenkomst van dezelfde ministers op Kasteel de Haar. Op 12 november kwamen de ministers bijeen in Noordwijk en was het tij gekeerd. De Nederlanders grepen uiteindelijk terug naar een eerder dat jaar door de Luxemburgers opgestelde tekst, waar het nodige aan werd bijgeschaafd. De voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Delors, had zich echter negatief over deze tekst uitgelaten.[3] Begin december liet Delors weten op te stappen als "Maastricht" onvoldoende resultaat zou opleveren.[4]

De vergaderlocatie: het Statengebouw van het Limburgs Gouvernement aan de Maas
Na het akkoord: persconferentie in het MECC, 11 dec. 1991, ca. 02:00u 's nachts.
Van links naar rechts: ?, Wim Kok, Hans van den Broek, Jacques Delors en Ruud Lubbers
Overzicht van landen die het verdrag in 1992 ondertekenden. In de rood gekleurde landen vonden referenda plaats

Op 9 en 10 december kwam de Europese Raad van regeringsleiders bijeen voor een topconferentie ("Europese top" of "Eurotop") in het Gouvernement aan de Maas in Maastricht. Ook een groot aantal andere ministers waren bij het overleg aanwezig. Voor dat doel was de ronde feestzaal in het Statengebouw van het provinciehuis ("Limburgs Gouvernement") omgebouwd tot vergaderzaal. Het MECC-congresgebouw fungeerde als perscentrum.[5] Koningin Beatrix ontving de Franse president François Mitterrand, de elf minister-presidenten van de andere lidstaten (waaronder Helmut Kohl en John Major), alsmede commissievoorzitter Delors voor een lunch in het kasteel-restaurant Neercanne. Bij de besprekingen kwamen zowel de gezamenlijke munt als verdergaande politieke samenwerking en uitbreiding van het aantal lidstaten ter sprake. Tot op het laatste moment bleef het spannend of de bijeenkomst met een positief resultaat kon worden afgesloten. Duitsland, dat veel belang hechtte aan een stabiele munt, was bereid de Duitse mark op te geven in ruil voor Franse steun voor de Duitse hereniging. Zoals verwacht toonde het Verenigd Koninkrijk zich de grootste tegenstander van een federaal Europa. Een groot struikelpunt was het gebruik van het woord "federaal" in de openingsparagraaf bij de omschrijving van het uiteindelijke doel van de Europese Unie. Het werd pas acceptabel nadat dat woord was vervangen door "an ever closer union". Premier Major ging akkoord met het nieuwe EU-verdrag op voorwaarde dat de Britten later alsnog konden afhaken (de "opt-out"). Al in 1992 maakte het land van die mogelijkheid gebruik om niet mee te doen met de gezamenlijke munt. Ook de sociale paragraaf stuitte bij de Britten op onoverkomelijke bezwaren en werd om die reden buiten het verdrag gehouden. De andere elf lidstaten zouden dit Europees Sociaal Handvest als een afzonderlijk verdrag ondertekenen. De Europese Politieke Unie bleek in Maastricht een brug te ver; op dit gebied werd weinig voortgang geboekt. Na twee dagen moeizaam onderhandelen kon de Maastrichtse Eurotop op 11 december 1991 om half 2 's nachts worden afgesloten met een akkoord.[6]

Ondertekening[bewerken | brontekst bewerken]

Twee maanden later, op 7 februari 1992, vond de ondertekeningsceremonie plaats in hetzelfde gebouw waar de onderhandelingen hadden plaatsgevonden, ditmaal in de Statenzaal. Dat de ondertekening in Maastricht zou plaatsvinden – en daardoor de naam van die stad zou dragen – was geenszins vanzelfsprekend, omdat op dat moment Portugal het voorzitterschap van Nederland had overgenomen. De Portugezen waren echter net lid en hadden hun handen vol aan de organisatie van hun eerste topconferentie. Ze stemden er daarom in toe dat de ceremonie in Maastricht plaatsvond. Bij de ondertekening waren onder anderen de Portugese premier Aníbal Cavaco Silva aanwezig, alsmede premier Lubbers, commissievoorzitter Delors en de voorzitter van het Europees Parlement, Egon Klepsch. Bij aankomst in het Gouvernement werden de gasten onthaald op een serenade door de 140 leden van de Koninklijke Harmonie Sainte Cécile uit Eijsden. De handtekeningen onder het lijvige verdrag werden gezet door de gevolmachtigde ministers van de twaalf toenmalige lidstaten van de Europese Gemeenschappen, in de meeste gevallen de ministers van buitenlandse zaken en die van financiën:[7]

Vlag van België Vlag van Denemarken Vlag van Duitsland Vlag van Frankrijk Vlag van Griekenland Vlag van Ierland
Vlag van Italië Vlag van Luxemburg Vlag van Nederland Vlag van Portugal Vlag van Spanje Vlag van Verenigd Koninkrijk

Ratificatie[bewerken | brontekst bewerken]

Ierse oproep om "no" te stemmen in het referendum

In de periode tussen de ondertekening en inwerkingtreding van het verdrag vonden volksraadplegingen plaats in drie van de twaalf lidstaten. Op 2 juni 1992 stemde een kleine meerderheid van de Denen tegen het verdrag. Door deze onverwachte uitslag kwam ratificatie op losse schroeven te staan, aangezien het verdrag alleen in werking kon treden als alle landen instemden. Op 18 juni stemden de Ieren vóór ratificatie en op 20 september deden de Fransen hetzelfde. Voor de Denen werden op de Europese top van Edinburgh in december 1992 enkele uitzonderingen gemaakt, waarna een meerderheid van de Denen bij een tweede referendum op 18 mei 1993 vóór het verdrag stemde.[9]

In het Verenigd Koninkrijk had premier Major grote problemen om het verdrag aan zijn landgenoten te "verkopen", zelfs met de genoemde "opt-out" en het ontbreken van de sociale paragraaf. Vooral de "Eurorebels" in zijn eigen conservatieve partij maakten het Major moeilijk. Uiteindelijk werd het verdrag met een nipte meerderheid in het Lagerhuis goedgekeurd (319 tegen 316 stemmen).[10] Hoewel de Britse wet het houden van een referendum niet verplicht stelde, kan het niet houden ervan in 1992 gezien worden als een van de oorzaken van de Brexit vijfentwintig jaar later.

Het Verdrag van Maastricht trad in werking op 1 november 1993. Op 1 januari 2002 werd als gevolg van de in het verdrag gemaakte afspraken over de monetaire unie in twaalf Europese lidstaten de euro ingevoerd.

In 1997 werd het Verdrag betreffende de Europese Unie gewijzigd door het Verdrag van Amsterdam, in 2001 door het Verdrag van Nice en in 2007 door het Verdrag van Lissabon.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Pijlers van de EU

Het Verdrag van Maastricht verving in 1992 een aantal oudere verdragen van Europese eenwording, waaronder het Verdrag van Parijs (1951), waarmee de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) was opgericht, en het Verdrag van Rome (1957), dat de basis vormde van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Euratom. In het Verdrag van Maastricht werd de Europese Economische Gemeenschap hernoemd naar Europese Gemeenschap, omdat de terreinen waar de gemeenschap zich mee bezighield nu ook buiten het economische kader vielen. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Maastricht vormen de Europese Gemeenschap (voorheen EEG), Euratom en de EGKS de Europese Gemeenschappen (EG). De Europese Gemeenschappen zijn onderdeel van de Europese Unie (EU).

Voor de EU kozen de lidstaten in Maastricht voor een drie-pijlerstructuur: 1. economische samenwerking met als doel het tot stand brengen van een Europese interne markt (vrij verkeer van werknemers, goederen, diensten en kapitaal); 2. samenwerking op het gebied van buitenlandbeleid en veiligheid; 3. samenwerking op het gebied van politie en justitie (binnenlandse veiligheid). De Europese Unie zoals voorgesteld in het Verdrag van Maastricht wordt om die reden weergegeven als een klassieke Griekse tempel, waarbij de Europese rechtsorde (het fronton) gedragen wordt door de drie genoemde pijlers.[11] Na de ratificering in 2009 van het Verdrag van Lissabon werd de indeling in drie pijlers afgeschaft.

Verder werd in het verdrag bepaald dat er een Economische en Monetaire Unie (EMU) gevormd zou worden, met een gemeenschappelijke munteenheid, die later naam 'euro' kreeg. Voor de invoering van de monetaire unie werd een Europese begrotingsdiscipline afgesproken, de zogenaamde convergentiecriteria ("Maastrichtnorm").

Verder werd er een kader ontworpen voor de toekomstige politieke en economische eenmaking. In dat verband hebben de lidstaten zich verplicht om bij te dragen aan de ontwikkeling van trans-Europese netwerken op het gebied van vervoers-, telecommunicatie- en energie-infrastructuur. Zie verder TEN-T.

Gedenktekens[bewerken | brontekst bewerken]

Gedenkpenning Unus fortis est (ontwerp: Willem Verbon)

Voorafgaand aan een lunch tijdens de Europese topconferentie zetten alle aanwezige staatshoofden en regeringsleiders hun handtekening op een mergelwand in de grotten van Château Neercanne.[12] In de Maastrichtse wijk Céramique is het Plein 1992 naar het verdrag genoemd. Op het plein zijn bronzen tegels aangebracht met afwisselend het Euro-teken en het jaartal 1992. In dezelfde wijk bevindt zich aan de Avenue Céramique het kunstwerk Stars of Europe van de kunstenaressen Maura Biava en Ruby van den Munckhof, bestaande uit aluminium palen met sterren die draaien in de wind. De grote sterren verwijzen naar de twaalf landen die in 1992 het verdrag van Maastricht ondertekenden; de kleinere sterren naar de nieuwe lidstaten die er sinds 1992 bij gekomen zijn.[13] Bij het Gouvernement bevindt zich een monument, dat verwijst naar de Europese top van 1991 en het verdrag van 1992. Ook bevindt zich sinds 2018 aan dit gebouw een plaquette die memoreert dat het verdrag in dat jaar het Europees erfgoedlabel verkreeg.[1] Voor het gebouw van de Europese Centrale Bank in Frankfurt am Main staat een groot euro-teken met twaalf sterren, dat indirect verwijst naar de in Maastricht genomen besluiten.

Europees erfgoedlabel en Studio Europa Maastricht[bewerken | brontekst bewerken]

Het Europees Erfgoedlabel (EHL) wijst locaties aan die een sleutelrol hebben gespeeld in Europa en bij de totstandkoming van de Europese Unie. Locaties die het label krijgen, staan symbool voor de Europese idealen, waarden, geschiedenis en integratie.

Maar weinig verdragen hebben zo’n grote invloed gehad op het dagelijks leven van Europeanen als dat van Maastricht. Daarom heeft de Europese Commissie het Verdrag in 2018 bestempeld tot Europees Erfgoed.[14] Dit gebeurde op voorspraak van de Nederlandse regering en de Provincie Limburg. In Nederland hebben slechts drie andere zogenoemde sites het Erfgoedlabel gekregen: Kamp Westerbork, het Vredespaleis in Den Haag en de Koloniën van Weldadigheid.[15]

Toen het Verdrag van Maastricht in 2017 vijfentwintig jaar bestond, waren de Provincie Limburg en de Gemeente Maastricht verenigd in het samenwerkingsverband Europe Calling![16] Dit programma behelsde niet alleen viering en herinnering, maar had ook aandacht voor de financiële en economische problemen in Europa, het solidariteitsvraagstuk en de discussie over de openheid van Europa. ‘Maastricht Working on Europe’ is het vervolg van deze samenwerking, waarbij ook de Universiteit Maastricht als partner aansloot, daarmee het programma ondersteunend met onderzoek en Europa-expertise. De uitvoerende organisatie van dit programma is Studio Europa Maastricht, een in 2018 te Maastricht opgericht centrum op het gebied van Europa-gerelateerd onderzoek. Studio Europa Maastricht verzorgt de nalatenschap van het Verdrag van Maastricht en organiseert activiteiten voor een breed publiek rondom het verzamelen en delen van verhalen over Europa.[17] In juni 2022 vond in de Sint-Janskerk – in aanwezigheid van prinses Beatrix der Nederlanden – de eerste Prinses Beatrixlezing plaats, die volgens plan jaarlijks door Studio Europa Maastricht zal worden georganiseerd. In 2022 was de Franse oud-minister Élisabeth Guigou de hoofdspreker.[18]

Herdenkingsmunt[bewerken | brontekst bewerken]

In april 2022 is een speciale munt geslagen om 30 jaar dit verdrag en 20 jaar Euro te vieren.[19]

Tijdlijn[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdlijn met daarin de evolutie van de structuren van de Unie

1948 1952 1958 1967 1987 1993 1999 2002 2003 2009 2011
Brussel EGKS EEG / Euratom Fusieverdrag Europese Akte EU-Verdrag Amsterdam Nice Lissabon
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM)
Europese Economische Gemeenschap (EEG)
P

IJ

L

E

R

S
Europese Gemeenschap (EG) Europese Unie (EU)
↑Europese Gemeenschappen↑ Justitie & Binnenlandse Zaken (JBZ)
Politiële & justitiële samenwerking in strafzaken (PJSS)
Europese politieke samenwerking (EPS) Gemeenschappelijk buitenlands & veiligheidsbeleid (GBVB)
West-Europese Unie (WEU)

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Maastricht Treaty van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.