Economie van Nieuw-Zeeland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Voor de economie van Nieuw-Zeeland is de belangrijkste bron van de inkomsten de export van landbouwproducten, voornamelijk vlees, zuivel en wol. Het land telt ongeveer 31 miljoen schapen[1] en is het derde wolproducerende en tweede wolexporterende land in de wereld. Kiwi's, passievruchten, appels en peren zijn wereldwijd populaire exportproducten. Naast de landbouw is bosbouw de tweede belangrijkste industrie.

De Nieuw-Zeelandse overheid probeert uitbreiding en ontwikkeling van industrie te bewerkstelligen om de economie stabieler te maken. Het ontbreekt Nieuw-Zeeland echter aan een afzetgebied.

Toerisme wordt een steeds belangrijkere pijler van de economie en maakt een stormachtige ontwikkeling door.