Eppenhuizen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Eppenhuizen
Plaats in Nederland Vlag van Nederland
Eppenhuizen (Groningen)
Eppenhuizen
Situering
Provincie Vlag Groningen (provincie) Groningen
Gemeente Vlag Het Hogeland Het Hogeland
Coördinaten 53° 23′ NB, 6° 42′ OL
Algemeen
Oppervlakte onbekend[1] km²
- land onbekend[1] km²
- water onbekend[1] km²
Inwoners
(2023-01-01)
onbekend[1]
(onbekend inw./km²)
Woningvoorraad onbekend woningen[1]
Overig
Woonplaatscode 3474
Portaal  Portaalicoon   Nederland

Eppenhuizen (Gronings: Eppingehoezen, Eppenhoezen of Epmhoezn) is een klein wierdedorp in de gemeente Het Hogeland in de provincie Groningen in Nederland. Het bestaat uit wat lintbebouwing langs de Eppenhuizerweg nabij de weg van de Eemshaven naar Uithuizen. De meeste bebouwing bestaat uit voormalige arbeidershuisjes.

Het aantal inwoners van het dorp per 1 januari 2023 is onbekend,[1] omdat het CBS de BAG-woonplaats "Eppenhuizen", niet als zodanig afgebakende wijk/buurt heeft ingedeeld. Voor het CBS maakt Eppenhuizen onderdeel uit van de veel grotere buurt "Buitengebeid Kantens".

Naam en geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De naam Eppenhuizen komt voor as Eppinghahusum in 1390 en als Eppinghehusen in 1478. De betekenis is 'bij de huizen van (de lieden van) Eppo' (ook Eppa of Eppe). Deze Friese mansnaam komt nog steeds voor.[2][3] Overigens is niet iedereen het met deze naamsverklaring eens.[4] Een oude schimpnaam voor de bewoners is 'Blaauwhozen' ("blauwkousen").[5]

Het dorp is ontstaan op een wierde, maar het is onbekend of het hier om een wierde gaat of om meerdere wierden die in de loop der tijd aan elkaar gegroeid zijn. De huidige wierde heeft een hoogte van ongeveer 1,6 meter boven NAP. In de bodem zijn enkele tientallen middeleeuwse bolpotscherven gevonden. Op de wierde bevinden zich onder andere de kerk en het kerkhof. Een deel van de ringsloot is nog aanwezig.[6] Bij het dorp begint het Eppenhuistermaar, dat bij Zandeweer de naam Zandeweerstermaar krijgt en ten slotte uitmondt in het Boterdiep. Dit maar vormde vroeger de opvaart van het dorp met de buitenwereld.

In de eerste helft van de 20e eeuw bevond zich enige nijverheid in het dorp, waaronder een tweetal cafés (waarvan een ook bakker en kruidenier was), een smederij (later afgebroken) en een schoenmakerij (later afgebroken).

Gebouwen[bewerken | brontekst bewerken]

Voorzijde van de kerk
De kerk in 1940 met links de later afgebroken korenmolen Hoop op Behoud en rechts tussen kerk en baarhuisje de later afgebroken pastorie

Kerk[bewerken | brontekst bewerken]

Hoofdartikel: Kerk van Eppenhuizen

Tussen de weg en het dorp staat een in 1882 gebouwd zaalkerkje. Het kerkje is op de plaats gekomen van de eveneens in 1882 afgebroken 15e-eeuwse Mariakerk met een daarvan losstaande toren. De kerk vormde de eerste predikplaats van De Cock. In de dakruiter hangt een klok uit het bouwjaar. De preekstoel uit 1755 is aangewezen als rijksmonument. Op de preekstoel staan de wapens van Albert Adriaan Van Lijnden en Johanna Wilhelmina van Lewe van Aduard van de Klinkenborg te Kantens. Op de plek van de oude toren staat een baarhuisje met vlieggaten voor duiven, waarmee het het enige baarhuisje in Groningen is met de functie van duiventil. In 1976 werd de laatste dienst gehouden in het kerkje. Een groep inwoners heeft in 2002 de kerk overgenomen en het schip vervolgens provisorisch verbouwd tot woning voor een kunstenaar, terwijl het koor weer een openbare functie kreeg. Vanaf 2017 is het schip van de kerk ingericht en in gebruik als fotostudio.

Steenhuis[bewerken | brontekst bewerken]

Ten oosten van het dorp, halverwege het land richting de Dijkumerweg, stond afgaande op de naam vroeger waarschijnlijk een steenhuis aan zuidzijde van de toenmalige Oude Maar of Steenklipstertocht. Op de plek bevindt zich nog altijd veel puin. Er zijn resten van bolpotscherven gevonden uit de 13e en 14e eeuw.[7] In 1608 werd gesproken van een 'steenklip' op deze plek, wat reeds een verwijzing lijkt te zijn naar de aanwezigheid van veel stenen van een verdwenen steenhuis in de bodem. Deze plek wordt later aangeduid als de heerd Ewsuma of Eusema en omvatte toen naast een behuizingen ook onder andere 81 grazen land, hoven, legersteden in de kerk van Eppenhuizen en diverse heerlijkheden en gerechtigheden. In 1858 werd deze boerderij verplaatst naar de Dijkumerweg.[8] Het perceel waarop de boerderij stond, werd later tot onderdeel gemaakt van een groter perceel.

School[bewerken | brontekst bewerken]

De school van het dorp stond vroeger vast aan de kosterij. In 1823 werd een nieuwe school los van de meesterswoning gebouwd. Het jaar erop droeg de kerkvoogdij de school over aan de toenmalige gemeente Kantens. Het was een klein schooltje: In 1838 waren er 16 leerlingen, in 1857 31 en in 1862 24 leerlingen. In dit laatste jaar werd de school afgekeurd en moest noodgedwongen les worden gegeven in het koor van de kerk. In 1865 kwam een nieuwe school gereed, die in 1887 werd verbouwd. De oude school werd eerst een tijdlang verhuurd, maar werd vervolgens afgebroken. Voor de schoolmeester Sypko Havinga werd in 1871 een schoolmeesterswoning gebouwd aan de Eppenhuizerweg 26. De initialen van hem en zijn eerste vrouw (Janna Wildeveld, 1839-1871, overleden in Eppenhuizen), samen met het bouwjaar, staan nog in de muur bij het voorportaal van het nog bestaande pand. Hij overleed 16 oktober 1913 aan de Kolfstraat 9 in Groningen, ruim na zijn pensioen. In 1910 werd een nieuwe meesterswoning gebouwd, die zich ook nog altijd bevindt aan de Eppenhuizerweg 28. In 1932 telde de school nog 40 leerlingen. In 1938 was het aantal leerlingen echter gedaald tot 21 leerlingen en werd deze te klein bevonden door Gedeputeerde Staten van Groningen en kreeg de gemeente opdracht deze te sluiten. De gemeente ging hiertegen nog in beroep bij koningin Wilhelmina, maar deze bevestigde het vonnis. In mei 1939 werd de school gesloten en moesten de leerlingen voortaan naar Zandeweer. De school werd vervolgens verbouwd tot 2 woningen, maar werd in 1975 wegens bouwvalligheid gesloopt.

Molen Hoop op Behoud[bewerken | brontekst bewerken]

Ten zuiden van de driesprong van de Kantsterweg met de Eppenhuizerweg heeft de koren- en pelmolen Hoop op Behoud gestaan. Deze werd in 1858 gebouwd als stellingmolen door molenmaker Heinrich Bremer uit Middelstum en stond op stiepen, net als de molen Ceres in het dorp Spijk onder Delfzijl. In 1939 werd de molen hersteld, maar vanaf 1945 werd de molen niet langer onderhouden. In 1952 werd het laatste koren gemalen, waarna de stelling als gevolg van een zware storm in 1953 deels van de molen viel. In 1955 werd de molen in weerwil van zijn naam toch gesloopt.[9]

Boerderijen[bewerken | brontekst bewerken]

Aan de Eppenhuizerweg 15 ten zuidoosten van het dorp staat de kop-hals-rompboerderij Leliënhof uit 1915 (ontwerp: Tamme van Hoorn) met een voorhuis met een afgeknot schilddak en twee grote schuren. In de voorgevel bevindt zich het wapen van de familie Elema.[10] Aan de Kantsterweg 4 ongeveer 2 kilometer ten zuidwesten van het dorp staat de villaboerderij Forma-Elema-Stee in de stijl van de Amsterdamse School met een dwarshuis uit 1936 en een tweekapsschuur uit 1927. Deze boerderij is aangewezen als rijksmonument. Op de plek van het vroegere voorhuis ligt nu een boomgaard.[11]

Overige gebouwen[bewerken | brontekst bewerken]

De oude pastorie stond rechts van de kerk. In 1956 werd de pastorie verkocht aan een particulier. Later werd de woning wegens bouwvalligheid afgebroken. Het dorp heeft ook een armenhuis (met twee kamers) en een kosterij gehad.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Eppenhuizen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.