Frank Brangwyn

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Portret van Frank Brangwyn
Gevelplaat aan de St.Aidan's Kerk

Frank William Brangwyn (Brugge, 12 mei 1867Ditchling (Engeland), 11 juni 1956) was een Britse kunstenaar, schilder, aquarellist, graveur, illustrator en vormgever.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Brangwyn werd in Brugge geboren, omdat zijn vader William Curtis Brangwyn, architect, kunstschilder en textielontwerper, er zich had gevestigd na het winnen van een wedstrijd georganiseerd door het Belgische Gilde van St. Thomas en St. Lucas. In 1874 verhuisde het gezin terug naar het Verenigd Koninkrijk. Brangwyn trouwde in 1896 met Lucy Ray die in 1924 kinderloos overleed.

Hij huurde Temple Lodge, Queen Street 51, in Hammersmith van 1900 tot 1937/38 en kocht Jointure, in Ditchling, Sussex in 1918. Hij overleed op 11 juni 1956 in zijn huis in Sussex.

Kunstenaar[bewerken | brontekst bewerken]

Een van de panelen in Brangwyn Hall, Swansee, oorspronkelijk bestemd voor de House of Lords

Frank Brangwyn kreeg zijn eerste opleiding van zijn vader en later van Arthur Heygate Mackmurdo. Hij werkte een paar jaar in de ateliers van William Morris, waar hij vertrouwd werd gemaakt met de Arts and Craftsbeweging. maar hij was grotendeels een autodidact zonder echt kunstonderwijs. Toen, op de leeftijd van zeventien, een van zijn schilderijen werd getoond op de Royal Academy Summer Exhibition, werd hij gesterkt in zijn overtuiging artiest te worden.

Aanvankelijk schilderde hij traditionele onderwerpen over de zee en het leven op de zee. Zijn doek, Funeral At Sea (1890) won een medaille op het Salon van Parijs in 1891. Het beperkte palet in dit schilderij was een typisch voorbeeld van zijn Newlyn periode. In 1895 decoreerde hij de gevel van L'Art Nouveau, een galerie in Parijs die een trefpunt was van de hedendaagse kunst.

In de 19e eeuw was het oriëntalisme uitgegroeid tot een aantrekkelijk thema voor vele schilders. Al spoedig werd Brangwyn aangetrokken door het licht en de heldere kleuren van deze zuidelijke landen. Hij reisde naar Istanboel en de Zwarte Zee, door te werken als knecht voor zijn passage. Hij maakte vele schilderijen en tekeningen, met name in Spanje, Marokko, Egypte en Turkije. Dit resulteerde in een aanzienlijke verandering van zijn manier van werken. Hij reisde verder in verschillende delen van Afrika en ook in Zuid-Afrika.

Glasramen in Saint Patrick's cathedral, Dublin, ontworpen door Frank Brangwyn

Brangwyn werd bekend door de British Panels (1925 - 1932), 16 zeer grote werken met een totale oppervlakte van 280 vierkante meter, oorspronkelijk bestemd voor de Koninklijke Galerij bij het House of Lords in Westminster, maar ze werden geweigerd omdat ze te kleurrijk en te levendig voor de locatie waren. Ze werden dan maar gehuisvest in Swansea in een concertzaal die de Brangwyn Hall (Welsh: Neuadd y Brangwyn) werd genoemd. Hij werd ook gekozen voor het versieren van de 1e klas eetzaal van Canadian Pacific liner, RMS Empress of Britain (1930-1931). Zijn oeuvre was zeer uiteenlopend. Naast schilderijen en tekeningen, maakte hij ontwerpen voor glas in lood, meubels, keramiek, tapijten, glaswerk, gebouwen en interieurs. Hij was lithograaf, etser, houtsnijder en illustrator van boeken en tekenaar van ex-librissen. Tussen 1900 en 1933 maakte hij ongeveer 350 etsen. In 1952 schatte Clifford Musgrave dat Brangwyn meer dan 12.000 werken geproduceerd had.

Frank Brangwyn werd niet gediend door de enorme hoeveelheid van zijn producties in de meest uiteenlopende kunstvormen en materialen. In het Verenigd Koninkrijk is hij door de kritiek steeds nogal kleinerend behandeld. Hij kreeg meer waardering op het vasteland en in de Verenigde Staten.

Brugge[bewerken | brontekst bewerken]

Gezicht op de tuinzijde van het Arentshof - Brangwynmuseum

Brangwyn bleef zijn leven lang contact onderhouden met zijn geboortestad. In 1936 schonk hij aan die stad meer dan 400 van zijn werken, waarbij werd afgesproken dat in het Arentshuis een permanent Brangwynmuseum zou worden georganiseerd.

Affiches[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel Brangwyn meer dan 80 ontwerpen voor affiches produceerde tijdens de Eerste Wereldoorlog, was hij niet echt een oorlogskunstenaar. Zijn affiche van een Tommy die met een bajonet een vijandelijke soldaat aanvalt, lokte kritiek uit zowel in Groot-Brittannië als in Duitsland.

In de Verenigde Staten[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel hij nooit de Verenigde Staten bezocht zijn heel wat van zijn werken daar terechtgekomen. Hij maakte muurschilderijen voor gebouwen in Californië, New York, Ohio en Missouri. Zijn wandschilderij voor Cuyahoga County Court House in Cleveland (1911-15) werd door de New York Times aangekondigd als the largest picture ever painted in London for shipment abroad. Zijn best bekende wandschilderijen zijn die van de Rockefeller Building, 30 Rockefeller Plaza, New York (1930-34).

Daarnaast werd Brangwyn in de Verenigde Staten bekend door zijn deelname aan kunsttentoonstellingen. De eerste maal was dit in Chicago in 1893. Hij nam verder deel aan de eerste Carnegie International in 1896, en in Pittsburgh in 1897, 1899, 1902, 1907, 1925, 1926, en 1928. Het Carnegie Museum of Art bezit werk van hem.

Eerbetoon[bewerken | brontekst bewerken]

  • Brangwyn werd in het Verenigd Koninkrijk geridderd in 1941.
  • België bedankte hem voor zijn milde gift door hem te benoemen tot Grootofficier in de Orde van Leopold II.
  • Brugge verleende hem de hoogst zeldzame titel van ereburger van de stad.
  • In 1919 werd Brangwyn lid van de Royal Academy.
  • In 1920 werd hij buitenlands lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen en Kunsten van België.
  • In 1925–1926 was hij President van de Royal Birmingham Society of Artists.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Walter Shaw Sparrow, The Spirit of the Age, London: Hodder & Stoughton, 1905
  • Walter Shaw Sparrow, Frank Brangwyn and his Work, London: Kegan Paul, Trench, Trubner & Co, 1915
  • Walter Shaw Sparrow, Prints and drawings by Frank Brangwyn, London: John Lane, The Bodley Head, 1919
  • Hayter Preston & Frank Brangwyn, Windmills, Londen, The Bodley Head Limited, 1923
  • Furst Herbert, The Decorative Art of Frank Brangwyn, London, John Lane, The Bodley Head Ltd, 1924
  • William Gaunt, The Etchings of Frank Brangwyn RA, London,The Studio Limited, 1926
  • Cyril Bunt, The Water-Colours of Sir Frank Brangwyn RA, Leigh-on-Sea, Frank Lewis, 1958
  • Frank Brangwyn, in: Winkler Prins, Boek van het jaar 1957, Amsterdam/Brussel, Elsevier, 1958.
  • Vincent Galloway, The Oils and Murals of Sir Frank Brangwyn RA, Leigh-on-Sea, Frank Lewis, 1962
  • Dominique Marechal, De familie Brangwyn te Brugge, in: Biekorf, 1984.
  • Dominique Marechal, De collectie Frank Brangwyn. Catalogus, Brugge, 1987
  • Dominique Marechal, Frank Brangwyn, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, Deel 12, Brussel, 1987, kol. 109-116.
  • Fernand Bonneure, Frank William Brangwyn, in: Lexicon van Westvlaamse beelden kunstenaars, Deel 3, Kortrijk, 1994.
  • Meic Stephens (Editor): The New Companion to the Literature of Wales (University of Wales Press, Cardiff, 1998) ISBN 0-7083-1383-3
  • Paul Cava, Editor, Frank Brangwyn Photographs: Nude and Figure Studies, 2001, Paul Cava Fine Art, Bala Cynwyd, PA
  • Alan Windsor, Brangwyn, Sir Frank William (1867–1956), in: Oxford Dictionary of National Biography, Oxford University Press, 2004; online edn, May 2005 [1]
  • Diana de Vere Cole, Brangwyn in Perspective: the life and work of Sir Frank Brangwyn 1867-1956, The One Roof Press, 2006, ISBN 978-0-9535824-3-3
  • Roger Alford and Libby Horner (Eds), Brangwyn in his Studio. The Diary of Frank Alford, Guildford: R Alford, 2004
  • Libby Horner, Frank Brangwyn, A Mission to Decorate Life, 2006
  • Libby Horner and Gillian Naylor (Eds), Frank Brangwyn 1867-1956, Leeds Museums and Galleries, Groeningemuseum/Arents House, 2007.
  • Libby Horner, A Humble Offering to the People of Walthamstow. Being a short history of the William Morris Gallery and Brangwyn Gift, Stanford: L Horner, 2008
  • Libby Horner, Christ's Hospital Murals, Stanford: L Horner, 2008
  • The Grove Encyclopedia of Decorative Arts, Volume I.