Rovianaral

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Gallirallus rovianae)
Rovianaral
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2023)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Gruiformes (Kraanvogelachtigen)
Familie:Rallidae (Rallen, koeten en waterhoentjes)
Geslacht:Hypotaenidia
Soort
Hypotaenidia rovianae
(Diamond, 1991)[2]
Rovianaral op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De rovianaral (Hypotaenidia rovianae synoniem: Gallirallus rovianae) is een vogel uit de familie Rallidae (Rallen). Het is een typische eilandendeem. De vogel werd in 1991 door de Amerikaanse bioloog Jared Diamond beschreven.

Herkenning[bewerken | brontekst bewerken]

Deze ral heeft een zeer verborgen leefwijze en er zijn maar weinig individuen op aarde gezien, laat staan onderzocht. Het holotype is 30 cm lang, de sekse van dit individu was onbekend, maar waarschijnlijk is dit dier volwassen. De kleur is overwegend donker kastanjebruin, naar de kop toe iets voller van kleur, meer roodbruin rondom het oog. De vogel kan niet vliegen en heeft witte stippen op de vleugeldekveren. Deze ral lijkt het meest op de geelbandral (H. philippensis) en de guamral (H. owstoni).[3]

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

Deze soort is endemisch op de Salomonseilanden, een eilandengroep in het westelijk deel van de Grote Oceaan ten oosten van Nieuw-Guinea. Het leefgebied bestaat waarschijnlijk uit secundiar bos, daar waar bos opslaat in verlaten akkers en tuinen. Maar de vogel is ook waargenomen op een graslandje dat als vliegveld dienst deed.[3]

Status[bewerken | brontekst bewerken]

De rovianaral heeft een klein verspreidingsgebied en alleen daardoor is er de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven). De grootte van de wereldpopulatie werd in 2002 geschat op minder dan 10.000 individuen, mogelijk maar 1500 tot 7000 volwassen dieren. Deze ral gaat in aantal achteruit. De soort wordt bedreigd door op het eiland ingevoerde roofdieren en honden. Mogelijk is ook dat de populatie in de jaren 1990 toenam dankzij de aanplant van bos. Voorlopig heeft de vogel de status gevoelig op de Rode Lijst van de IUCN.[1]