Gebruiker:Kneiphof/klad

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Kinderspoorwegen waren instellingen voor buitenschoolse onderwijs en vorming in voormaling Sovjetunie en andere socialistische landen. Bij de kinderspoorwegen konden kinderen van 8 à 15 jaar verschillende spoorwegberoepen aanleren (machinist, seingever, treinbegeleider etc). In de winterperiode kregen kinderen les, en in de zomer konden leerlingen zelf voor het expoitatie van het spoorbedrijf(je) verzorgen (uiteraard onder begeleiding en toezicht van de volwassenen).

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Technisch gezien bestaat de kinderspoorweg uit een smalsporig spoorlijn van enkele kilometers (vaak lusvormig) met enkele stations. De meeste kinderspoorwegen (op enkele uitzonderingen na) hadden geen echte vervoersfucntie, en functioneerden dus als attractie. De kinderspoorwegen werden meestal in de stadsparken en andere recreatieve domeinen aangelegd.

In de winter studeerden de leerlingen theoretische basis van gekozen spoorwegberoep, en in de zomer zorgden ze voor het functioneren van hun spoorlijntje. Dat gebeurde uiteraard onder toezicht van de begeleiders, maar het was vooral de bedoling dat de kinderen zelf alle taken uitvoerden.

In de zomer functioneerde kinderspoorweg als attractie, waarvan iedere bezoeker gebruik kon maken (een beetje te vergelijken met de museumspoorlijn).

Naast beroepsvorming werd er bij de kinderspoorwegen aandacht brsteden aan de algemene vorming van de kinderen. Naast de lessen werd er ook aan sport, muziek e.d. gedaan.

Wat is kinderspoorweg niet[bewerken | brontekst bewerken]

Een soort treintje is een attractie dat men in vele parken vindt. Ook al zijn deze treintjes onder de kinderen populair, kinderspoorwegen zijn dat niet (althans niet in de "Russische" zin van het woord). Zulke attracties worden immers door de volwassenen bediend en zijn ook geen onderwijsinstellingen.

Sommige vroegere volwaardige kinderspoorwegen worden tegenwoordig door volwassenen bediend, en zijn dus geen echte kinderspoorwegen meer.

Infrastructuur[bewerken | brontekst bewerken]

Alle kinderspoorwegen waren smalsporig. In Sovjetunie bedroed de spoorwijdte meestal 750 mm. Dat kwan doordat deze spoorbreedtje de-facto standaard was op de destijds heel tlrijke (gewone) smalspoorlijnen van dit land. Hiermee konden de kinderspoorwegen het gewoon rollend materieel gebruiken. In ex-Sovjetunie is er maar één uitzonderling op dit regel, met name de Kinderspoorweg van Krasnojarsk. Vanaf het onstaan (1936) had deze kinderspoorwag heel smalle spoorwijdte, namelijk 350 mm. In 1961 werd deze kinderspoorweg omgespoord tot 508 mm (vrij unieke spoorbreedte).

Vroeger hadden ook de kinderspoorwegen van Volgograd en Astana ngewone spoorbreedte (600 mm), maar later werden ze alletwee tot 750 mm omgespoord.

Buiten Sovjetunie werden bij de kinderspoorwegen ook andere (smallere) spoorbreedtes gehanteerd. Zo heeft de kinderspoorweg van Poznan (Polen) de spoorbreedte van 600 mm, en die van Dresden slechts 381 mm.

Om het grote spoorbdrijf zo natuurgetrouw mogelijk na te bouwen, werden bij de kinderspoorwegen hetzelfde seinsystemen geïnstallerd and bij de "grote" spoorwegen, hoewel er bij de kinderspoorwegen geen echte practische nood aan was.

Rollend materieel[bewerken | brontekst bewerken]

Stoom[bewerken | brontekst bewerken]

Meestal werden bij de kinderspoorwegen gewoon rollend materieel gebruikt, hetezelfde ans bij de gewone smalsporige spoorlijnen. Voor de Tweede Wereldoorlog waren het de stoomlocomotieven (types Gr, P24 en anderen). In de jaren '60 begon men op de diesellocomotiven over te schakelen. Op de sommige kinderspoorwegen bleven stoomlocomotiven tot in de jaren tot op de jaren '70 en '80 gebruikt. Men moet in het oog houden dat het was vooral de bedoeling om de kinderen met modern spoorwegbedrijf kennis te laten maken, niet om rijdend museum uit te bouwen.

Toch zijn op de drie kinderspoorwegen, namelijk die van Kiëv, Rostov-on-Don en Nizhni Novgorod, die anno 2007 nog steeds stoomlocomotiven gebruikt (respectievelijk Gr-336, Gr-185 en Kp4-430). Tegenwoording worden de stoomlocomotieven als pronkstukken beschouwd, die door de leerlingen en leerkrachten met trots aan de buitenwereld gepresenteerd worden.

Diesel[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren '50 en '60 kwamen er steeds diesellocomotieven in dienst op de spoorwegen van Sovjetunie. De kinderspoorwegen volgden voorbeeld van de "grote broer". Zo kregen kinderspoorwegen in die tijd de diesellocomotiven van de types TU2, TU3, TU4, TU6 (vooral TU2, TU3; TU4 en TU waren bij de kinderspoorwegen zeldzaam). Aan het einde van de jaren '80 begon men diesellocomotief TEU-16 te ontwerpen, die speciaal bedoeld was voor het gebruik op de kinderspoorwegen. Maar onwille van het uiteenvallen van Sovjetunie en de economische crisis die erna volgde kwan dit project nooit van de tekentafel.

In de jaren '80 begonnen de kinderspoorwegen niewe diesellocomotiven van het type TU7 te krijgen, die oudere types verwangen, vooral TU2. Toch zij er nog steeds veel TU2 bij de kinderspoorwegen in gebruik.

Electrisch[bewerken | brontekst bewerken]

In tegenstelling tot de diesellocomotiven werden electrische locomotiven niet bij de kinderspoorwegen gebruikt. In 1960 werd door een groep ingenieurs een project van electrische locomotief voor de kinderspoorwegen ontworpen (type VL-4), maar men vond dat het gebruik van electrische tractie bij de kinderspoorwegen veel te gewaarlijk was, en hiermee was het project van VL-4 afgekeurd.

Er zijn gegevens dat op de kinderspoorweg van Oezjoer wel electrische locomotiven in gebruik waren (type ED-1), maar er is heel weinig over deze (allang opgeheven) spoopweg bekend, hiermee kan men van deze gegevens niet echt zeker zijn.

Rijtuigen[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de oorlog waren bij de meeste kinderspoorwegen oude rijtuigen in gebruik, die nog voor de Russische revolutie gebouwd werden. Na de oorlog werden ze door de rijtuigen van PAFAWAG fabriek (Polen) verwangen (rijtuigen van de types 2Aw en 3Aw die tussen 1956 en 1960 geproduceerd werden). PAFAWAG-rijtuigen hadden 38 zitplaatsen. In de jaren '80 begon men PAFAWAG-rijtuigen geleidelijk te verwangen door de rijtuigen van de types PV40 en PV51, die vananf jaren '50 door de fabriek van de stad Demichov geproduceerd werden.

Tegen het einde van de jaren '80 was ooit omwankelijke smalspoornet van Sovjetunie bijna tot niets geslonken, zodat vanaf 1989 geen smalspoorrijtuigen meer geproduceerd werden.

De bouw van smalspoormaterieel (nu allen voor de kinderspoorwegen) werd in 2003 hervat, toen Metrovagonmash fabriek (fabrikant van metro's en treinstellen) vanwege nog in de aanbouw zijnde kinderspoorweg van Novosibirsk een bestelling van rijtuigen kreeg. Deze nieuwe type rijtuigen kreeg 20.0011 als typeaanduiding gekregen. In augustus 2004 was de bestelling afgeleverd.

In het najaar van 2004 kwan nieuwe bestelling binnen, dit keer van de kinderspoorweg van Kratovo (nabij Moskau). De rijtuigen voor Kratovokinderspoorwer waren op de type 20.001 gebaseerd, maar ze bevatten veel aanpassingen. Daarom hadden ze andere typeaanduiding gekregen (types 20.0015 en 20.0016). In april 2005 werden ze afgeleverd.

= Motortreinstellen[bewerken | brontekst bewerken]

Bijna alle kinderspoorwegen gebruiken getrokken treinen (locomotief met motorloze rijtuigen). Toch waren er ook uitzonderingen. Bij de opgeheven kinderspoorwegen van Moskou en Oezjoer waren elektrische teinstellen gebruikt (dat waren ook twee einige geëlectrificeerde kinderspoorwegen).

Kinderspoorweg van Kommoenarsk gebruikte dieselmotorwagens van het type AM1.

"Doe-het-zelf"[bewerken | brontekst bewerken]

Ha,

Vind je het artikel van de Kinderspoorwegen nog niet goed genoeg? Ben bezig met artikel over Gorki Park, kan dan mooi gelinkt worden. Groet, vels 9 jun 2007 21:41 (CEST)