Gerard Hendrik von Heldring

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gerard Hendrik von Heldring
Geboren 14 september 1751
Rinteln
Overleden 19 september 1835
Nijmegen
Land/zijde Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Koninkrijk Groot-Brittannië
Koninkrijk Westfalen
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Onderdeel Staatse leger
British Army
Bataafse leger
Koninklijk Westfaals leger
Nederlandsche leger
Dienstjaren 1768 - 1776 (Staatse leger)
1776 - 1785 (British Army)
1785 - 1808 (Bataafse leger)
1808 - 1830 (Koninklijk Westfaals leger)
1830 - 1835 (Nederlandsche leger)
Rang Luitenant-Generaal
Bevel 5e Bataljon Waldeckers
5e Groot militair commando
Slagen/oorlogen Franse Revolutionaire Oorlogen
Onderscheidingen Commandeur in de Militaire Willems-Orde

Luitenant-Generaal Gerard Hendrik von Heldring of Gerhard Heinrich (von) Heldring (Rinteln[1], 14 september 1751 - Nijmegen, 19 september 1835) was een Nederlands militair van Duitse origine.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Heldring werd geboren in Rinteln, in het toenmalige Hessen-Kassel, als zoon van Hans Hendrik Heldring en Dorothea Grupen. Hij trad op zeventienjarige leeftijd als huursoldaat in dienst van het Staatse leger. Vervolgens maakte hij deel uit van het derde Engels Waldeck regiment, Hessische hulptroepen gedurende de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog,[2] waarbij hij onder meer deelnam aan de inname van Fort Washington. In 1785 werd hij kapitein van een compagnie musketiers in het vijfde bataljon van Waldeck,[3] een eenheid die door de vorst van Waldeck-Pyrmont tegen betaling ter beschikking werd gesteld van de Republiek en dat in actie kwam tijdens de Eerste Coalitieoorlog. Heldring werd er kolonel-commandant in 1794.

Na de omvorming van de Republiek tot Bataafse Republiek bleven de Waldeck-regimenten bestaan tot 1806. Heldring werd er generaal-majoor in 1803. In 1808 stapte hij over, als luitenant-generaal, naar het leger van het nieuwe Koninkrijk Westfalen, dat ook zijn geboortestad omvatte. Koning Jérôme Bonaparte verleende hem in 1811 de titel van graaf. Na de instorting van dit rijk keerde Heldring terug naar Nederland. Daar bood hij zijn diensten aan aan soeverein vorst Willem, die hem op 31 juli 1814 benoemde tot luitenant-generaal.

Heldring werd in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden te Maastricht bevelhebber van het vijfde groot militair commando dat de provincies Limburg, Zuid-Brabant en Luik omvatte. Bij het uitbreken van de Belgische Revolutie in 1830 werd de 79-jarige generaal uit die functie ontheven en op non-actief gesteld.

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

De keurvorst van Beieren verhief hem in 1790 tot de adelstand, op grond van een voorgewende afstamming van een Lijflands geslacht. Sindsdien noemde hij zich von Heldring. Hij voerde een ander wapen dan zijn vader en ontkende de verwantschap met de andere Heldrings.[4]

Militaire Willemsorde[bewerken | brontekst bewerken]

Heldring werd in 1816 ridder 3de klasse in de Militaire Willems-Orde.

Hij werd bij Koninklijk Besluit No.76 van 24 mei 1821 tot Commandeur in de Militaire Willems-Orde bevorderd.[5]

Militaire loopbaan[1][bewerken | brontekst bewerken]

Staatse leger: 1768

British Army:

Bataafse leger

Koninklijk Westfaals leger

Nederlandsche leger