Gerard Keller

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Buste van Keller, gemaakt door zijn zoon Johan Keller, collectie Rijksmuseum Amsterdam.

Gerard Keller (Gouda, 13 februari 1829 – Arnhem, 10 januari 1899)[1][2] was redacteur van de Arnhemsche Courant, werkte mee aan vele verschillende tijdschriften en bladen, schreef boeken en toneelstukken en werkte als vertaler.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Geboren in Gouda, verhuisde hij met zijn ouders in 1830 naar Den Haag. Na het gymnasium werd hij student aan de Delfsche Academie. Nadat hij vele beroepen had geprobeerd, waaronder heelmeester, predikant, ingenieur, architect, handelsman of beambte bij een gasfabriek, werd hij uiteindelijk aangenomen in 1850 als stenograaf bij de Kamers der Staten-Generaal. In 1864 werd hij redacteur bij de Arnhemsche Courant.[3]

Hij was redacteur van De Tijdstroom van 1851 tot '60, en van 1860 tot '64 mede-redacteur van De Nederlandsche Spectator, van 1865-1868 van De Geldersche Volksalmanak, in 1877 van De Geïllustreerde bibliotheek voor jonge lieden, van 1877 tot '88 van de Kunstkroniek, van 1875 tot nog toe van Voor 't jonge volkje, en van 1881 tot '82 van Het Zondagsblad voor 't Jonge Nederland. Bovendien vertaalde hij veel boeken uit het Frans en het Duits, waaronder het bekende Alleen op de wereld in 1880.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Vier novellen, samen met J.J. Cremer, Arnhem 1858
  • Zomervruchten, samen met T. van Westhreene en A. Ising, Leiden 1858
  • Het huisgezin van den praeceptor, Arnhem 1858
  • Binnen en buiten, 's-Gravenhage 1860
  • Een zomer in het Noorden, 2 dln., Arnhem 1860
  • De wandelende pop, Jan Goudvink, Leida's kasteel, 3 prentenboeken, Arnhem 1866
  • Een zomer in het Zuiden, 2 dln., Arnhem 1862
  • Novellen (in den Spectator) 1860-'64
  • De hypotheek op Wasenstein, Leiden 1865
  • Van huis, 3 dln, Arnhem 1867
  • De Geschiedenis van Robinson Crusoe, Arnhem 1869
  • Spoorweg A.B.C., Arnhem 1869
  • De goot-aap, Krommenie 1870
  • Overkompleet en andere novellen, Arnhem 1871
  • Oude kennissen, verspreide novellen
  • Het belegerde Parijs, Arnhem 1871
  • Het vermoorde Parijs, Arnhem 1871
  • Weenen, Bezoek aan Wilhelmshöhe, Dresden, Praag, Weenen, Ofen, Pesth, Salzkammergut en Salzburg, Arnhem 1872
  • De geschiedenis van een dubbeltje, en andere novellen, Amsterdam 1872
  • Gederailleerd, Arnhem 1873
  • Penneschetsen, Leiden 1874
  • Het ganzenbord of het blaauwe lint, blijspel, Arnhem 1874
  • Teruggekeerd, blijspel, 1875
  • Kunstjuweeltjes, (met etsen van Unger), Leiden 1875
  • Diamanten, (met etsen van Unger), Leiden 1875
  • Europa in al zijn heerlijkheid geschetst, 5 dln., Rotterdam 1877-'80
  • Het servetje, herinnering aan ‘Oefening kweekt kennis’, door Conviva, Leiden 1878
  • De dochter van den barbier, blijspel (bekroond), Amsterdam 1878, 2e dr. 1882
  • Waldeck in vogelvlucht, Haarlem 1879
  • Twee novellen, Den Haag 1880
  • Italië van de Alpen tot de Etna, Leiden 1880
  • Levensbericht van Gualtherus Kolff in de levensberichten van de Mij. der Ned. Lett., 1881
  • Novellen, volksuitgave, 5 dln., 's Hage 1881;
  • Op het postkantoor, roman schets, Amsterdam 1881
  • Twee weduwnaars, 's Hage 1881
  • Waarom heeft hij ze ook in de kast gesloten? 's Hage 1881
  • Het testament van Mevr. de Tonnette, Arnhem 1882
  • Zwitserland, Leiden 1882
  • Het gevaarlijke nichtje, blijspel in 3 bedrijven, Haarlem 1884
  • Flikkerende vlammen, novelle, Rotterdam 1884
  • Nemesis Novelle, 2 dln., Rotterdam 1885
  • Amerika, in al zijn heerlijkheid geschetst, Rott. 1886.