Handelsconflict

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een handelsconflict is een conflict tussen landen of multinationale organisaties (zoals de Europese Unie) over handel in bepaalde producten. Tegenwoordig worden deze conflicten op ambtelijk niveau opgelost, maar in vroeger tijden werd er vaak oorlog om gevoerd.

In principe kunnen landen een klacht over gedrag van een ander land of blok indienen bij de Wereldhandelsorganisatie, waarna deze organisatie de klacht toetst en hier een uitspraak over doet.

In de tijd van de Vereenigde Oostindische Compagnie werden regelmatig handelsoorlogen met bijvoorbeeld Engeland of Spanje gevoerd.

Vanaf 12 september 2005 worden alle zittingen over handelsconflicten bij de WTO openbaar.

Textielconflict EU, VS en China[bewerken | brontekst bewerken]

Anno 2005 is er een conflict tussen de Volksrepubliek China enerzijds en de EU en ook de Verenigde Staten anderzijds. Op 1 januari liep een langdurige overeenkomst binnen de Wereldhandelsorganisatie over quota op de invoer van textiel af. Na afloop van die datum werd de markt voor textiel geliberaliseerd. De markten van de EU werden daarna overspoeld met goedkoop textiel uit China, wat met name een bedreiging vormde voor de producenten van textiel in Zuid-Europa. Door de EU en China werd afgesproken dat er maximaal 10% meer textiel zou worden ingevoerd ten opzichte van 2004. Eind augustus 2005 werd dat quotum echter bereikt en sindsdien lobbyen importeurs in met name West-Europa voor versoepeling van het quotum.

Namens de Europese Unie onderhandelt Europees Commissaris Peter Mandelson over de quota.