Hanns Albin Rauter

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johann Baptist Albin Rauter
Hanns Albin Rauter als SS-Brigadeführer (1939)
Geboren 4 februari 1895
Klagenfurt, Oostenrijk-Hongarije
Overleden 25 maart 1949
Den Haag, Nederland
Regio Land Östereich[1]
Land Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Politieke partij NSDAP
Partner Else Auguste Wilhelmine Rauter (geb. Lauter) (1917-2005)[2]
Religie Katholiek: kerkuittreding op 26 oktober 1936 daarna Gottgläubig[1][3]
Höhere SS- und Polizeiführer in Nederland
Aangetreden 24 mei 1940[4]
Einde termijn 8 mei 1945[4]
Leider(s) Heinrich Himmler
Voorganger Ambt opericht
Opvolger Ambt opgeheven
Parlementslid in de Rijksdag
Aangetreden 27 oktober 1938[1]
Einde termijn 8 mei 1945[1]
Leider(s) Adolf Hitler
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Johann Baptist Albin (Hanns Albin) Rauter (Klagenfurt, 4 februari 1895Den Haag, 25 maart 1949) was een Oostenrijker die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland de hoogste vertegenwoordiger van de SS was en als zodanig hoofdverantwoordelijke voor vervolging en onderdrukking van het Nederlandse verzet en medeverantwoordelijke voor de deportatie van de Nederlandse Joden. Nadat hij in maart 1945 bij toeval werd beschoten door verzetsmensen in de buurt van De Woeste Hoeve op de Veluwe, lieten de Duitse autoriteiten als represaille 263 mensen executeren. Na de oorlog werd Rauter ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.

In de jaren 1940–1945 vervulde Rauter in het bezette Nederland in de rang van Obergruppenführer de functies van höhere SS- und Polizeiführer en Generalkommissar für das Sicherheitswesen. Daarmee was hij een van de voornaamste leiders van het Duitse bestuur. Zijn superieuren waren SS-leider Heinrich Himmler en rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Rauter volgde een technische opleiding aan de universiteit van Graz. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, meldde hij zich vrijwillig als soldaat. Na afloop van de oorlog nam hij deel aan de Karinthische Vrijheidsstrijd. In 1921 was hij bij een soortgelijke strijd in Opper-Silezië betrokken. In datzelfde jaar was hij tevens medeoprichter van de antisemitische groepering Steirischer Heimatschutz, waarin hij een leidinggevende positie bekleedde.

In 1921 ontmoette Rauter voor de eerste keer Adolf Hitler. De door de nazi's voorgestane rassenleer (die onder meer tot de deportatie van en moord op Joden, Slaven en zigeuners zou leiden) kon geheel op zijn instemming rekenen. In Oostenrijk werkte hij voor de nazi's, maar in 1933 moest hij naar Duitsland uitwijken vanwege onder meer zijn deelname aan een staatsgreep (de zogenaamde Pfrimer-Putsch) die uitging van Freikorps-achtige, paramilitaire groeperingen. Van 1934 tot 1938 was hij belast met illegale hulpverlening aan Oostenrijk; op 27 oktober 1938, na de Anschluss, werd hij voor Wenen lid van de Duitse Rijksdag. Hij trad toe tot de rangen van de SA, maar stapte in 1935 naar de SS over, waar hij binnen enkele jaren een generaalsrang bereikte. Tot 1940 diende hij als stafofficier onder de beruchte Von dem Bach-Zelewski in de Silezische hoofdstad Breslau ("SS-Oberabschnitt Südost") en was daar betrokken bij anti-Joodse acties. In 1939 werd hij tot SS-Brigadeführer bevorderd (in rang overeenkomend met een brigadegeneraal).

In 1937 trad Rauter in het huwelijk met een 22 jaar jongere vrouw, een verbintenis waaruit vijf kinderen voortkwamen.

Rol tijdens de oorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Hanns Albin Rauter, SS-Obergruppenführer August Heißmeyer en Friedrich Wimmer bezoeken de Reichsschule in Valkenburg, 6 juli 1943.
Propagandafilm uit januari 1942 van de Filmdienst der NSB. Rauter neemt afscheid van 150 man van de Nederlandse SS die naar het oostfront vertrekken.

Na de bezetting van Nederland door nazi-Duitsland werd Rauter op 23 mei 1940 tot "Generalkommissar für das Sicherheitswesen" alsmede tot "höherer SS- und Polizeiführer Nordwest" benoemd en in 1941 en 1943 tot hogere SS-generaalsrangen bevorderd. Generaal Rauter zette zich vol overtuiging in voor de deportatie van de Joodse Nederlanders naar concentratie- en vernietigingskampen (juli 1942 - september 1943): "We willen alleen maar genezen worden van deze pest [Qual] en het Joodse vraagstuk moet definitief en totaal worden opgelost".[5] Begin oktober 1943 was hij samen met andere hoge SS-officieren en partijfunctionarissen onder het gehoor van Himmler, toen deze in zijn Poznań-toespraken klare taal sprak over de inmiddels al vergevorderde massamoord op de Joden.[6] De hogere SS-omgeving van Rauter in Nederland bestond uit medeplichtigen aan de Jodenmoord. De politieofficier Wilhelm Harster, die het Jodenreferaat in Berlijn (IVB4) vertegenwoordigde, droeg hoogstwaarschijnlijk kennis van de besluiten van de Wannsee-conferentie (begin 1942); ook nazi-massamoordenaars met wie Rauter na de grote deportatiegolven richting Kamp Westerbork nauw samenwerkte (zoals Karl Eberhard Schöngarth en Erich Naumann) waren geheel op de hoogte van wat er in "het Oosten" gaande was.

Daarnaast droeg hij verantwoordelijkheid voor de bestrijding van het Nederlandse verzet en de verplichte tewerkstelling van ongeveer 500.000 Nederlandse mannen in Duitsland. Hij werd berucht door het bloedig neerslaan van de Februaristaking. Deze staking werd op 26 februari 1941 door de SS neergeslagen onder het uitroepen van de noodtoestand en het toepassen van het standrecht. Ook was hij verantwoordelijk voor een serie moordaanslagen en sluipmoorden op anti-Duitse Nederlanders onder codenaam Aktion Silbertanne. Nadat de illegale krant Trouw op 15 juni 1944 in een mededeling schreef 'dat het gezin van Rauter in een zwaar bewaakt huis, Ernst Casimirlaan 23 te Arnhem, woonachtig is' om zo de lezers duidelijk te maken dat het erop leek dat de SS-leiding zich van de kust terugtrok na de landing in Normandië, beschouwde Rauter dit als een aanzet om een aanslag op zijn leven te plegen. Hij liet een groot aantal Trouw-medewerkers oppakken en tijdens een Polizeistandgericht op 5 augustus werden 23 Trouw-verspreiders wegens medewerking aan de verspreiding van een 'ophitsend geschrift' ter dood veroordeeld, waarop 6 van hen op 9 augustus werden geëxecuteerd en 17 van hen op 10 augustus 1944.[7]

Na de Operatie Market Garden kreeg hij het bevel over het Maasfront in de hoedanigheid van General der Waffen-SS.

Als hoogste politiechef in Nederland was het eveneens Rauters taak de Nederlandse politie om te vormen tot een voor de doeleinden van nazi-Duitsland efficiënt instrument. Daartoe voerde Rauter een centralisatie door waarbij de diverse politieonderdelen onder een eenhoofdige leiding kwamen te staan. Deze centralisatie heeft de Nederlandse overheid na afloop van de oorlog intact gelaten omdat men anders weer zou worden geconfronteerd met de oude verdeeldheid en de problemen die deze met zich mee had gebracht.

Aanslag op Rauter en wraakneming daarvoor[bewerken | brontekst bewerken]

Het zogenaamde 'Rauterkruis' op de Waalsdorpervlakte, dat herinnert aan de 38 executies aldaar
Zie Aanslag op Hanns Rauter voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In de nacht van 6 op 7 maart 1945 werd Rauters auto bij de Woeste Hoeve op de Veluwe staande gehouden door een Nederlandse verzetsgroep. De groep wilde een Duitse vrachtwagen buitmaken en wist niet dat Rauter in de auto zat. Rauter overleefde de schietpartij die ontstond, zij het dat hij flink gewond was geraakt – onder meer in zijn gezicht – en blijvende littekens zou houden. Als represaille werden op 8 maart 117 gevangenen bij de Woeste Hoeve geëxecuteerd, 59 in Amsterdam, 49 in kamp Amersfoort, 38 op de Waalsdorpervlakte. Ook op enkele andere plaatsen vonden executies plaats, tot een totaal aantal van ongeveer 300.

Berechting en executie[bewerken | brontekst bewerken]

Polygoonjournaal over het proces van Rauter voor het Bijzonder Gerechtshof in april 1948 (10:30)
Rauter tijdens zijn proces voor het Bijzonder Gerechtshof
Verdediger mr. K.T.M. van Rijckevorsel tijdens zijn pleidooi in de zaak van Rauter

Het proces tegen Rauter vond op 1, 2, 3 en 22 april 1948 plaats in het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag in het voormalig paleis aan de Kneuterdijk. De voorzitter van het hof was jhr. mr. P.G.M. van Meeuwen, de procureur-fiscaal mr. J. Zaaijer en de verdediger mr. K. van Rijckevorsel. In uniform zonder distinctieven luisterde Rauter in de afgeladen rechtszaal naar getuigen, zoals de voormalige chef van de Duitse contraspionage in Nederland, J. Schreieder (bekend van het Englandspiel), en de voormalige tweede man en hoofd propaganda van de NSB, C. van Geelkerken. De procureur-fiscaal mr. Zaaijer las aan het begin van de zitting de tenlastelegging voor en eiste ten slotte de doodstraf.[8] Op 3 mei 1948 werd hij door het Bijzonder Gerechtshof ter dood veroordeeld. Dit werd op 12 januari 1949 in cassatie bevestigd.

Tijdens zijn naoorlogse proces presenteerde hij zichzelf als iemand die slechts bevelen had opgevolgd, en die niets van de Holocaust zou hebben geweten.[9] Van het proces tegen Rauter werd een filmverslag gemaakt. Hierin is te zien dat Rauter niet vond dat hij zich schuldig had gemaakt aan oorlogsmisdaden, zelfs niet toen hij zijn geweten had onderzocht. Dit bleek ook uit een interview dat de historicus J. Presser, kort na het vonnis, met hem had over de Jodenvervolging;[10] citaat:

In hartstochtelijke bewoordingen, min of meer een herhaling van de betuigingen tijdens zijn proces, verwierp hij alle medewetenschap; ook toen riep hij uit, dat hij als generaal liever de epauletten van zijn schouders had gerukt dan tot die massamoord mede te werken; tijdens dit proces had hij zich maar één straf voor zulk een misdaad kunnen indenken: "auf dem Scheiterhaufen lebendig verbrannt zu werden" (op de brandstapel levend te worden verbrand). Maar dan herleest men weer de teksten van brieven en redevoeringen van deze man, ook van brieven tot hem gericht, van redevoeringen, door hem aangehoord, alles uit de tijd, waarin hijzelf, zijn meerderen en zijn minderen, zich nog konden laten gaan, omdat de zekerheid der overwinning al bij voorbaat alle verantwoording overbodig en alle verantwoordelijkheid onvoelbaar maakte, men stelt zich dat alles voor ogen en laat daar achter die vele tienduizenden wegtrekken naar de verschrikkelijke dood, die hen, mannen, vrouwen, kinderen wachtte.

Op 9 februari 1949 verscheen Rauter nog voor de Parlementaire-enquêtecommissie 1940-1945. Hij weigerde echter alle medewerking. Op 25 maart 1949 werd Hanns Albin Rauter op 54-jarige leeftijd nabij Scheveningen gefusilleerd. De Zeeuwse verzetsstrijder Christiaan Wisse kreeg het verzoek om Rauter, op erewoord ongeboeid, van de Strafgevangenis te Scheveningen naar de plaats van executie te begeleiden, waar het vonnis om 6.30 uur in de vroege vrijdagmorgen werd voltrokken. Het bevel "Vuur!" werd door Rauter zelf gegeven, die daarmee de commandant van het vuurpeloton voor was. Na zijn executie werd Rauter's lichaam begraven in een naamloos graf op de Algemene Begraafplaats te 's-Gravenhage zoals dat ook was gebeurd met de al eerder geëxecuteerde collaborateurs Anton Mussert en Max Blokzijl.

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Rauter was gehuwd en had vijf kinderen. Zijn vrouw Else, die 22 jaar jonger was, overleed in 2005.

Rangen bij de SS en de politie[bewerken | brontekst bewerken]

Datum Oostenrijks-Hongaars leger Sturmabteilung Allgemeine-SS Politie Waffen-SS
20 februari 1915[4][11] Kriegsfreiwilliger
1915[4][12] k.u.k. Fähnrich der Reserve
1916[4][12] k.u.k. Leutnant der Reserve
1 juli 1918[4][12] k.u.k. Oberleutnant der Reserve
21 november 1933[4] -
23 november 1933[12]
SA-Obersturmbannführer
Augustus 1934[4][12]
SA-Standartenführer
1934[13]
SS-Standartenführer
27 februari 1935[12]
(met ingang van 20 februari 1935[13][14][12])
SS-Oberführer
29 januari 1940[12]
(met ingang van 21 december 1939[13][12])
SS-Brigadeführer
9 november 1940[4][15]
Generalmajor in de Waffen-SS
20 april 1941[13][16][15]
SS-Gruppenführer Generalleutnant in de politie[16]
21 juni 1943[13][15]
SS-Obergruppenführer Generaal in de politie
20 juni 1944[4][15]
(met ingang van 1 juni 1944[13][15])
Generaal in de Waffen-SS

Lidmaatschapsnummer[bewerken | brontekst bewerken]

  • SS-nr.: 262 958[14][4] (lid geworden 27 februari 1935, met ingang van 20 februari 1935[12])

Decoraties[bewerken | brontekst bewerken]

Selectie:

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Theo Gerritse, Rauter: Himmlers vuist in Nederland, Uitgeverij Boom, 2018, ISBN 9789461055286
Zie de categorie Hanns Albin Rauter van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.