Henricus-Jacobus de Croes

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Henricus-Jacobus de Croes

Henricus-Jacobus de Croes (Henri-Jacques de Croes), (19 september 1705 gedoopt te Antwerpen (Spaanse Nederlanden)[1], 16 augustus 1786 gestorven te Brussel (Oostenrijkse Nederlanden))[1][2], zoon van Henri de Croes en Anne Marguerite Hallandusis[3], was een componist uit de zuidelijke Nederlanden (nu België), violist en kapelmeester. Zijn beweging, gedurende zijn leven, van Barok naar Galante stijl of Empfindsame stijl was opvallend.

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

Henricus-Jacobus de Croes ging in de leer bij Josephus Guillielmus Soussé (1676-1752) in de Sint-Andrieskerk te Antwerpen. Soussé was zangmeester ('maitre de chant' met de stem van tenor) bij verschillende kerken aldaar. Zo ook bij de Sint Jacobuskerk.[4] Reeds op 18-jarige leeftijd werd de Croes bij deze kerk aangesteld als eerste violist.[5]

Al sinds de Vrede van Utrecht in 1713 werden in de hoofdstad Brussel van de Zuidelijke Nederlanden vuurwerkshows, feesten, carnavalsoptochten en parades gehouden. Het werd een bruisende, lichtvoetige stad. Dit maakte haar ook voor Henricus-Jacobus de Croes tot een aantrekkelijke.

In 1729 trad Henricus-Jacobus de Croes te Frankfurt am Main in dienst van Thurn und Taxis,[6] maar bleef via hun residentie te Brussel contacten onderhouden, bijvoorbeeld met het operahuis De Munt, de kathedraal Sint Goedele en de hofkapel.[7] Toen hij in 1744 zich definitief in Brussel vestigde, werkte hij bij de hofkapel van de in 1741 benoemde en in 1744 aangetreden kunstzinnige Oostenrijkse landvoogd Karel Alexander van Lotharingen.[8] Hij werd daar aangenomen als concertmeester (1e violist). De directe leiding van de hofkapel was in handen van kapelmeesterJean-Joseph Fiocco[9]. Na het overlijden van Fiocco in 1746 nam de Croes de leiding van de kapel over en kreeg in 1749 tot zijn dood in 1786 de functie van kapelmeester officieel.[10]

Over een huwelijksverbintenis van Henricus-Jacobus de Croes zijn geen directe bronnen gevonden, maar wel dat hij een zoon had (zie afstamming hieronder) die in zijn voetsporen trad. Duidelijk is dat hij beschikte over grote muzikale en sociale vaardigheid en dat zijn leven van componeren en musiceren vervuld was.

Muziek[bewerken | brontekst bewerken]

De Croes werkte in een tijd waarin de Barok overging in de Galante/Empfindsame stijl. Na zijn verblijf in Frankfurt stond zijn compositorisch werk deze stijl nabij en werd mede door Franse en Italiaanse invloeden gevormd. Soms denkt iemand wel eens aan een compositie van Antonio Vivaldi of Arcangelo Corelli als hij/zij zijn muziek voor het eerst hoort. Toch blijft zij voor de kenner herkenbaar als een 'Henricus-Jacobus de Croes'. Zij is het resultaat van een fijnzinnige opbouw, waarbij iedere noot met de grootste voorzichtigheid en zuinigheid is neergezet. Het is daarmee enerzijds barokmuziek, maar anderzijds zijn de baslijnen geen zware stuwende ondertonen meer. In plaats daarvan doet het samenspel tussen de instrumenten het werk.[11]

Bekend is dat hij kamermuziek, sonates, symfonieën, concerten, 15 missen, een requiem en 34 motetten schreef.[12] Zijn motetten lijken vaak op cantates (meestal beginnend en eindigend met een koor) en onder invloed van de Franse hofcomponist Henri Dumont.[13] Zijn komische opera Les Amours de Colin et de Colette, opgevoerd op 4 november 1756 in Brussel, ging verloren.[14]

In 2020 werden zes al verloren geachte vioolconcerten in een bibliotheek in Stockholm herontdekt. Alleen in Regensburg was al eens een deel van deze partituren beschadigd teruggevonden.[15][16]

Afstamming[bewerken | brontekst bewerken]

Zijn zoon Henri-Joseph de Croes (geboren op 16 augustus 1758 te Brussel - gestorven op 6 januari 1842 te Regensburg) was ook violist, en van 1776 tot 1783 kapelmeester van de prinsen van Thurn en Taxis te Regensburg.

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Champlin, John Denison; Apthorp, William Foster, Cyclopedia of music & musicians, Volume 1. Scribner (1893), p. 375.[17]
  • Suzanne Clercx-Lejeune, Henri-Jacques de Croes, compositeur et maître de musique du prince Charles de Lorraine, (Brussel, 1940).
  • Marc Honegger, Dictionnaire de la musique : les hommes et leurs œuvres, v. 1, Bordas, Parijs, 1970, 590 p.
  • Koen Buyens, Musici aan het hof. De Brusselse hofkapel onder Henri-Jacques de Croes (1749-1786). Een sociaal-historische studie, Brussel, 2001, 224 p.
  • Marie Cornaz, Les éditions musicales publiées à Bruxelles au XVIIIe siècle (1706-1794). Catalogue descriptif et illustré, Bruxelles, 2008, pp. 58 e.v.
  • Hij wordt genoemd in de Biographie universelle des musicien van François-Joseph Fétis (1867); het Lexicon der Toonkunst van Henri Viotta (1881), het Geïllustreerd Muzieklexicon van Keller en Kruseman (1949).

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. a b Zie Franstalige Wikipedia op 22-4-2021
  2. Vrede van Utrecht in 1713: Spaanse Nederlanden werden Oostenrijkse Nederlanden. Spaanse en Oostenrijkse Nederlanden werden ook wel als Zuidelijke Nederlanden aangeduid.
  3. Zie www.geni.com/people/Henri-Jacques-De-Croes op 22-4-2021
  4. stretto.be op 17-4-2021
  5. http://www.intramurofestival.be/Lepavillondemusicque[dode link]
  6. Thurn und Taxis waren de ontwikkelaars van het Europese postwezen. Vandaar de vele pleisterplaatsen waarvan de Croes gebruik kon maken.
  7. http://www.kultuurpakt.be/cd-lp[dode link] /Le-pavillon-de-musique-o-l-v-Ann-Cnop-zet-fijnzinnige-Belgische-barok-op-de-kaart op 22-4-2021
  8. Karel Alexander van Lotharingen (in het Frans ook bekend als: Charles de Lorraine) was als Oostenrijkse maarschalk sinds 1740 gemobiliseerd en in die tijd onder andere betrokken bij de oorlogen om de Habsburgse erfopvolging en om Silezië. Al was hij daarin zeer onsuccesvol, hij hield van feesten, de goede dingen van het leven en bevorderde kunst en cultuur in Brussel. Jongelingen met talent, die hem werden voorgedragen, moedigde hij aan en hielp hij om tot een eigen Vlaamse kunst te komen. Andere musici die zo de gelegenheid kregen voor hun talenten waren onder meer Joseph-Hector Fiocco, Franz Krafft, Karel Jozef van Helmont, Pieter van Maldere, Willem Gommaar Kennis. Al tijdens zijn leven werden twee standbeelden van deze landvoogd opgericht.
  9. Vlaming wiens vader afkomstig was uit Venetië (in die tijd naast België ook Oostenrijks gebied).
  10. Zie ook: Koen Buyens, Musici aan het hof, ISBN 978-9054872993 en www.stretto.be.
  11. Niet letterlijk overgenomen, maar wel grotendeels ontleend aan de mooie omschrijving van Ann Cnop van Le Pavillon de Musique in kultuurpakt.be
  12. Artikel Spaanse wikipedia over Henri-Jacques de Croes op 16-4-2021.
  13. Zie Duitstalige Wikipedia op 21-4-2021 over Henri-Jacques de Croes.
  14. Franstalige Wikipedia op 21-4-2021 over Henr-Jacques de Croes.
  15. VI Concerti for Violin, Le Pavillon de Musique o.l.v. Ann Cnop.
  16. Het is alsof een draad van Ariadne uitgesponnen van een ingang te Brussel leidt naar het hart van het labyrint van de wereld in Stockholm en dat de held Theseus, uitgerust met helm en zwaard, daar geen zware minotauris aantreft, maar een wemelende wolk eendagsvliegjes, dansend in het schitterend licht van een midzomerdag. Zoals kwantummechanische deeltjes vergaan en ontstaan, kortstondig en kwetsbaar als efemere klanken in het spel van de musici, lijken anderzijds hun partituren eeuwig en robuust.
  17. (en) Champlin, John Denison, Apthorp, William Foster (1893), Cyclopedia of music & musicians, Volume 1. Scribner, p. 375. Gearchiveerd op 28 juli 2023.