Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Medaille en baton

De Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen, oorspronkelijk Herinneringsmedaille Rampenbrigade geheten, is een Nederlandse onderscheiding die wordt verleend aan militairen die deelnemen aan humanitaire missies naar rampgebieden.

Elk van de uitgereikte medailles heeft een zilveren gesp op het lint waarmee de humanitaire actie wordt aangegeven.

Medaille[bewerken | brontekst bewerken]

De ronde gepatineerde zilveren medaille met een middellijn van 35 millimeter wordt aan een lint op de linkerborst gedragen. Op de voorzijde is een naar beneden gericht in de schede gestoken zwaard afgebeeld. Dit zwaard is omkranst door een lauwertak. Links onder en rechts boven, iets over het zwaard reikend zijn twee naar elkaar gerichte rechterhanden afgebeeld. De bovenste, "helpende" hand is stevig maar de onderste "ontvangende" hand is opvallend mager. Rechtsonder op de voorzijde is het motto "DE HELPENDE HAND WERD GEBODEN" te lezen.

De keerzijde van de Medaille vertoont het Nederlandse Rijkswapen.

Het kleurrijke lint is goudgeel met diep donkerblauwe banden, overvloeiende in het goudgeel als bies. In het midden zijn drie banen, elk 1½ millimeter breed in de kleuren van de Nederlandse vlag, rood, wit en blauw, geweven. Wanneer het model- of miniatuurversiersel gedragen wordt, worden de gespen op het lint gedragen. Men kan de onderscheiding dus op rokkostuum of avondkleding dragen. De oudste gesp wordt onderaan gedragen. Op een baton wordt het bezit van meerdere gespen aangeduid met de in Nederland gebruikelijke zespuntige gebombeerde zilveren sterren. Op de baton worden maximaal vier sterren gedragen. Dat betekent dat het baton altijd ten minste één ster draagt.

Gespen[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn bij Koninklijk Besluit vier gespen ingesteld voor de Herinneringsmedaille Rampenbrigade:

  • De gesp "TUNESIË 1969/1970", voor militairen van de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht die in de periode van 4 november 1969 tot 8 maart 1970 in de Republiek Tunesië hebben deelgenomen aan de hulpverlening ter verlichting van de watersnoodramp die dat land in het najaar van 1969 getroffen heeft.
  • De gesp "SOEDAN 1974" (ministerieel besluit van 7 oktober 1974 - Staatsblad 662), voor militairen van de Koninklijke Landmacht die in de periode september tot oktober 1974 in de droogtegebieden van de Republiek Soedan hebben deelgenomen aan de hulpverlening bij de voedseldistributie[1].
  • De gesp "RWANDA 1994" (ministerieel besluit van 12 september 1994 - Staatsblad 703), voor militairen van de krijgsmacht die in augustus en september 1994 hebben deelgenomen aan de hulpverlening bij de leniging van nood van Rwandese vluchtelingen in de Republiek Zaïre[2].
  • De gesp "ALBANIË 1999" (Koninklijk besluit van 1 februari 2000 - Staatsblad 89), voor de hulpverlening in Nederlands militair verband bij de leniging van nood van vluchtelingen uit Kosovo in de periode april tot en met augustus 1999 in Albanië.

Voor de hulpverlening bij de vreselijke aardbeving in Agadir in Marokko werd in 2000 alsnog een Draaginsigne "Agadir 1960" ingesteld. De hulpverleners, marinepersoneel en mariniers, hadden geen eerdere onderscheiding voor hun inzet ontvangen maar ze mogen ook de Herinneringsmedaille Rampenbrigade niet dragen. Er is geen gesp "AGADIR 1960".

Op het lint van de Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen worden twee gespen gedragen.

  • De gesp "TSUNAMI 2004" (Koninklijk besluit van 9 januari 2006 - Staatsblad 265), voor de hulpverlening in Nederlands militair verband bij de leniging van de nood van slachtoffers van de tsunami in Azië en Afrika in de periode van december 2004 tot en met december 2005. De gesp of de medaille met de gesp voor wie de medaille nog niet bezat werd op 31 januari 2006 uitgereikt aan 141 hulpverleners[3].
  • De gesp "PAKISTAN 2005" (Koninklijk besluit van 15 maart 2006 - Staatsblad 278), de hulpverlening in Nederlands militair verband bij de leniging van de nood van slachtoffers van de aardbeving in Pakistan in de periode van 9 oktober 2005 tot en met 15 februari 2006[4].
  • De gesp "HAÏTI 2010" (Koninklijk Besluit van 29 juni 2010 - Staatsblad 2010 nr.301), voor de hulpverlening in Nederlands militair verband bij de leniging van de nood van slachtoffers van de aardbeving in Haïti in de periode 12 januari 2010 tot en met 24 februari 2010[5].

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De Herinneringsmedaille Rampenbrigade werd op 17 augustus 1971 bij Koninklijk Besluit ingesteld. Aanleiding tot dit besluit was het optreden van militairen van de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht in Tunesië. Er was geen beschikbare medaille om deze actie, die niet door de Verenigde Naties en het Rode Kruis was georganiseerd, te belonen met een onderscheiding[6]. De medaille werd verleend aan personen die, zo stelt het Koninklijk Besluit, "deel uitmakend van of tezamen met de krijgsmacht, ter plaatse van een door de Minister van Defensie aangewezen rampgebied in dienstverband daadwerkelijk aan de hulpverlening hebben deelgenomen".

In het Koninklijk Besluit van 1 februari 2000, "houdende hernieuwde instelling van het besluit tot instelling van de Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen" werd de Herinneringsmedaille Rampenbrigade omgedoopt in "Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen", Het bleef dezelfde medaille met hetzelfde lint. De gespen zouden ook in de toekomst op het lint gedragen worden en nieuw ingestelde gespen zouden op het lint worden aangebracht[7].

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Mr. C.H. Evers, "Onderscheidingen - Leidraad voor de decoraties van het Koninkrijk der Nederlanden", 2001
  • H.G. Meijer, C.P. Mulder en B.W. Wagenaar, "Orders and Decorations of the Netherlands", 1984

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]