Hr.Ms. K XIV (1933)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Hr.Ms. K XIV)
Vlag
Vlag
Hr.Ms. K XIV
Vlag
Vlag
De onderzeeboot Hr.Ms. K XIV deed tijdens WO II voornamelijk dienst in het Verre Oosten.
Geschiedenis
Kiellegging 31 mei 1930
Tewaterlating 11 juli 1932
In dienst gesteld 6 juli 1933
Uit dienst gesteld 23 april 1946
Algemene kenmerken
Waterverplaatsing 865 ton (boven water)
1045 ton (onder water)
Afmetingen 73,8 x 6,5 x 3,8 meter
Bemanning 38
Techniek en uitrusting
Machinevermogen 2 x 1600 pk(dieselmotor)
2 x 430 pk(elektromotor)
Snelheid 17 knopen (boven water)
9 knopen (onder water)
Bewapening 8 x 21inch torpedobuizen
1 x 8,8 cm kanon en 2 x 40 mm mitrailleurs
Portaal  Portaalicoon   Marine

De Hr.Ms. K XIV (N 22) was een Nederlandse onderzeeboot van de naar haar genoemde K XIV-klasse. De K XIV werd gebouwd door de Rotterdamse scheepswerf RDM. Net als alle andere K onderzeeboten werd de K XIV door het Nederlandse ministerie van Koloniën als patrouilleschip voor Nederlands-Indië aangeschaft.[1] Op 7 februari 1934 vertrok de K XIV samen met de K XV vanuit Den Helder naar Nederlands-Indië waar het schip op 12 april 1934 arriveerde in Soerabaja. Tijdens de tocht deden de schepen de volgende havens aan: Lissabon, Cádiz, Palermo, Port Said, Suez, Aden en Colombo. Tijdens de vlootschouw op 6 september 1938 ter ere van het veertigjarige regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina was de K XIV een van de zes onderzeeboten die deelnamen aan deze vlootschouw.[2]

De K XIV tijdens WO II[bewerken | brontekst bewerken]

Begin 1941 werd de K XIV ingedeeld bij de 3e divisie van het onderzeebootflottielje in Nederlands-Indië. Naast de K XIV waren de K XV, de K XVI en de K XVIII onderdeel van 3e divisie.[3] In november 1941 werd de 3e onderzeebootdivisie overgeplaatst naar het eiland Tarakan in de buurt van Borneo, dit omdat een Japanse invasie in deze regio werd verwacht. (zie ook Slag om Borneo )[2]

De verdediging van Nederlands-Indië[bewerken | brontekst bewerken]

Na het uitbreken van de oorlog met Japan werd het patrouillegebied van de 3e onderzeebootdivisie verplaatst naar de Straat Makassar. Naarmate de aanvallen op Nederlands-Indië zich verhevigden, werd de 3e onderzeebootdivisie regelmatig overgeplaatst naar andere gebieden. Pas toen de divisie was overgeplaatst naar wateren in de buurt van Kuching wist de K XIV succesvol een Japanse landingsvloot aan te vallen. Door een toevallige ontmoeting met de Nederlandse vliegboot X-35 van de Marine Luchtvaartdienst werd ze gewaarschuwd. Commandant van de onderzeeboot was toen luitenant-ter-zee eerste klasse C.A.J. van Well Groeneveld. Rond Kuching werden op 23 december 1941 de volgende schepen door de K XIV beschadigd of tot zinken gebracht.[2]

Gezonken

  • Japans troepentransportschip SS Katori Maru (9848 ton)
  • Japans troepentransportschip SS Hiyoshi Maru (4943 ton)

Beschadigd

  • Japans troepentransportschip MS Hokkai Maru (8416 ton)
  • Japans troepentransportschip SS Ninchinan Maru (6503 ton)

Omdat de K XIV geen torpedo's meer had, moest ze de aanval staken en terugkeren naar Soerabaja. In Soerabaja werden naast het laden van nieuwe torpedo's ook een aantal reparaties uitgevoerd aan de dieselmotoren. Van januari tot maart 1942 voerde de K XIV verschillende patrouilles uit, maar tijdens geen van deze patrouilles konden vijanden succesvol worden aangevallen.[2]

In onderhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Na de val van Nederlands-Indië vluchtte de K XIV naar Colombo en viel het schip onder Brits operationeel commando. In april 1942 werd besloten dat de K XIV naar de Verenigde Staten moest voor groot onderhoud. Het groot onderhoud was noodzakelijk omdat door een bomaanval de dekbuizen niet bruikbaar waren en er lekkages optraden van de dieselinstallatie.[4] Voordat de K XIV aan deze tocht kon beginnen moest het schip voor klein onderhoud eerst naar Bombay. De tocht naar de Verenigde Staten ging via Zuid-Afrika, in Zuid-Afrika vond weer klein onderhoud plaats. Tijdens de oversteek van Zuid-Afrika naar Philadelphia viel de K XIV voor de kust van Kaapverdië een Duitse onderzeeboot en een Duits vrachtschip aan. Beide aanvallen mislukten doordat de torpedo het doel miste.[2]

Na het onderhoud in Philadelphia vertrok de K XIV op 25 juni 1943 richting Dundee om daar uitgerust te worden met onder andere een radarinstallatie. Op 10 juli 1943 arriveerde de K XIV in Dundee waar het tot 27 december 1943 zou blijven.[2]

Actief vanuit Fremantle[bewerken | brontekst bewerken]

Op 19 februari 1944 arriveerde de K XIV in Colombo vanuit Dundee en kon het schip weer actief deelnemen aan de oorlog. Ze verbleef niet lang in Colombo want op 17 maart 1944 vertrok de K XIV naar Fremantle in Australië. Tijdens de overtocht naar Australië voerde de K XIV een succesvolle aanval uit op de olieopslag van de Emmahaven in Padang. De aanval bestond uit het beschieten van de olieopslag met het kanon.[2]

Vanuit Fremantle voerde de K XIV voornamelijk missies uit die bestonden uit het aan land zetten en oppikken van agenten in Nederlands-Indië. Tijdens deze missies viel de K XIV af en toe voornamelijk kleinere schepen aan. Het enige grotere schip dat succesvol werd aangevallen was de 4410 ton zware Japanse mijnenlegger Tsugaru, welke door de aanval werd beschadigd. Enkele dagen later werd de Tsugaru door de Amerikaanse onderzeeboot Darter tot zinken gebracht. Verder wist de K XIV een landingsvaartuig van 10 ton en drie sampans van 10 ton tot zinken te brengen. Deze kleinere schepen werden tot zinken gebracht door middel van het kanon.[2]

De K XIV na WO II[bewerken | brontekst bewerken]

Na de overgave van Japan op 15 augustus 1945 keerde de K XIV naar Tandjong Priok waar het op 8 oktober 1945 arriveerde. Vanuit Tandjong Priok voerde de K XIV verschillende patrouilles uit. Tijdens deze patrouilles, die meestal zeven tot tien dagen duurden, werden schepen aangehouden en doorzocht. Op 23 april 1946 werd de K XIV na dertien jaar uit dienst genomen.[2]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Hr.Ms. K XIV (submarine, 1933) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.