Johanna Geertruida van Cittert-Eymers

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf J.G. van Cittert-Eymers)
Portret van mw. dr. J.G. van Cittert-Eymers. 1963

Johanna Geertruida (Truus) van Cittert-Eymers (Rheden, 19 juni 1903Utrecht, 22 oktober 1988) was een Nederlands natuurkundige en wetenschapshistorica. Ze deed wetenschappelijk onderzoek op het gebied van spectroscopie, fotometrie, biofysica, verlichting van musea en wetenschapsgeschiedenis, onder meer de geschiedenis van de microscoop, de tandheelkunde, Utrechtse geleerden en zonnewijzers.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Eymers was de dochter van Johan Antoon Eymers (1876-1960) en Johanna Hermina Aleida Huetinck (1871-1956).

Zij volgde de opleiding hbs-b en deed na het behalen van haar diploma in 1921 een jaar vormingsklas op de huishoudschool. In 1923 ging ze natuurkunde studeren in Utrecht.[1] Vanaf haar kandidaatsexamen natuurkunde in 1926 tot 1938 werkte Truus Eymers in het Physisch Laboratorium van de Rijksuniversiteit Utrecht onder leiding van de hoogleraar L.S. Ornstein, bij wie ze in 1935 cum laude promoveerde op een proefschrift over de optimale verlichting in het Gemeentemuseum Den Haag. Ze bestudeerde de intensiteitsverhoudingen in atoom- en molecuulspectra, onder meer van waterstofgas en kwikhydride. In het kader van het toegepaste natuurkundige onderzoek voor de industrie, waarvan Ornstein voorstander was, onderzocht ze de thermische eigenschappen en de optische dubbele breking van uitgerekt rubber.[2] Tevens verrichtte ze onderzoek naar de keuringseisen die aan lasglazen gesteld moeten worden om het oog tegen ultravioletlicht te beschermen, dat later als grondslag diende voor internationale keuringseisen.[3] Binnen de Biophysische Werkgroep, een samenwerkingsverband met professor Albert Kluyver van de TU Delft op initiatief van de Amerikaanse Rockefeller Foundation, onderzocht Eymers de luminescentie van bacteriën.[4]

In 1928 was ze een van de oprichters van de studievereniging S2, een voorloper van A-Eskwadraat. Van 1955 tot 1968 was ze directeur van het Universiteitsmuseum Utrecht. Ze was actief betrokken bij de Zonnewijzerkring en publiceerde onder meer een overzicht van zonnewijzers in Nederland, naast vele andere artikelen over wetenschapshistorische onderwerpen.

Persoonlijk leven[bewerken | brontekst bewerken]

In 1938 trouwde zij met de natuurkundige en wetenschapshistoricus Pieter Hendrik van Cittert (1889-1959). Met hem publiceerde zij over wetenschapshistorische onderwerpen. Zij volgde hem in 1955 op als directeur van het Universiteitsmuseum. Hun dochter Han van Konijnenburg-van Cittert studeerde biologie en werd hoogleraar paleobotanie aan de Universiteit Leiden.

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn 83 titels bekend[5], onder meer

  • met L.S. Ornstein en M. Coelingh: Intensitätsverhältnis für Dubletten mit grösseren Frequenzdifferenzen, Zeitschr. f. Physik 44, 653-654, 1927
  • Fundamental principles for the illumination of a picture gallery: together with their application to the illumination of the Municipal Museum at The Hague, 's-Gravenhage, Nijhoff, 1935. Proefschrift Rijksuniversiteit Utrecht
  • met K.L. van Schouwenberg: Quantum relationschip of the light-emitting process of luminous bacteria, Nature 138, 245, 1936
  • met Pieter Hendrik van Cittert: The Amici-microscopes about 1850 in possession of the University of Utrecht, Proc. Acad. Amsterdam, 50, 1947
  • met D. Bosschaert: Kliniek tot Herkenning & Genezing van Tand- Oor-, Huid-, Keel- en Kinderzieken te Utrecht, 1865-1929, Utrecht Universiteitsmuseum, 1965, 60 pp.
  • R. (de Laer) Kronig, red.: Leerboek der Natuurkunde. I Inleiding, mechanica, trillingen en golven, phaenomenologische electriciteitsleer en physische optica., Amsterdam, 7e verbeterde druk 1966, bijgewerkt door J.G. van Cittert-Eymers
  • met W.J. Lavèn: Descriptive catalogue Electrostatical instruments in the Utrecht University Museum, Utrecht Universiteitsmuseum, 1967, 77 pp
  • C.H.D. Buys Ballot, Scientiarum Historia 10 (1968), 145-153
  • M.G.J. Minnaert, De Natuurkunde van het vrije veld. Deel 3: Rust en beweging, 3e druk, verzorgd door J.G. van Cittert-Eymers, Zutphen, Thieme, 1972
  • Zonnewijzers aan en bij gebouwen in Nederland, benevens een korte beschrijving van twee astronomische torenuurwerken, Zutphen, Thieme, 1972
  • Harting, Pieter, in: Ch. Coulston Gillespie ed., Dictionary of scientific biography, New York 1972, VI, 137-138
  • Hartsoe(c)ker, Nicolaas, in: Ch. Coulston Gillespie ed., Dictionary of scientific biography, New York 1972, VI, 148-149
  • Het Natuurkundig Gezelschap te Utrecht 1777-1977, Jaarboek Oud-Utrecht 1977, p 39-82
  • met E.P. Sietsma en andere leden van de Zonnewijzerkring: Zonnewijzers in Nederland, Beekbergen, Zonnewijzerkring, 1979
  • met M.J. Hagen: Zonnewijzers aan en bij gebouwen in Nederland: benevens een korte beschrijving van twee astronomische (toren)uurwerken, 2e sterk uitgebreide druk, Zutphen, Walburg Pers 1984, 215 pp., ISBN 906011230X
  • Zonnewijzers en lectuur, Zonnewijzerkring, Bulletin 84.2 (juni 1984), p. 37-41

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Brunner, Esger, Erfenis van een echtpaar, Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde, januari 2012, 26-27
  • Frederik, R.P. ed., Enkele herinneringen. Liber amicorum samengesteld ter viering van het 50-jarig doctoraat van Johanna Geertruida Eymers, Universiteitsmuseum Utrecht 1985
  • Snelders, H.A.M.: In Memoriam Dr. J.G. van Cittert-Eymers, Tijdschrift voor Geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek 12:1 (1989) 59–63.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]