Jan van Dulm

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jan van Dulm
1941: Op de brug van de O 21
Geboren 24 oktober 1907
Den Helder
Overleden 20 augustus 1991
Wassenaar
Land/zijde Vlag van Nederland Nederland
Onderdeel Koninklijke Marine
Dienstjaren 1927 - 1956
Rang Commandeur
Eenheid Onderzeedienst
Bevel Meerdere onderzeeboten
Slagen/oorlogen Tweede Wereldoorlog
Onderscheidingen Militaire Willems-Orde
Portaal  Portaalicoon   Marine

Johannes Frans (Jan) van Dulm (Den Helder, 24 oktober 1907 - Wassenaar, 20 augustus 1991) was een Nederlandse officier bij de Nederlandse marine en onderzeebootcommandant tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Jan van Dulms vader, Maarten van Dulm, was eveneens marineofficier met de rang van viceadmiraal. In 1923 werd van Dulm adelborst aan het Koninklijk Instituut voor de Marine waar zijn vader toen leraar artillerie was. Hij deed van 1929 tot 1 juni 1961 dienst bij de Koninklijke Marine. Na de Tweede Wereldoorlog was hij achtereenvolgens commandant van de Onderzeedienst en Commandant Maritieme Middelen in Rotterdam, stafofficier bij het NAVO hoofdkwartier SHAPE in Parijs, Commandant Maritieme Middelen in Amsterdam en hoofd van het Bureau Inlichtingen van de Marinestaf.

Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Met zijn bemanning van de O 21

Op 10 mei 1940 was van Dulm commandant van de onderzeeboot O21. Deze lag nog in afbouw op de werf van de Koninklijke Schelde, nu Damen Schelde Naval Shipbuilding in Vlissingen. Hij moest onmiddellijk naar Engeland oversteken, hoewel het schip niet gereed is en de bemanning niet volledig. De O 21, opererend vanuit Dundee, Gibraltar, Colombo (Sri Lanka) en Fremantle (Australië), maakte tijdens de oorlog veel patrouilles en bracht acht vijandelijke schepen tot zinken. Ook voerde van Dulm verscheidene verkenningsmissies en vijf speciale operaties uit, waarbij geheime agenten in de Indonesische Archipel werden afgezet.

Tweemaal heeft Van Dulm drenkelingen opgevist nadat hij hun schip had getorpedeerd. Op 5 september 1941 waren dat bemanningsleden van het Italiaanse koopvaardijschip Isarco, waaronder negen militairen. Op 28 november 1941 torpedeerde de O 21 de Duitse onderzeeër U-95 in de buurt van Gibraltar. Daarbij werden twaalf overlevenden opgepikt, waaronder de commandant G. Schreiber, die hij 25 jaar later op de Kieler Woche weer ontmoette.

De jaren na de oorlog beschouwde hij als een toegift, want veel vrienden van hem waren niet thuisgekomen. Hij bleef altijd bij de marine. Na zijn overlijden werd Jan van Dulm gecremeerd op Ockenburgh in Den Haag. Hierbij was o.a. Piet de Jong aanwezig, die als eerste officier onder Van Dulm diende.

Rang bij de marine[bewerken | brontekst bewerken]

Jan van Dulm had de volgende rangen bij de marine:

Commando over onderzeeboten[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende onderzeeboten hebben onder commando van Jan van Dulm gestaan:

  • O 14 Februari - juli 1935
  • O 11 Juli - november 1935
  • O 16 November - april 1937
  • O 10 April 1937 - augustus 1937
  • O 13 Augustus 1937 - november 1937
  • O 16 November 1937 - september 1938
  • O 12 September 1938 - januari 1939 (reis naar West Indië)
  • O 13 Januari 1939 - oktober 1939
  • O 21 Oktober 1939 - 28 maart 1944

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

MWO.4

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Jan van Dulm schreef het boek Onder de bloedvlag van Hr. Ms. O 21 (1947); Van Dulm draagt zijn boek op aan de bemanningen van de zeven Nederlandse onderzeeërs die niet terugkeerden.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]