Johann Benda

Johann Benda, eigenlijk: Jan Jiří Benda (Staré Benátky, 16 april 1713 - Potsdam, 1752) was een Boheems/Duits violist en componist. Hij was een een zoon van zijn gelijknamige vader Jan Jiří Benda en de jongere broer van František Benda.

Levensloop

Benda ging met zijn oudere broer František Benda als violist naar Dresden en later naar Berlijn en volgde hem in dienst van Frederik de Grote. Als componist zijn sonates voor dwarsfluit en capriccio's voor viool van hem bekend.

Onder zijn naam werden ook werken gepubliceerd, waar het auteurschap twijfelachtig is, omdat in de familie er meerdere malen de naam Johann Benda aan te treffen is. Jan Jiří Benda's andere broer Joseph Benda had een zoon met naam Jan Bedřich Arnošt Benda (in het Duits: Johann Friedrich Ernst Benda) (10 oktober 1749 – 24 februari 1785) en die had wederom een zoon met naam Jan Vilém Otto Benda (in het Duits:Johann Wilhelm Otto Benda) (30 oktober 1775 – 28 maart 1832). Vooral Jan Bedřich Arnošt Benda kan als componist van de twijfelachtige werken aangezien worden. Hij was samen met een collega, de altviolist Carl Ludwig Bachmann oprichter van een concertreeks met vooral amateur muzikanten.

Bibliografie

• Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziekencyclopedie, Haarlem: De Haan, (1979)-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
• François-Joseph Fétis: Biographie Universelle des Musiciens et bibliographie générale de la musique, Paris: Firmin-Didot et Cie., 1881-89, 8 vols. Supplement et complement. 2 vols. ISBN 2-845-75049-8; heruitgave 2006, Adamat Media Corporation, ISBN 0-543-98534-2 (paperback); ISBN 0-543-98533-4 (hardcover)
• Chappell White: From Vivaldi to Viotti - A history of the early classical violin concerto, Philadelphia: Kansas State University, 1992, 375 p., ISBN 978-2-881-24495-7
• Zenei lexikon, Budapest: Zenemukiado Vallalat, 1965
• Československý hudební slovník osob a institucí, Praha: Státní hudební vydavatelství: 1963, 1965
• Robert Eitner: Biographisch-bibliographisches Quellenlexikon der Musiker und Musikgelehrten der christlichen Zeitrechnung bis zur Mitte des 19. Jahrhunderts, Graz: Akademische Druck- u. Verlaganstalt, 1959
• Carlo Schmidl: Dizionario universale dei musicisti, Milan: Sonzogno, 1937, 2V p.
• Theodore Baker, Alfred Remy: Baker's biographical dictionary of musicians, Third edition, New York: G. Schirmer, 1919, 1094 p.
• Theodore Baker: Biographical dictionary of musicians, New York: G. Schirmer, 1900, 653 p.
• Allgemeine Deutsche Biographie, Herausgegeben von der Historischen Commission bei der Königlichen Akademie der Wissenschaften., München; Leipzig: 1912, Band 56: Generalregister
• A. Mason Clarke: A biographical dictionary of fiddlers, including performers on the violoncello and double bass. Containing a sketch of their artistic career. Together with notes of their compositions, London: Wm. Reeves, 1895, 360 p.
• Carl von Ledebur: Tonkünstler-Lexikon Berlin's von den ältesten Zeiten bis auf die Gegenwart, Berlin: Ludwig Rauh, 1861, 704 p.
• Gottfried Johann Dlabacž: Allgemeines historisches Künstler-Lexikon für Böhmen und zum Teil auch für Mähren und Schlesien, 3 Bde. in 1 Band, Prag: 1815, ISBN 978-3-487-05014-0
• Ernst Ludwig Gerber: Historisch-biographisches Lexicon der Tonkünstler, welches Nachrichten von dem Leben und den Werken musikalischer Schriftsteller enthält, Leipzig: 1790-91, 2 Teile.