Joseph Doucé

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Joseph Doucé (Sint-Truiden, 13 april 1945 - Parijs, 1990) was een van oorsprong Belgische (in 1982 tot Fransman genaturaliseerde) pastor, die zich inzette voor seksuele minderheden, zoals homoseksuelen, transseksuelen, sadomasochisten en pedofielen. In de lagere school van Rummen had hij grote interesse in plaatselijke geschiedenis en hij bestudeerde Ambiorix (de auteur van het standbeeld in Tongeren is Bertin) J. Doucé volgde de Grieks-Latijnse Humaniora in het Klein-Seminarie te Sint-Truiden tot en met de Vierde Latijnse in 1963. Doucé, zelf homoseksueel, was van huis uit katholiek opgevoed, maar na 1 jaar op het seminarie ging hij over naar het baptisme. Hij werd dominee, en studeerde psychologie met specifieke aandacht voor de problemen van seksuele minderheden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

In 1978 stichtte hij het Centre du Christ Libérateur in Parijs, waar hij zich bezighield met de geestelijke hulp voor seksuele minderheden. Ook gaf hij een tijdschrift uit, getiteld Ilia (afkorting voor "Il libère, il aime" - "Hij bevrijdt, hij heeft lief"). Hij veroorzaakte opschudding in de pers, onder meer door het sluiten van homohuwelijken. Hij had een stabiele relatie met Bondar, een Nederlander. Hij kende vele details van het geheime seksleven van beroemdheden.


Op 19 juli 1990 werd Doucé meegenomen door twee mannen, in burger maar met politie-identificatie. Hij is niet meer levend teruggezien, op 18 oktober werd zijn dode lichaam gevonden in de bossen van Rambouillet. De moord op Doucé is nooit opgehelderd; veel van zijn vrienden vermoeden dat de Franse geheime politie ervoor verantwoordelijk is, gezien zijn huis werd bewaakt, zijn telefoons afgetapt en er de dag voor de ontvoering nog een ruzie was op zijn kantoor met politiemensen. Zijn strottenhoofd lag op 2 meter van het lijk en deze oude ss-methode wijst erop dat iemand hem de mond wilde snoeren. In Nederland werd zijn werk enigszins verdergezet.[bron?]