Joseph Iléo

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Joseph Iléo in 1961 tijdens een voetbalmatch.

Joseph Iléo (Kinshasa, 15 september 1921 - Brussel, 19 september 1994) was een Congolees (Congo-Kinshasa) politicus.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Iléo werd in de jaren 50 actief binnen de Congolese nationalistische beweging. In 1955 werd hij lid van de Jeunesses Ouvieres Chrétiennes en de Centre d'Etudes et de Recherches Sociales. Beide organisaties waren officieel "studiegroepen", doch in werkelijkheid nationalistische bewegingen. Daarnaast was Iléo hoofdredacteur van het maandblad Conscience Africaine. In juli 1956 publiceerde hij een manifest waarin hij emancipatie van de Congolezen eiste en onafhankelijkheid van het land binnen 30 jaar. In 1958 was hij medeoprichter van de Mouvement National Congolais (MNC). Samen met Cyrille Adoula, Patrice Lumumba en Albert Kalondji domineerde Iléo de partij.

In juli 1960 was Congo een onafhankelijke republiek geworden met Joseph Kasavubu van de Abako als president en Patrice Lumumba van de MNC als premier. Iléo was tot voorzitter van de Senaat gekozen. Vrijwel direct nadat het land de onafhankelijkheid had verworven braken er onlusten uit. President Kasavubu vond dat Lumumba verantwoordelijk was voor de onlusten en ontsloeg hem op 5 september 1960. Iléo werd daarop door Kasavubu gelast om een nieuwe regering te vormen. Lumumba was het met de gang van zaken niet eens en zette op zijn beurt het staatshoofd af. Op 7 september 1960 verscheen hij in het parlement dat zijn ontslag weer ongedaan maakte.

Op 14 september 1960 greep generaal Joseph-Désiré Mobutu (de latere Mobutu Sese Seko) de macht. Generaal Mobutu gaf de politici de schuld van de chaotische toestand en hij gaf opdracht tot de vorming van een Raad van Commissarissen. Deze Raad zou de orde in het land herstellen. Op 20 september werd Iléo uit zijn ambt ontheven en vervangen door Albert Ndele, die voorzitter van de Raad van Commissarissen was. Aan deze toestand kwam in februari 1961 een einde, toen Mobutu en het leger zich weer uit de politiek terugtrokken (echter niet voor lang) en Jospeh Iléo opnieuw premier werd. Iléo bleef premier tot 2 augustus 1961.

Conferentie van Tananarive[bewerken | brontekst bewerken]

In maart 1961, tijdens een rondetafelconferentie in Tananarive, op Madagaskar, kwamen premier Iléo, de heerser van Kasaï, Albert Kalondji en de president van Katanga, Moïse Tsjombe, de vorming van een Congolese statenbond overeen die de centralistische republiek zou moeten vervangen. Deze plannen werden niet gesteund door de lumumbistische beweging onder leiding van Antoine Gizenga, de tegenpremier, die niet eens was uitgenodigd voor de besprekingen. President Kasavubu en premier Iléo besloten daarop om nauw met de VN samen te gaan werken. Op 24 april 1961 begon er een nieuwe rondetafelconferentie om de besluiten van Tananarive uit te werken. Tsjombe, verbolgen over de samenwerking tussen Kasavubu en de VN, verliet echter de conferentie (hij werd daarna enige tijd gevangengenomen). Om verzoening met Gizenga mogelijk te maken trad Iléo op 2 augustus terug als minister-president en werd vervangen door Cyrille Adoula, die niet bekendstond als anti-Lumumba. Gizenga verkreeg daarop de post van vicepremier in de centrale regering. Eind augustus 1961 werd de afscheiding van Katanga door middel van militair geweld ongedaan gemaakt.

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

  • Onze Jaren, dl. 3 1975 (red. John Bakkenhoven, Joep Büttinghausen e.a.)
  • Winkler Prins Jaarboeken 1960 en 1961 (red. Winkler Prins)
Voorganger:
Patrice Lumumba
Minister-President van de Democratische Republiek Congo
1960
Opvolger:
Albert Ndele
Voorganger:
Albert Ndele
Minister-President van de Democratische Republiek Congo
1961
Opvolger:
Cyrille Adoula