Jurgen Ceder

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jurgen Ceder
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Volledige naam Jurgen Ceder
Geboren Aalst, 11 juni 1963
Regio Vlag Vlaanderen Vlaanderen
Land Vlag van België België
Functie Politicus
Partij 1991 - 2004 Vlaams Blok
2004 - 2011 Vlaams Belang
2012 - heden N-VA
Functies
1984 Leider Verbondswacht
1984 Praeses NSV Leuven
1992 - 1995 Fractie-secretaris Vlaamse Raad
1995 - 2014 Senator
? -? Diensthoofd Juridische dienst
1998 - ? Lid Belgische afvaardiging
Noord-Atlantische Vergadering
1999 - 2003 Plaatsvervangend lid Parlementaire
Assemblee van de Raad van
Europa
1995 - 2003 Plaatsvervangend lid Assemblee
van de West-Europese Unie
2001 - 2012 Gemeenteraadslid Dilbeek
2004 Plaatsvervangend lid Parlementaire
Assemblee van de Raad van
Europa
2004 Plaatsvervangend lid Assemblee
van de West-Europese Unie
2004 - 2007 Ondervoorzitter Senaat
2009 - 2011 Fractieleider Senaat[1]
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Jurgen Ceder (Aalst, 11 juni 1963) is een Belgisch politicus.

Levensloop en politieke carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Jurgen Ceder volgde de humaniora bij de jezuïeten in het Sint-Jozefscollege te Aalst en werd daarna in 1987 licentiaat in de rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Vanaf 1978 was Ceder actief bij de Vlaamse Radikale Jongeren en in het Taal Aktie Komitee.[2] Tijdens zijn studententijd was hij als bestuurslid actief in de Nationalistische Studentenvereniging (NSV), waarvan hij in Leuven twee jaar preses was. Hij werd er van beschuldigd om tijdens een bezetting van het kunstencentrum STUK in maart 1984 - waarbij onder andere ook Filip Dewinter betrokken was - een student een beenbreuk te hebben getrapt en hem knock-out te hebben geslagen.[3] Onder de getuigen was onder andere professor Paul Van de Meerssche, andere getuigenissen spraken dit echter tegen. Ceder werd voor de ten laste gelegde feiten destijds tweemaal vrijgesproken.[4] Hierop volgend diende Ceder klacht in tegen de professor en De Morgen.[5] In de jaren 80 was Ceder voorts leider van de Verbondswacht en publiceerde in het tijdschrift Branding.

Vlaams Blok/Vlaams Belang[bewerken | brontekst bewerken]

In 1985 werd Ceder politiek actief bij het Vlaams Blok. In 1987 was hij medeoprichter van de Vlaams Blok Jongeren, waarvan hij van 1987 tot 1991 nationaal bestuurslid was. Van 1993 tot 1995 was hij verantwoordelijke voor de mediacel van de partij en in 1995 werd hij het hoofd van de juridische dienst. Sinds 1989 was hij lid van het partijbestuur van het Vlaams Blok en daarna van het Vlaams Belang. Van 1992 tot 1995 was hij tevens fractiesecretaris van de Vlaams Blok-fractie in de Vlaamse Raad.

Hij zetelde van 1995 tot 2014 in de Senaat voor het Vlaams Belang, sinds juli 2011 als onafhankelijke. Van 8 juli 2004 tot juni 2008 was hij ondervoorzitter van de Senaat. Van november 2009 tot juli 2011 was hij fractieleider in de Senaat. Hij werd opgevolgd in deze functie door Anke Van dermeersch.[6] Ceder was tevens gemeenteraadslid in Dilbeek van 2000 tot en met 2012. In juli 2011 nam hij ontslag uit Vlaams Belang, net als oud-partijvoorzitter Frank Vanhecke. Ceder kon zich niet verzoenen met de strategieën van de huidige partijtop.[7][8]

Ook werd hij lid van de Belgische afvaardiging van de Noord Atlantische Vergadering en was hij van 1999 tot 2003 en voor enkele maanden in 2004 plaatsvervangend lid van de Parlementaire Vergadering van Raad van Europa en de Assemblee van de West-Europese Unie.

Als hoofd van de juridische dienst van het voormalige Vlaams Blok verloor hij het racismeproces dat aangespannen was tegen het Vlaams Blok. Hij schaafde als jurist het 70-puntenplan bij, een programmatekst die volgens politieke tegenstanders neerkwam op een etnische zuivering van Vlaanderen, zodat de partij haar financiering niet verloor.[9] Daarnaast verdedigde hij het 70-puntenprogramma in de rechtbank in 2007.[10]

Als senator van het Vlaams Belang diende Ceder een aantal omstreden wetsvoorstellen in:

  • op 28 februari 2011 diende hij voorstel van resolutie in om in politiestatistieken ook de etniciteit van vermeende daders op te nemen (zie 70-puntenplan). De tegenstanders van dergelijke wetgeving vreesden voor een stigmatisering van allochtone groepen. De voorstanders ervan wezen erop dat men in Nederland al dergelijke cijfers zou bijhouden. Dit laatste gebeurde alleen in Rotterdam waar men alle gegevens van politie, jeugdzorg en consultatiebureaus koppelde aan personen van wie de etniciteit bekend is.[11]
  • Op 4 mei 2011 volgde een wetsvoorstel tot uitwissing van alle gevolgen voor de toekomst van veroordelingen en sancties wegens tijdens de Tweede Wereldoorlog gestelde vermeende daden van incivisme en tot oprichting van een commissie belast met de schadeloosstelling van de door de naoorlogse repressie getroffen personen of hun nabestaanden voor de ten gevolge van deze veroordelingen en sancties geleden financiële schade.[12] Dit wetsvoorstel werd, in tegenstelling tot eerdere gelijkaardige voorstellen van het Vlaams Belang, door de Senaat in overweging genomen. Sp.a, CD&V, N-VA en Open Vld steunden de inoverwegingneming van het wetsvoorstel. Groen en alle Franstalige partijen stemden tegen de inoverwegingneming. Bart Tommelein (Open Vld) stelde dat de inoverwegingneming niet wilde zeggen dat men het eens was met de inhoud, maar dat er over elk voorstel moest kunnen gediscussieerd worden. De senatoren Philippe Mahoux (PS) en Françis Delpérée (cdH) namen aanstoot aan de omschrijving "vermeende feiten van incivisme".[13] Het wetsvoorstel werd uiteindelijk verworpen.
  • Op 25 januari 2012 diende hij een voorstel van resolutie in om de grenzen te sluiten voor alle niet-Europese asielzoekers (zie 70-puntenplan).[14]

Na zijn parlementaire loopbaan werd hij vast medewerker bij het Vlaamsgezinde satirische weekblad 't Pallieterke.

Open Vld[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens sommige bronnen polste de Open Vld van Dilbeek Jurgen Ceder informeel om op hun lijst voor te komen bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012.[15] Open Vld ontkende dit echter.[16]

N-VA[bewerken | brontekst bewerken]

In juli 2012 werd hij lid van de N-VA.[17] Voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2012 kreeg Ceder de zesde plaats op de Dilbeekse N-VA-lijst aangeboden.[18] Over zijn overstap naar de N-VA verklaarde hij dat nog lid blijven van VB een zinloze bezigheid werd. Hij was ook van mening dat iedereen die legaal in ons land verblijft een reële kans moet krijgen om Vlaming te zijn onder de Vlamingen. Ceder onderschreef het streven naar een confederale staat.

Politieke tegenstanders gaven kritiek op Ceders overstap naar de N-VA omdat hij als trouwe partijsoldaat van het VB het controversiële 70-puntenplan onderschreef. Ceder nam daarna publiekelijk afstand van dit 70-puntenplan.[19]

Na de commotie besloot Ceder om zich niet langer kandidaat te stellen voor de gemeenteraadsverkiezingen in Dilbeek, naar eigen zeggen omdat hij weigerde zich te laten gebruiken om de N-VA te beschadigen.[20] Hij bleef wel lid van de partij.[21]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1992: 10 vooroordelen tegen het Vlaams Blok
  • 1994: De Hetze. Van 24/11/1991 tot 24/11/1993 (Coauteur: Luk Dieudonné)
  • 1995: Een dag uit het leven van een politiek dissident
  • 1999: 10 vooroordelen tegen het Vlaams Blok (Herwerkte versie)